6.2.8 Inkomsten uit overwerk
Vtlb rapport januari 2023
Inhoud
- Colofon
- 1.Algemeen
- 2.De berekening van het vrij te laten bedrag en de afloscapaciteit
- 3.De beslagvrije voet volgens art. 475da Rv
- 3.1De verschillende leefsituaties
- 3.2De verschillende groepen schuldenaren op basis van het belastbaar inkomen
- 3.3Verhoging beslagvrije voet voor woonkosten
- 3.4Verlaging van de beslagvrije voet in verband met privégebruik auto van de zaak (artikel 475db lid 1c)
- 3.5Artikel 475db lid 1a Rv – Aftrek van inkomsten partner
- 4.Reserverings-en arbeidstoeslag, correctie voor Eigen Risico zorgverzekering en correctie voor PGL-norm
- 5.Kosten waarvoor gecorrigeerd kan worden door de rechter-commissaris
- 5.1Correctie individuele lasten
- 5.2Correctie woonlasten boven maximale bedrag voor huurtoeslag en niet gecorrigeerd in de beslagvrije voet
- 5.3Gemeente- en waterschapsbelastingen
- 5.4Ziektekosten
- 5.5Kosten auto en vervoer
- 5.6Studiekosten van kinderen van de schuldenaar
- 5.7Kosten kinderopvang
- 5.8Alimentatie, co ouderschap en omgangsregeling
- 5.9Correctie voor kosten budgetbeheer, budgetbegeleidingen en beschermingsbewind
- 5.10Overige correcties
- 5.11Geen correcties
- 6.Inkomsten
- 6.1Inkomsten die wel als inkomen worden aangemerkt
- 6.1.1Inkomsten in verband met meerderjarige inwoners
- 6.1.2Verdeling heffingskortingen
- 6.1.3Belastingaftrek specifieke ziektekosten/ Tegemoetkoming Specifieke Ziektekosten (TSZ)
- 6.1.4Tegemoetkoming arbeidsongeschikten en individuele inkomenstoeslag
- 6.1.5Inkomen van zzp’ers en andere zelfstandig ondernemers zijnde een natuurlijk persoon
- 6.2Inkomsten die niet als inkomen worden aangemerkt
- 6.2.1Nabestaanden- en wezenuitkering
- 6.2.2Kinderbijslag
- 6.2.3Bijzondere bijstand
- 6.2.4Studiefinanciering voor schuldenaar en/of partner
- 6.2.5Uitkeringen op grond van de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten
- 6.2.6Kindgebonden budget (KGB)
- 6.2.7Zorgtoeslag
- 6.2.8Inkomsten uit overwerk
- 6.2.9Vakantiegeld, tijdsparen, uitbetaalde vakantiedagen, individueel keuzebudget
- 6.2.10Pleegkindvergoeding
- 6.2.11Persoonsgebonden budget (PGB)
- 6.2.12Onkostenvergoeding voor internationale chauffeurs
- 6.2.13thuiswerkkostenvergoeding
- 6.1Inkomsten die wel als inkomen worden aangemerkt
- 7.Overheveling
- Bijlage 1: De werking van de Vtlb-Calculator
- Bijlage 2: normbedragen
6.2.8 Inkomsten uit overwerk
Onder overwerk wordt verstaan: werkzaamheden verricht bovenop de werkzaamheden op basis van een dienstverband dat bij de betreffende werkgever als fulltime geldt. Deze werkzaamheden naast de fulltimebaan kunnen bij dezelfde werkgever worden verricht, maar kunnen ook bij een andere werkgever worden verricht.
Inkomsten uit overwerk die het vtlb niet overstijgen mogen geheel behouden worden, men heeft immers recht op het maandelijks vtlb. Zodra deze inkomsten uit overwerk het vtlb overstijgen geldt de volgende, specifieke regel.
De rechter-commissaris kan toestemming geven de inkomsten uit overwerk boven het vtlb voor 50% vrij te laten. Deze 50%-regel geldt voor alle soorten overwerk, zowel incidenteel als structureel en wordt niet pas na een bepaalde periode overwerk toegepast. Schuldenaren kunnen niet worden verplicht overwerk te verrichten.
Wanneer een schuldenaar een AOW-uitkering ontvangt en daarnaast inkomsten uit werk heeft, dan worden de inkomsten uit dat werk ook als overwerk beschouwd.
Ontvangt een schuldenaar een mantelzorgcompliment naast een fulltime dienstverband, dan moet dit mantelzorgcompliment ook als overwerk worden behandeld.
Voorbeeld
Een schuldenaar van 69 jaar ontvangt een AOW-uitkering van € 1.350,-. Hij werkt nog 8 uur per week en ontvangt netto inkomsten uit arbeid van € 500,-. Zijn Vtlb bedraagt € 1.550,-. Welk bedrag dient hij maandelijks af te dragen?
Antwoord: € 150,-. De inkomsten uit werk van € 500,- worden beschouwd als overwerk. Daarvan overstijgen de eerste € 200,- het vtlb niet. De resterende € 300,- overstijgt het vtlb wél en daarvan mag – na toestemming rc – 50% worden behouden en moet dus ook 50% worden afgedragen