5.5.5 Auto van de zaak
Vtlb rapport juli 2022
Inhoud
- Colofon
- 1.Algemeen
- 2.De berekening van het vrij te laten bedrag en de afloscapaciteit
- 3.De beslagvrije voet volgens art. 475da Rv
- 3.1De verschillende leefsituaties
- 3.2De verschillende groepen schuldenaren op basis van het belastbaar inkomen
- 3.3Verhoging beslagvrije voet voor woonkosten
- 3.3.1Woonlasten die hoger zijn dan het maximale bedrag waarbij nog huurtoeslag mogelijk is
- 3.3.2Huiseigenaren met een inkomen onder het ‘geldende norminkomen’ van de Wet op de huurtoeslag
- 3.3.3Vaststelling woonkosten voor schuldenaar
- 3.3.4Servicekosten
- 3.3.5All-in huur en woonlasten in kostgeld
- 3.3.6Eigen woning
- 3.4Verlaging van de beslagvrije voet in verband met privégebruik auto van de zaak (artikel 475db lid 1c)
- 3.5Artikel 475db lid 1a Rv – Aftrek van inkomsten partner
- 4.Reserverings-en arbeidstoeslag, correctie voor Eigen Risico zorgverzekering en correctie voor PGL-norm
- 5.Kosten waarvoor gecorrigeerd kan worden door de rechter-commissaris
- 5.1Correctie individuele lasten
- 5.2Correctie woonlasten boven maximale bedrag voor huurtoeslag en niet gecorrigeerd in de beslagvrije voet
- 5.3Gemeente- en waterschapsbelastingen
- 5.4Ziektekosten
- 5.5Kosten auto en vervoer
- 5.6Studiekosten van kinderen van de schuldenaar
- 5.7Kosten kinderopvang
- 5.8Alimentatie, co ouderschap en omgangsregeling
- 5.9Correctie voor kosten budgetbeheer, budgetbegeleidingen en beschermingsbewind
- 5.10Overige correcties
- 5.11Geen correcties
- 6.Inkomsten
- 6.1Inkomsten die wel als inkomen worden aangemerkt
- 6.1.1Inkomsten in verband met meerderjarige inwoners
- 6.1.2Verdeling heffingskortingen
- 6.1.3Belastingaftrek specifieke ziektekosten/ Tegemoetkoming Specifieke Ziektekosten (TSZ)
- 6.1.4Tegemoetkoming arbeidsongeschikten en individuele inkomenstoeslag
- 6.1.5Inkomen van zzp’ers en andere zelfstandig ondernemers zijnde een natuurlijk persoon
- 6.2Inkomsten die niet als inkomen worden aangemerkt
- 6.2.1Nabestaanden- en wezenuitkering
- 6.2.2Kinderbijslag
- 6.2.3Bijzondere bijstand
- 6.2.4Studiefinanciering voor schuldenaar en/of partner
- 6.2.5Uitkeringen op grond van de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten
- 6.2.6Kindgebonden budget (KGB)
- 6.2.7Zorgtoeslag
- 6.2.8Inkomsten uit overwerk
- 6.2.9Vakantiegeld, tijdsparen, uitbetaalde vakantiedagen, individueel keuzebudget
- 6.2.10Pleegkindvergoeding
- 6.2.11Persoonsgebonden budget (PGB)
- 6.2.12Onkostenvergoeding voor internationale chauffeurs
- 6.2.13Thuiswerkvergoeding
- 6.1Inkomsten die wel als inkomen worden aangemerkt
- 7.Overheveling
- Bijlage 1: De werking van de Vtlb-Calculator
- Bijlage 2: normbedragen
5.5.5 Auto van de zaak
Wanneer er sprake is van een auto van de zaak is de insteek dat de schuldenaar uiterlijk per 1 januari van het nieuwe kalenderjaar een ‘verklaring geen privégebruik’ bij de Belastingdienst indient. De schuldenaar mag vanaf het nieuwe jaar niet meer dan 500 km per jaar privé rijden en hij dient voor de fiscus een nauwkeurige kilometerregistratie bij te houden. Er zal vanaf dat moment geen fiscale bijtelling voor daaropvolgende jaren meer plaatsvinden.
Heeft de schuldenaar dit niet gedaan, dan wordt de beslagvrije voet per 1 januari van het nieuwe kalenderjaar verlaagd. Door de inwerkingtreding van de Wvbvv is artikel 475db Rv toegevoegd. In sub c van dit artikel is bepaald dat de beslagvrije voet wordt verminderd met de loonbelasting die over de bijtelling is verschuldigd door het privégebruik van de leaseauto. Dit gebeurt door het nettobedrag van de fiscale bijtelling in te voeren in de calculator.
Gedurende het eerste kalenderjaar van de schuldsaneringsregeling waarin de schuldenaar nog geen ‘verklaring geen privégebruik’ heeft kunnen verkrijgen, vindt die vermindering van de beslagvrije voet niet plaats. Uitzondering is de situatie dat in een eerder stadium van de schuldregeling al afspraken zijn gemaakt over het privé blijven rijden. De verlaging van de beslagvrije voet kan dan wel direct ingaan door het invullen van de netto bijtelling auto van de zaak.
Paar, een of beiden met een auto van de zaak
Als er sprake is van een paar, en een of beide partners hebben een leaseauto, dan geldt een afwijkende werkwijze voor de vtlb-calculator. De netto bijtelling auto van de zaak wordt dan opgeteld bij het netto inkomen van de betreffende partner en het bedrag van de netto bijtelling wordt niet apart ingevuld in het veld ‘netto bijtelling auto van de zaak’. Reden hiervoor is dat koppeling met de beslagvrijevoettool op dit punt niet goed werkt als er sprake is van een paar.
Dit betekent dat de beslagvrije voet in de vtlb-berekening in deze gevallen hoger zal zijn dan de beslagvrije voet die een beslaglegger via de rekentool zal berekenen.