5.2 Correctie woonlasten boven maximale bedrag voor huurtoeslag en niet gecorrigeerd in de beslagvrije voet
Vtlb rapport juli 2024
Inhoud
- Colofon
- 1.Algemeen
- 2.De berekening van het vrij te laten bedrag en de afloscapaciteit
- 3.De beslagvrije voet volgens art. 475da Rv
- 3.1De verschillende leefsituaties
- 3.2De verschillende groepen schuldenaren op basis van het belastbaar inkomen
- 3.3Verhoging beslagvrije voet voor woonkosten
- 3.4Verlaging van de beslagvrije voet in verband met privégebruik auto van de zaak (artikel 475db lid 1c)
- 3.5Artikel 475db lid 1a Rv – Aftrek van inkomsten partner
- 4.Reserverings-en arbeidstoeslag, correctie voor Eigen Risico zorgverzekering en correctie voor PGL-norm
- 5.Kosten waarvoor gecorrigeerd kan worden door de rechter-commissaris
- 5.1Correctie individuele lasten
- 5.2Correctie woonlasten boven maximale bedrag voor huurtoeslag en niet gecorrigeerd in de beslagvrije voet
- 5.3Gemeente- en waterschapsbelastingen
- 5.4Ziektekosten
- 5.5Kosten auto en vervoer
- 5.6Studiekosten van kinderen van de schuldenaar
- 5.7Kosten kinderopvang
- 5.8Alimentatie, co ouderschap en omgangsregeling
- 5.9Correctie voor kosten budgetbeheer, budgetbegeleidingen en beschermingsbewind
- 5.10Overige correcties
- 5.11Geen correcties
- 6.Inkomsten
- 6.1Inkomsten die wel als inkomen worden aangemerkt
- 6.1.1Inkomsten in verband met meerderjarige inwoners
- 6.1.2Verdeling heffingskortingen
- 6.1.3Belastingaftrek specifieke ziektekosten/ Tegemoetkoming Specifieke Ziektekosten (TSZ)
- 6.1.4Tegemoetkoming arbeidsongeschikten en individuele inkomenstoeslag
- 6.1.5Inkomen van zzp’ers en andere zelfstandig ondernemers zijnde een natuurlijk persoon
- 6.2Inkomsten die niet als inkomen worden aangemerkt
- 6.2.1Nabestaanden- en wezen uitkering
- 6.2.2Kinderbijslag
- 6.2.3Bijzondere bijstand
- 6.2.4Studiefinanciering voor schuldenaar en/of partner
- 6.2.5Uitkeringen op grond van de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten
- 6.2.6Kindgebonden budget (KGB)
- 6.2.7Zorgtoeslag
- 6.2.8Inkomsten uit overwerk
- 6.2.9Vakantiegeld, eindejaarsuitkering, tijdsparen, uitbetaalde vakantiedagen, individueel keuzebudget
- 6.2.10Pleegkindvergoeding
- 6.2.11Persoonsgebonden budget (PGB)
- 6.2.12Onkostenvergoeding voor internationale chauffeurs
- 6.2.13thuiswerkkostenvergoeding
- 6.1Inkomsten die wel als inkomen worden aangemerkt
- 7.Overheveling
- Bijlage 1: De werking van de Vtlb-Calculator
- Bijlage 2: normbedragen
5.2 Correctie woonlasten boven maximale bedrag voor huurtoeslag en niet gecorrigeerd in de beslagvrije voet
In de beslagvrije voet worden de woonlasten tot aan het maximale bedrag waarbij nog huurtoeslag mogelijk is gecorrigeerd volgens de ingebouwde rekenregels. Daarnaast is tijdelijke verhoging van de beslagvrije voet in verband met de woonlasten mogelijk als de woonlasten uitstijgen boven het maximale bedrag waarbij nog huurtoeslag mogelijk is. (zoals beschreven in §3.3.1).
Deze woonlasten worden echter niet volledig gecorrigeerd in de beslagvrije voet. Denk hierbij allereerst aan de 10% ophoging en daarnaast aan het bedrag dat na het aflopen van de ministeriële termijn niet meer wordt gecorrigeerd in de beslagvrije voet. Het zal vaak noodzakelijk zijn ook voor dit bedrag een correctie toe te passen in het nominale deel van het vrij te laten bedrag. In de calculator staat het veld ‘correctie woonlasten boven maximale huurtoeslaggrens?’ standaard op ‘ja’, zodat in ieder geval in de berekening naar voren komt dat er sprake is van woonlasten die niet volledig worden gecorrigeerd in de beslagvrije voet op grond van artikel 475da Rv. Slechts in uitzonderlijke gevallen kan deze correctie uitgevinkt worden als daartoe aanleiding is. Wanneer dit het geval is zal aan de rechter-commissaris voorgelegd moeten worden of deze correctie mag worden toegestaan en eventueel voor welke periode. Een beperking in de periode kan bijvoorbeeld aan de orde zijn in de situatie dat de schuldenaar naar het oordeel van de rechter-commissaris zo spoedig mogelijk dient te verhuizen omdat de huur te hoog is (denk hierbij aan een huur die hoger is dan ⅓ van het netto-inkomen) én het aannemelijk is dat er goedkopere alternatieven beschikbaar zijn.
De correctie voor ‘woonlasten boven maximale huurtoeslaggrens’ wordt naar rato van de beslagvrije voet over beide partners verdeeld wanneer de schuldenaar samenwoont met een (geregistreerde) partner met wie geen gemeenschap van goederen bestaat (hierbij maakt het niet uit of de Wsnp van toepassing is op de partner). Met andere woorden: als er sprake is van een paar, geen gemeenschap van goederen, wordt het bedrag van de correctie naar rato van de beslagvrije voet verdeeld.