In Wsnp na bestendige gedragsverandering
Gerechtshof vernietigt een verzoek tot afwijzing en laat schuldenaar toe tot de Wsnp. Schuldenaar was niet ter goeder trouw ten aanzien van ontstaan van schulden en onbetaald laten daarvan, maar heeft inmiddels voldoende grip op omstandigheden die daartoe leidden.
Schulden niet ter goeder trouw ontstaan
Schuldenaar, voormalig zelfstandig ondernemer, heeft vooral zakelijke schulden. Deze ontstonden door een verslaving, veroorzaakt door druk van het werk in combinatie met de opvoeding van een pasgeboren kind. Als gevolg hiervan diende schuldenaar onder andere twee jaar geen aangifte voor de inkomstenbelasting in. Schulden ontstaan door verslavingsproblematiek zijn niet te goeder trouw ontstaan.
Weigeringsgrond art. 288 Fw niet van toepassing
Maar bewust van de noodzaak tot verandering nam schuldenaar diverse maatregelen. Daarom denkt deze persoon aanspraak te kunnen maken op de hardheidsclausule.
De voormalig ondernemer liet zich uitschrijven bij de KvK, vroeg en kreeg beschermingsbewind en verslavingsbehandeling. Deze is volgens een daar werkende psycholoog succesvol afgerond. Sindsdien, eind 2019, is schuldenaar verslavingsvrij. Ook zijn er, ondanks beslag op de uitkering, geen nieuwe schulden ontstaan. De beschermingsbewindvoerder heeft dit schriftelijk en op zitting verklaard en toegelicht, evenals dat schuldenaar zich houdt aan afspraken en goed meewerkt aan het beschermingsbewind.
Schuldenaar wil zich verder inspannen om arbeidsgeschikt te worden en zal daarom een (EMDR)therapie ondergaan i.v.m. een trauma. Al deze maatregelen maken weigeringsgrond artikel 288, eerste lid, aanhef en onder b Fw daarom niet van toepassing, aldus schuldenaar. Ook het hof vertrouwt erop dat, zeker als deze therapie succesvol is afgerond, schuldenaar aan de verplichtingen van de Wsnp kan voldoen. Een keuringsarts kan verder bepalen in welke mate zij van de inspanningsplicht moet worden ontheven.
Conclusie
Het Gerechtshof vertrouwt erop dat bij schuldenaar sprake is van een bestendige gedragsverandering. Op grond van de hardheidsclausule laat het hof schuldenaar toe tot de Wsnp.
Documentsoort
- Uitspraken en jurisprudentie
Trefwoorden
- Gerechtshof
- Goeder trouw
- Hardheidsclausule (288 lid 3 Fw)
- Rechtspraak
Gerelateerd
De rechtbank wijst het verzoek van de schuldenaren, om te worden toegelaten tot de Wsnp, af en motiveert dat als volgt.
De rechtbank wijst het verzoek om toelating tot de Wsnp af, vanwege het ontbreken van de goede trouw. Ook een beroep op de hardheidsclausule mislukt. De rechtbank geeft verzoekster mee dat zij, gelet op de zware verplichtingen die de Wsnp met ...
Hardheidsclausule (art. 288 lid 3 Fw) in hoger beroep toegepast in omzetting faillissement naar Wsnp (art. 15b Fw). Verzoek was in eerste aanleg afgewezen vanwege o.a. zakelijke schulden niet te goeder trouw.