Recofa-richtlijnen voor schuldsaneringsregelingen

Voor u liggen de Recofa-richtlijnen voor schuldsaneringsregelingen.

De richtlijnen zijn aangepast naar aanleiding van een uitspraak van de Hoge Raad 12 november 2021, ECLI:NL:HR:2021:1670. Volgens de Hoge Raad moet ervan worden uitgegaan dat de bewindvoerder kan bepalen dat de schuldenaar een deel van de bij aanvang van de schuldsanering tot de boedel behorende financiële middelen niet hoeft af te dragen, voor zover dat noodzakelijk kan worden geacht om, zo lang de schuldenaar nog niet beschikt over het eerste vrij te laten bedrag, de kosten van levensonderhoud en vaste lasten te voldoen. Artikel 3.7.b. is aangevuld om bij het bepaalde van de Hoge Raad aan te sluiten.

Daarnaast is artikel 1.2 in overeenstemming gebracht met de wetswijziging Wsnp (Stbl. 2023-87).

Recofa heeft deze versie van de richtlijnen op 16 juni 2023 goedgekeurd. Het LOVT heeft deze richtlijnen op 23 juni 2023 goedgekeurd. De richtlijnen treden in werking op 1 juli 2023.

Inhoud

• 1 ALGEMENE BEPALINGEN
  • 1.1 Strekking
  • 1.2 Termijn van de schuldsaneringsregeling en wijziging van de termijn
  • 1.3 Afwijken richtlijnen

• 2 COMMUNICATIE EN VERSLAGLEGGING
  • 2.1 Communicatie tussen bewindvoerder en rechter-commissaris of rechtbank
  • 2.2 Vorm van de verslagen
  • 2.3 Inhoud van de verslagen en bijvoeging van bijlagen
  • 2.4 Frequentie van de verslagen, wijze van indiening en aantal in te dienen exemplaren

• 3 VERLOOP VAN DE SCHULDSANERINGSREGELING
  • 3.1 Verplichtingen van de bewindvoerder jegens de schuldenaar
  • 3.2 Boedelrekening
  • 3.3 Het huisbezoek
  • 3.4 Postblokkade
  • 3.5 Arbeids- en sollicitatieverplichting
  • 3.6 Eigen onderneming van schuldenaar
  • 3.7 Vrij te laten bedrag
  • 3.8 Controle en toezicht (fiscale) voorzieningen en fiscus
  • 3.9 Verzoeken tot machtiging, goedkeuring of toestemming
  • 3.10 Uitdelingslijst
  • 3.11 Financieel Eindverslag

• 4 EINDE VAN DE SCHULDSANERINGSREGELING
  • 4.1 Het akkoord
  • 4.2 Tussentijdse beëindiging en faillissement van rechtswege
  • 4.3 Uitdeling bij een resterend actief van minder dan € 2.000

• 5 SALARIS VAN DE BEWINDVOERDER
  • 5.1 Vergoedingssystematiek
  • 5.2 Verzoek vergoeding
  • 5.3 Voorschot op de vergoeding
  • 5.4 Vaststelling van de vergoeding
  • 5.5 Reis- en portokosten in zaken van voor 1 oktober 2013
  • 5.6 Verzoek om toekenning extra vergoeding

• 6 AFDEKKING VAN AANSPRAKELIJKHEID
  • 6.1 Verplichting tot het afsluiten van een beroepsaansprakelijkheids- verzekering

• 7 SLOTBEPALING
  • 7.1 Inwerkingtreding
  • 7.2 Vervanging

1 Algemene bepalingen

1.1 Strekking

De indiening en behandeling van verzoekschriften die strekken tot toepassing van de schuldsaneringsregeling, vindt plaats op de wijze zoals bepaald in het Procesreglement verzoekschriftprocedures insolventiezaken rechtbanken.

De Recofa-richtlijnen voor schuldsaneringsregelingen (hierna: de richtlijnen) bevatten regels voor de verdere behandeling van schuldsaneringsregelingen.

Voorwaarden benoeming bewindvoerder

1. Als bewindvoerder wordt uitsluitend benoemd:
   • een in het register van de Raad voor Rechtsbijstand opgenomen bewindvoerder of bewindvoerderorganisatie (hierna ook: geregistreerde bewindvoerder);
   • een advocaat die ervaring heeft met het insolventierecht;
2. Wanneer de schuldenaar een onderneming voert of heeft gevoerd, wordt een (advocaat-) bewindvoerder met kennis en ervaring hierin benoemd.
3. Wanneer een bewindvoerdersorganisatie wordt benoemd, dient ook een Wsnp-bewindvoerder aan de zaak gekoppeld te worden die de zaak feitelijk behandelt.
4. Indien een partij schuldeiser is, omdat zij voorafgaand aan de wettelijke schuldsaneringsregeling een krediet heeft verstrekt, wordt bij voorkeur geen bewindvoerder uit deze organisatie benoemd.
5. De bewindvoerder kan niet tevens beschermingsbewindvoerder van een en dezelfde schuldenaar zijn.

1.2 Termijn van de schuldsaneringsregeling en wijziging van de termijn

1. Indien de bewindvoerder termen aanwezig acht om de wettelijke termijn van de schuldsaneringsregeling te verlengen of te verkorten, stelt hij de rechter- commissaris hiervan op de hoogte.
2. De wettelijke termijn kan onder andere worden verkort, indien de schuldenaar in een aan de schuldsaneringsregeling voorafgaand faillissement of voorafgaande surseance het meerdere boven het in de schuldsaneringsregeling geldende vrij te laten bedrag (hierna: vtlb), aan de boedel heeft afgedragen.

1.3 Afwijken richtlijnen

De rechtbank of de rechter-commissaris kan, indien de omstandigheden daartoe aanleiding geven, afwijken van de richtlijnen.

2 COMMUNICATIE EN VERSLAGLEGGING

2.1 Communicatie tussen bewindvoerder en rechter-commissaris of  rechtbank

De bewindvoerder:

De bewindvoerder is voor de rechtbank altijd bereikbaar via een direct telefoonnummer.

1. De bewindvoerder beantwoordt schriftelijke verzoeken van de rechter- commissaris of van de rechtbank binnen 14 dagen, tenzij de rechter- commissaris respectievelijk de rechtbank een andere termijn stelt.
2. De bewindvoerder onderscheidt in zijn verslaglegging aan de rechter- commissaris de voor schuldeisers openbare stukken duidelijk van vertrouwelijke mededelingen aan de rechter-commissaris.
3. De bewindvoerder houdt bij het opstellen van verslagen en brieven altijd rekening met het inzagerecht.

2.2 Vorm van de verslagen

1. De verslaglegging wordt gedaan door middel van het model aanvangs-, vervolg- en eindverslag, dat op de site bureauwsnp.nl beschikbaar is.
2. Opvolgende verslagen in dezelfde schuldsaneringsregeling worden doorlopend genummerd.
3. Bij het eindverslag en bij de aanvraag voor een verificatievergadering wordt als bijlage een (voorlopig) financieel eindverslag gevoegd, dat wordt opgemaakt door middel van het model, dat op de site bureauwsnp.nl beschikbaar is.

2.3 Inhoud van de verslagen en bijvoeging van bijlagen

1. De vraagpunten uit het model als bedoeld in artikel 2.2 onder a. worden zo volledig mogelijk beantwoord. De in de betreffende verslagperiode verrichte werkzaamheden worden zo inzichtelijk mogelijk beschreven.
2. De bewindvoerder voegt bij alle verslagen de voor de schuldenaar op dat moment geldende berekening van het vtlb.
3. Ieder verslag geeft een zodanig inzichtelijke specificatie van de opbouw van de boedelrekening dat kan worden nagegaan of de schuldenaar zijn financiële verplichtingen nakomt.
4. Vertrouwelijke informatie wordt separaat aan de rechter-commissaris toegezonden, met duidelijke vermelding van het woord “vertrouwelijk” in de kop van de brief. Indien de schuldenaar zich niet aan de verplichtingen houdt, wordt in een vertrouwelijke brief een voorstel voor de hieraan te verbinden consequenties gedaan.
5. Het eindverslag geeft inzicht in de wijze waarop de schuldenaar zich aan zijn verplichtingen heeft gehouden en bevat een gemotiveerd advies of aan de schuldenaar de schone lei kan worden verstrekt.
   Bij het eindverslag worden gevoegd
   • een specificatie van het saldo van de boedelrekening, die voldoet aan de vereisten als vermeld onder c., en
   • lijsten van voorlopig erkende en betwiste schuldvorderingen (ook genoemd: crediteurenlijsten).

2.4 Frequentie van de verslagen, wijze van indiening en aantal in te dienen exemplaren

1. Het eerste verslag wordt ingediend bij de griffie van de rechtbank zodra de inventarisatiefase is afgerond, maar uiterlijk één maand na de dag van de uitspraak tot toepassing van de schuldsaneringsregeling.
2. Verslagen worden in enkelvoud ingediend, tenzij de rechtbank anders bepaalt.
3. De bewindvoerder verstrekt een afschrift van ieder verslag aan de schuldenaar, inclusief de berekening van het vtlb.

3 VERLOOP VAN DE SCHULDSANERINGSREGELING

3.1 Verplichtingen van de bewindvoerder jegens de schuldenaar

1. De bewindvoerder en de schuldenaar communiceren in beginsel per telefoon en per e-mail. De bewindvoerder legt de schuldenaar duidelijk uit waarover contact kan worden gezocht.
2. De bewindvoerder is tenminste enkele uren per week telefonisch bereikbaar voor de schuldenaar. Hij deelt de schuldenaar mee op welke dagen en binnen welke tijden dit het geval is.
3. Indien de bewindvoerder heeft toegezegd dat de schuldenaar wordt teruggebeld, komt hij deze toezegging uiterlijk binnen een week na.
4. De bewindvoerder houdt van de telefoongesprekken die hij voert notities bij.
5. De bewindvoerder beantwoordt vragen van de schuldenaar binnen 14 dagen. Dringende vragen beantwoordt de bewindvoerder zo spoedig mogelijk.

3.2  Boedelrekening

1. De bewindvoerder houdt een boedelrekening aan bij een bankinstelling waaraan door de Nederlandse Bank een vergunning is verleend ingevolge de Wet op het financieel toezicht. Indien de rechtbank hiertoe een bepaalde bankinstelling heeft aangewezen, wordt de boedelrekening bij deze bankinstelling geopend.
2. Indien de schuldenaar in algehele gemeenschap van goederen is gehuwd of in algehele gemeenschap van goederen een geregistreerd partnerschap is aangegaan en beide echtgenoten of geregistreerde partners in de schuldsaneringsregeling zijn toegelaten, wordt één boedelrekening geopend en worden alle kosten samengevoegd.
3. De tenaamstelling van de boedelrekening vermeldt: “[naam bewindvoerder] in zijn/haar hoedanigheid van bewindvoerder in de schuldsaneringsregeling van [naam schuldenaar]” of “[naam bewindvoerder] inzake de schuldsaneringsregeling van [naam schuldenaar]”.Indien schuldenaren ongehuwd samenwonen of buiten gemeenschap van goederen zijn gehuwd of buiten gemeenschap van goederen een geregistreerd partnerschap zijn aangegaan, worden twee boedelrekeningen geopend.
4. Indien de gemeenschap van goederen van tot de schuldsaneringsregeling toegelaten echtgenoten/partners wordt ontbonden, wordt voor ieder van de (voormalige) echtgenoten of (voormalige) partners een aparte boedelrekening geopend en wordt het actief zoals dat bestond op het moment van genoemde verbreking, verdeeld.
5. Betalingen worden zoveel mogelijk via de boedelrekening gedaan en betalingen, die daarbuiten worden gedaan en ontvangen, worden in het verslag dat betrekking heeft op de periode waarin deze betaling is gedaan of ontvangen, uitdrukkelijk besproken. Zij worden zo spoedig mogelijk met de boedel vereffend.

3.3 Het huisbezoek

1. De bewindvoerder brengt in beginsel binnen twee weken na toepassing van de schuldsaneringsregeling een huisbezoek aan de schuldenaar.
2. De bewindvoerder vult bij bezoek aan de woning of aan de verblijfplaats van de schuldenaar de door de Raad voor de Rechtsbijstand vastgestelde en op de site bureauwsnp.nl beschikbaar gestelde checklist in, die door de schuldenaar wordt ondertekend.
3. Over alle onderdelen op de checklist geeft de bewindvoerder uitleg aan de schuldenaar.

3.4 Postblokkade

1. Gedurende de postblokkade stuurt de bewindvoerder de post ten minste één maal per week binnen één week na ontvangst naar de schuldenaar door. Spoedeisende post wordt direct doorgezonden of ter hand gesteld. In zeer spoedeisende gevallen stelt de bewindvoerder de schuldenaar telefonisch op de hoogte van de ontvangst van het poststuk en de inhoud daarvan.
2. Indien de schuldenaar hiermee schriftelijk instemt is het de bewindvoerder toegestaan de post digitaal door te sturen naar de schuldenaar.
3. Indien de bewindvoerder termen aanwezig acht om de termijn van dertien maanden te verlengen of te verkorten of een nieuwe last voor een bepaalde termijn te vragen, verzoekt hij dit gemotiveerd aan de rechter-commissaris.
4. De bewindvoerder informeert de schuldenaar over het opleggen van de blokkade of over een verlenging van de termijn waarvoor deze geldt, tenzij het belang van de boedel zich hiertegen verzet.
5. De bewindvoerder stelt de schuldenaar na opheffing van de postblokkade daarvan op de hoogte en wijst de schuldenaar erop dat hij verplicht blijft de bewindvoerder spontaan van alle relevante informatie te voorzien.

3.5 Arbeids- en sollicitatieverplichting

1. De schuldenaar die een dienstverband heeft, spant zich tot het uiterste in om dat dienstverband te behouden.
2. Een schuldenaar zonder voltijds dienstverband heeft een sollicitatieplicht, ook als kinderen onder de vier jaar tot het gezin van de schuldenaar behoren, tenzij de rechter-commissaris hiervoor een ontheffing heeft gegeven.
3. De sollicitatieplicht houdt in dat de schuldenaar solliciteert naar een voltijds dienstverband, dat wil zeggen werk gedurende tenminste 36 uur per week.
4. Bij de sollicitatieplicht neemt de schuldenaar de volgende regels in acht:
   1. de sollicitatieactiviteiten bestaan tenminste uit:
      • viermaal per maand een schriftelijke sollicitatie of per e-mail op een bestaande vacature (exclusief open sollicitaties), en
      • inschrijving bij het UWV Werkbedrijf en bij drie à vier uitzendbureaus;
   2. de schuldenaar beperkt zich hierbij niet tot het solliciteren naar vacatures op het eigen vakgebied;
   3. de schuldenaar stuurt kopieën van de sollicitatiebrieven en de vacatures alsmede de reactie van de werkgever daarop en van de inschrijving bij het UWV Werkbedrijf en de uitzendbureaus naar de bewindvoerder;
   4. het volgen van een opleiding, integratiecursus of andere cursus mag niet in de weg staan aan het verrichten van of het solliciteren naar een voltijds dienstverband.
5. De sollicitatieplicht geldt niet voor de schuldenaar die de AOW-leeftijd heeft bereikt.
6. De rechter-commissaris kan een (gedeeltelijke) ontheffing als bedoeld onder ambtshalve of op gemotiveerd verzoek van de bewindvoerder of schuldenaar geven wanneer de schuldenaar niet in staat is arbeid te verrichten.
7. Indien een schuldenaar zich erop beroept dat hij arbeidsongeschikt is, legt hij een medische verklaring of medische informatie over waaruit dit blijkt. Indien hij niet over een dergelijke verklaring of informatie beschikt maar wel aannemelijk is dat sprake is van medische omstandigheden die de (mate van) arbeidsgeschiktheid beïnvloeden, laat hij zich keuren door een door de bewindvoerder of rechter-commissaris aan te wijzen deskundige. De bewindvoerder vraagt deze keuring met toestemming van de rechter- commissaris aan. De kosten van een dergelijke medische keuring komen ten laste van de boedel of, indien het actief in de boedel ontoereikend is, ten laste van de Staat.

3.6 Eigen onderneming van schuldenaar

1. Indien de schuldenaar een eigen onderneming heeft of een zelfstandig beroep uitoefent, wordt deze onderneming of beroep gedurende de looptijd van de schuldsaneringsregeling beëindigd, tenzij de rechter-commissaris toestemming geeft tot (tijdelijke) voortzetting daarvan, bijvoorbeeld om lopende zaken te kunnen afhandelen of om een akkoord te kunnen aanbieden. Na afloop van de tijdelijke voorzetting beëindigt de schuldenaar de bedrijfs- of beroepsactiviteiten en zoekt hij een dienstverband in loondienst met inachtneming van de regels als vermeld onder artikel 3.5.
2. Tijdens de looptijd van de schuldsaneringsregeling start de schuldenaar niet met een eigen onderneming of begint hij niet met de uitoefening van een zelfstandig beroep, tenzij de rechter-commissaris hiervoor toestemming geeft.

3.7 Vrij te laten bedrag

1. Het vtlb wordt berekend aan de hand van de meest recente versie van het rapport van de werkgroep rekenmethode vtlb van Recofa. Deze berekening wordt uitgevoerd door middel van de zogeheten vtlb-calculator. De meest actuele versie van dit rapport en van deze calculator zijn op de site bureauwsnp.nl beschikbaar (vtlb calculator).
2. De bewindvoerder maakt bij of zo spoedig mogelijk na het huisbezoek de berekening van het vtlb en verstrekt dit aan de schuldenaar. Zo lang de schuldenaar nog niet over het eerste vltb beschikt, kan de bewindvoerder bepalen dat een deel van de bij aanvang van de schuldsanering tot de boedel behorende financiële middelen niet hoeft te worden afgedragen, voor zover dat noodzakelijk kan worden geacht om de kosten van levensonderhoud en vaste te lasten te voldoen.
3. Indien normbedragen wijzigen als gevolg van indexering, stuurt de bewindvoerder de schuldenaar zo spoedig mogelijk, maar in ieder geval bij het eerstvolgende verslag, een aangepaste berekening van het vtlb toe.
4. Iedere wijziging in het vtlb, anders dan als gevolg van een indexering, wordt in het verslag dat op deze periode betrekking heeft, besproken. Een nieuwe berekening van het vtlb wordt als bijlage bij het verslag gevoegd.
5. Indien de gemeenschap van goederen van tot de schuldsaneringsregeling toegelaten echtgenoten/partners wordt ontbonden, wordt voor ieder van de (voormalige) echtgenoten of (voormalige) partners een aparte boedelrekening geopend en wordt het actief zoals dat bestond op het moment van genoemde verbreking, verdeeld. Met ingang van het feitelijk uit elkaar gaan van de echtgenoten of de partners wordt voor beide echtgenoten of partners afzonderlijk het vtlb vastgesteld.
6. De bewindvoerder voegt bij alle verslagen de voor de schuldenaar op dat moment geldende berekening van het vtlb.
7. De bewindvoerder verzoekt de rechter-commissaris het vtlb bij beschikking vast te stellen. De rechter-commissaris kan ambtshalve of op gemotiveerd verzoek van de bewindvoerder aan het bepaalde in zijn beschikking voorwaarden verbinden of daaraan terugwerkende kracht verlenen. De bewindvoerder stuurt de schuldenaar een kopie van de beschikking toe, tenzij de hoogte van het door de rechter-commissaris vastgestelde vtlb niet afwijkt van de berekening van de bewindvoerder als bedoeld onder b. en de rechter- commissaris geen nadere voorwaarden heeft gesteld.

3.8 Controle en toezicht (fiscale) voorzieningen en fiscus

1. De bewindvoerder neemt het bepaalde in artikel 2.2 Leidraad Invordering 2008 en de daaruit voortvloeiende gevolgen in acht.

3.9 Verzoeken tot machtiging, goedkeuring of toestemming

1. Een verzoek tot machtiging, goedkeuring of toestemming wordt schriftelijk aan de rechter-commissaris gedaan. Indien in een spoedeisend geval op een mondeling verzoek mondelinge machtiging, goedkeuring of toestemming is verleend, bevestigt de bewindvoerder de verleende machtiging, goedkeuring of toestemming zo spoedig mogelijk schriftelijk aan de rechter-commissaris.
2. De bewindvoerder behoeft voor onderhandse verkoop van activa toestemming van de rechter-commissaris. Hiervoor is een model beschikbaar op de website bureauwsnp.nl.
3. Indien het verzoek strekt tot het verkrijgen van toestemming voor een activatransactie waarbij een onderneming geheel of gedeeltelijk wordt overgedragen, wordt bij het verzoek de conceptovereenkomst gevoegd.
4. Indien een machtiging tot procederen is verleend, zendt de bewindvoerder aan de rechter-commissaris een kopie toe van ieder vonnis dat naar aanleiding van de verleende machtiging tot procederen is gewezen.
5. Een verzoek tot betaling van de boedelrekening, wordt alleen gehonoreerd wanneer het saldo toereikend is.

3.10 Uitdelingslijst

1. Bij het opstellen van de slotuitdelingslijst wordt gebruik gemaakt van het op de site bureauwsnp.nl beschikbaar gestelde model.
2. Griffierecht voor nederlegging van de uitdelingslijst wordt in rekening gebracht per insolventienummer.

3.11 Financieel Eindverslag

Bij het eindverslag wordt een financieel eindverslag ingediend en wordt verzocht om vaststelling van het bewindvoerderssalaris. Daarnaast wordt een berekening van de bewindvoerdersvergoeding bijgevoegd.

4 EINDE VAN DE SCHULDSANERINGSREGELING

4.1 Het akkoord

1. De bewindvoerder onderzoekt zo spoedig mogelijk, ambtshalve en in overleg met schuldenaar, de mogelijkheden voor de schuldenaar tot het aanbieden van een akkoord. De bewindvoerder is de schuldenaar daarbij binnen redelijke grenzen behulpzaam. Indien de schuldenaar zelf een akkoord aanbiedt, is de bewindvoerder verplicht hem alle benodigde informatie voor het aanbieden daarvan te verstrekken.
2. De schuldenaar kan het akkoord in ieder stadium van de schuldsaneringsregeling aanbieden, ook na de verificatievergadering en nadat een eerder akkoord is verworpen of de homologatie daarvan is geweigerd.
3. Indien mogelijk stelt de schuldenaar of de bewindvoerder gelijktijdig met het verzoek tot het bepalen van een dag en tijdstip voor de verificatievergadering, de rechter-commissaris ervan op de hoogte dat een akkoord zal worden aangeboden.
4. Indien de bewindvoerder het akkoord namens de schuldenaar aanbiedt, informeert hij de schuldeisers over de inhoud daarvan en licht hij gemotiveerd toe of zij als gevolg van het akkoord een naar verwachting hogere of gelijke uitkering zullen ontvangen dan zij bij voortzetting van de schuldsaneringsregeling aan het einde van de schuldsaneringsregeling zouden ontvangen.
5. De schuldeisers ontvangen een volmacht om over het akkoord te stemmen volgens het op de site bureauwsnp.nl beschikbaar gestelde model (volmacht akkoord).
6. Het ontwerp van het akkoord wordt gelijktijdig met het indienen van de lijsten van voorlopig erkende en betwiste vorderingen aan de rechter-commissaris overgelegd, met het verzoek dit ter griffie neer te leggen. De bewindvoerder dient tegelijkertijd zijn eindverslag in. Het ontwerpakkoord wordt ten minste vijftien dagen voorafgaande aan de verificatievergadering ter griffie gedeponeerd.
7. Uiterlijk de dag voor de zitting verstrekt de schuldenaar of de bewindvoerder aan de rechter-commissaris lijsten met voorlopig erkende en betwiste vorderingen als bedoeld in artikel 112 Fw, waarop staat aangegeven welke schuldeisers machtiging hebben verleend om voor of tegen het akkoord te stemmen. Bij de lijsten van voorlopig erkende en betwiste vorderingen zijn originele machtigingen of kopieën daarvan gevoegd. De volmachten worden in de rechterbovenhoek genummerd overeenkomstig de nummering van de lijsten van voorlopig erkende en betwiste vorderingen.
8. De bewindvoerder en de schuldenaar zijn aanwezig bij de behandeling van het akkoord ter verificatievergadering. Voor zover de originele machtigingen niet zijn overgelegd, worden deze ter zitting alsnog overgelegd.
9. Tijdens de behandeling van het akkoord licht de schuldenaar of de bewindvoerder toe waarom het akkoord kan worden Daarbij kunnen de eerder overgelegde lijsten van voorlopig erkende en betwiste vorderingen worden aangevuld.
10. De homologatie van het akkoord kan op een pro forma-zitting worden geagendeerd, indien:
    • de bewindvoerder heeft laten weten de rechtbank positief te zullen adviseren over de homologatie van het akkoord, en
    • de rechter-commissaris de rechtbank zal voorstellen het akkoord te homologeren en het salaris van de bewindvoerder vast te stellen overeenkomstig het bij het eindverslag ingediende verzoek.               Voorafgaande aan de homologatiezitting deelt de bewindvoerder de rechtbank schriftelijk mee dat hij de voor het akkoord benodigde gelden onder zich heeft.
11. Indien de bewindvoerder het akkoord namens de schuldenaar aanbiedt, kan de rechtbank hem daarvoor een additioneel salaris van € 500,00 exclusief omzetbelasting toekennen. Het gehele bedrag inclusief omzetbelasting dient in het akkoord te worden betrokken en kan niet in de vorm van subsidie bij de Raad voor Rechtsbijstand gedeclareerd worden.

4.2 Tussentijdse beëindiging en faillissement van rechtswege

1. Indien een schuldsaneringsregeling wordt beëindigd, blijft een faillissement niettemin achterwege indien de te verwachten kosten van het faillissement en de te verwachten uitkering aan schuldeisers als een faillissement wordt uitgesproken, niet in een redelijke verhouding tot elkaar staan.
2. In dat geval vindt vereffening van de boedel plaats volgens de regels van de schuldsaneringsregeling.

4.3 Uitdeling bij een resterend actief van minder dan € 2.000,00

Indien het griffierecht, verschuldigd voor deponeren van de (slot) uitdelingslijst niet (volledig) uit de boedel kan worden voldaan, komt dat (deels) ten laste van de Staat.

5 SALARIS VAN DE BEWINDVOERDER

5.1 Vergoedingssystematiek

Voor zaken die zijn aangevangen vanaf 1 oktober 2013 geldt de vergoedingssystematiek zoals beschreven in het Besluit vergoeding bewindvoerder schuldsanering (verder te noemen het Vergoedingenbesluit). Voor deze zaken gelden afzonderlijke richtlijnen ter zake de vergoeding en het salaris van de bewindvoerder.

Voor zaken die vóór 1 oktober 2013 zijn aangevangen geldt de vergoedingssystematiek zoals beschreven in het Besluit salaris bewindvoerder schuldsanering.

5.2 Verzoek vergoeding

Een verzoek tot vaststelling van het salaris van de bewindvoerder wordt gedaan door middel van het op de site www.bureauwsnp.nl beschikbaar gestelde model. Voor de zaken van vóór 1 oktober 2013 en van na 1 oktober 2013 zijn afzonderlijke modellen beschikbaar.

5.3 Voorschot op de vergoeding

In het toelatingsvonnis wordt opgenomen dat, indien sprake is van een toereikend actief, gedurende de looptijd van de schuldsaneringsregeling aan de bewindvoerder een voorschot op het salaris wordt toegekend overeenkomstig het van toepassing zijnde besluit.

5.4 Vaststelling van de vergoeding

1. De vergoeding van de bewindvoerder wordt vastgesteld op basis van het toepasselijke besluit.
2. Indien de schuldsaneringsregeling door nalatigheid van de bewindvoerder langer duurt dan de vastgestelde looptijd, kan de rechtbank bepalen dat met ingang van de tweede maand na het verstrijken van die looptijd aan de bewindvoerder geen looptijdafhankelijk bedrag meer wordt toegekend.
3. In geval van toepassing van het Vergoedingenbesluit berekent de rechtbank de totale vergoeding en stelt het salaris vast. Wanneer het boedelsaldo niet toereikend is voor betaling van de gehele vergoeding, kan de bewindvoerder bij de Raad voor Rechtsbijstand een verzoek tot aanvullende subsidie indienen. Dergelijke verzoeken kunnen niet worden ingediend wanneer een schuldsaneringsregeling beëindigd wordt op grond van homologatie van een akkoord, omzetting in een faillissement of in geval van een beëindiging met uitdeling aan de schuldeisers.
4. Wordt de gemeenschap van goederen van tot de schuldsaneringsregeling toegelaten echtgenoten/partners ontbonden, dan worden de regelingen van beide schuldenaren vanaf de maand waarin zij geen gezamenlijke huishouding meer voeren, gezien als een enkelvoudige zaak. Voor zowel het looptijdonafhankelijke bedrag als het looptijdafhankelijke bedrag wordt vanaf die maand uitgegaan van de bedragen die gelden voor een enkelvoudige zaak.

5.5 Reis- en portokosten in zaken van voor 1 oktober 2013

1. De reiskosten van de bewindvoerder zijn boedelkosten en kunnen worden gedeclareerd op grond van het reiskostenbesluit.
2. Voor zover de postblokkade langer dan dertien maanden heeft geduurd, zijn de portokosten over de langere periode eveneens boedelkosten.

5.6 Verzoek om toekenning extra vergoeding

Het verzoek om toekenning van een extra vergoeding wordt afzonderlijk gedaan, bij voorkeur vóórdat de werkzaamheden zijn uitgevoerd en uiterlijk bij het eindverslag.

Extra vergoeding in geval van extra uren

1. Indien een bewindvoerder meer uren dan het gemiddelde aantal standaard uren – namelijk 36 uur voor particulieren en 56 uur voor ex-ondernemers – aan de schuldsaneringsregeling heeft besteed, kan hem op verzoek (in zaken na 1 oktober 2013 ingevolge artikel 3 Besluit vergoeding bewindvoerder schuldsanering) een extra vergoeding worden toegekend, mits de overschrijding is veroorzaakt door een uitzonderlijk hoge juridische of sociaal maatschappelijke complexiteit.
2. Indien de bewindvoerder tevens advocaat is, wordt bij de berekening van deze extra vergoeding ten hoogste het basisuurtarief als bedoeld in artikel 4 van de Recofa-richtlijnen voor faillissementen en surseances van betaling gehanteerd.

Voor andere bewindvoerders wordt bij de berekening van de extra vergoeding ten hoogste dit basisuurtarief vermenigvuldigd met de factor 0,6 gehanteerd.

3. Indien hoger beroep bij het gerechtshof is ingesteld kan aan de bewindvoerder op verzoek een extra vergoeding worden toegekend
4. Deze extra vergoeding wordt berekend conform de methode als genoemd onder b en wordt toegekend voor 6 uur bij zitting indien de bewindvoerder bij de zitting aanwezig is geweest en 4 uur zonder zitting (voor koppels geldt factor 1.5 dus 9 uur bij zitting indien de bewindvoerder bij de zitting aanwezig is geweest en 6 uur zonder zitting). Wanneer er meer dan 50 km enkele reis wordt gereisd voor het bijwonen van de zitting bij het hof, geldt een extra reiskostenvergoeding per km boven de genoemde 50 km.

5. Indien de bewindvoerder werkzaamheden verricht bij de verkoop van een woning, kan hem op verzoek een forfaitair bedrag van € 1.000,00 exclusief omzetbelasting (maar nooit meer dan de boedelbijdrage) aan extra vergoeding worden toegekend, mits de bewindvoerder een bijdrage voor de boedel bedongen heeft conform de Separatistenregeling van tenminste hetzelfde bedrag. De betreffende werkzaamheden hoeven niet met uren onderbouwd te worden.

De rechtbank bepaalt bij het berekenen van de totale vergoeding of aan alle gestelde eisen is voldaan.

6 AFDEKKING VAN AANSPRAKELIJKHEID

6.1 Verplichting tot het afsluiten van een beroepsaansprakelijkheidsverzekering

Elke (advocaat-)bewindvoerder draagt zorg voor het afsluiten van een beroepsaansprakelijkheids-verzekering ter dekking van zijn aansprakelijkheid én die van zijn kantoorgenoten en aan zijn kantoor verbonden medewerkers, die bij de afwikkeling van de schuldsaneringsregeling zijn betrokken.

7 SLOTBEPALING

7.1 Inwerkingtreding

Deze richtlijnen treden in werking op 1 juli 2023.

7.2 Vervanging

Deze Recofa-richtlijnen vervangen de bestaande Recofa-richtlijnen voor schuldsaneringsregelingen.