1.1 Inleiding Algemeen
Vtlb rapport januari 2024
Inhoud
- Colofon
- 1.Algemeen
- 2.De berekening van het vrij te laten bedrag en de afloscapaciteit
- 3.De beslagvrije voet volgens art. 475da Rv
- 3.1De verschillende leefsituaties
- 3.2De verschillende groepen schuldenaren op basis van het belastbaar inkomen
- 3.3Verhoging beslagvrije voet voor woonkosten
- 3.4Verlaging van de beslagvrije voet in verband met privégebruik auto van de zaak (artikel 475db lid 1c)
- 3.5Artikel 475db lid 1a Rv – Aftrek van inkomsten partner
- 4.Reserverings-en arbeidstoeslag, correctie voor Eigen Risico zorgverzekering en correctie voor PGL-norm
- 5.Kosten waarvoor gecorrigeerd kan worden door de rechter-commissaris
- 5.1Correctie individuele lasten
- 5.2Correctie woonlasten boven maximale bedrag voor huurtoeslag en niet gecorrigeerd in de beslagvrije voet
- 5.3Gemeente- en waterschapsbelastingen
- 5.4Ziektekosten
- 5.5Kosten auto en vervoer
- 5.6Studiekosten van kinderen van de schuldenaar
- 5.7Kosten kinderopvang
- 5.8Alimentatie, co ouderschap en omgangsregeling
- 5.9Correctie voor kosten budgetbeheer, budgetbegeleidingen en beschermingsbewind
- 5.10Overige correcties
- 5.11Geen correcties
- 6.Inkomsten
- 6.1Inkomsten die wel als inkomen worden aangemerkt
- 6.1.1Inkomsten in verband met meerderjarige inwoners
- 6.1.2Verdeling heffingskortingen
- 6.1.3Belastingaftrek specifieke ziektekosten/ Tegemoetkoming Specifieke Ziektekosten (TSZ)
- 6.1.4Tegemoetkoming arbeidsongeschikten en individuele inkomenstoeslag
- 6.1.5Inkomen van zzp’ers en andere zelfstandig ondernemers zijnde een natuurlijk persoon
- 6.2Inkomsten die niet als inkomen worden aangemerkt
- 6.2.1Nabestaanden- en wezen uitkering
- 6.2.2Kinderbijslag
- 6.2.3Bijzondere bijstand
- 6.2.4Studiefinanciering voor schuldenaar en/of partner
- 6.2.5Uitkeringen op grond van de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten
- 6.2.6Kindgebonden budget (KGB)
- 6.2.7Zorgtoeslag
- 6.2.8Inkomsten uit overwerk
- 6.2.9Vakantiegeld, eindejaarsuitkering, tijdsparen, uitbetaalde vakantiedagen, individueel keuzebudget
- 6.2.10Pleegkindvergoeding
- 6.2.11Persoonsgebonden budget (PGB)
- 6.2.12Onkostenvergoeding voor internationale chauffeurs
- 6.2.13thuiswerkkostenvergoeding
- 6.1Inkomsten die wel als inkomen worden aangemerkt
- 7.Overheveling
- Bijlage 1: De werking van de Vtlb-Calculator
- Bijlage 2: normbedragen
1.1 Inleiding Algemeen
De Werkgroep Rekenmethode vtlb van Recofa (het landelijk overlegorgaan van rechters-commissarissen in faillissementen) is eind 2000 voor het eerst samengekomen. Taak van deze werkgroep was het ontwerpen van een uniforme rekenmethode voor de berekening van het vrij te laten bedrag (vtlb) in wettelijke schuldsaneringen, welke aansloot bij de NVVK (Nederlandse Vereniging voor Volkskrediet)-methode.
Wanneer een persoon wordt toegelaten tot de Wet schuldsanering natuurlijke personen (Wsnp), valt in principe al het inkomen boven de beslagvrije voet in de boedel (artikel 295 Faillissementswet). De leden twee en drie van dit artikel bepalen dat de schuldenaar van zijn inkomsten de beslagvrije voet mag behouden, evenals een door de rechter-commissaris vastgesteld nominaal bedrag.
Dit betekent dat al het inkomen in de boedel valt op enkele, in het rapport genoemde, uitzonderingen na. Ook inkomensbestanddelen waarvoor een zo genoemd beslagverbod geldt, vallen in de boedel. Het is dus niet zo dat die inkomsten bovenop het berekende vtlb door de schuldenaar mogen worden behouden; die inkomsten worden geacht deel uit te maken van het inkomen waarvan alleen het vtlb behouden mag worden. Of dit nominale bedrag werd vastgesteld en zo ja, hoe hoog, werd overgelaten aan het beleid van de rechter-commissaris. Dit hield in dat de berekening van het vtlb per rechtbank kon verschillen met rechtsongelijkheid, onduidelijkheid bij betrokken instanties (schuldhulpverleners, bewindvoerders, etc.) en tijdrovende berekeningen als gevolg. Om hier meer eenheid in te brengen is de Werkgroep Rekenmethode samengesteld. De rekenmethode zoals beschreven in dit rapport wordt gevolgd door alle rechtbanken en instellingen die lid zijn van de NVVK.
Per 1 juli 2023 is de standaardtermijn van de schuldsaneringsregeling in het wettelijke en minnelijk traject gewijzigd van 36 naar 18 maanden. Voor schuldenaren die hun vakantiegeld eenmaal per jaar uitbetaald krijgen valt deze uitbetaling dan één of twee keer in de regeling, afhankelijk van de maand van de toelating. Hetzelfde geldt voor schuldenaren die een eindejaarsuitkering in december ontvangen.
De werkgroep Vtlb heeft het besluit genomen dat bij een looptijd van 18 maanden voor de afdracht wordt uitgegaan van 18 maal het inkomen exclusief vakantiegeld en 18 maal het opgebouwde vakantiegeld en – indien van toepassing- de opgebouwde eindejaarsuitkering. De uitwerking hiervan staat beschreven in paragraaf 6.2.9.
Voor de berekening van het vtlb is software ontwikkeld die kan worden gedownload van de website van Bureau Wsnp.
De werkgroep heeft personele en financiële bijstand gekregen van de Raad voor Rechtsbijstand ‘s‑Hertogenbosch. Het Bureau Wsnp (onderdeel van deze Raad) levert de secretaris en financiert de ontwikkeling en het onderhoud van de software. De werkgroep kan verder gebruik maken van de expertise van het Nibud en de ervaringen van Wsnp-bewindvoerders en NVVK-leden.
De software wordt getest door o.a. medewerkers van enkele rechtbanken, enkele bewindvoerders en schuldhulpverleners en door stafmedewerkers van de NVVK en het Bureau Wsnp die samen een testgroep vormen.