5.1 Correctie individuele lasten
Vtlb rapport januari 2023
Inhoud
- Colofon
- 1.Algemeen
- 2.De berekening van het vrij te laten bedrag en de afloscapaciteit
- 3.De beslagvrije voet volgens art. 475da Rv
- 3.1De verschillende leefsituaties
- 3.2De verschillende groepen schuldenaren op basis van het belastbaar inkomen
- 3.3Verhoging beslagvrije voet voor woonkosten
- 3.4Verlaging van de beslagvrije voet in verband met privégebruik auto van de zaak (artikel 475db lid 1c)
- 3.5Artikel 475db lid 1a Rv – Aftrek van inkomsten partner
- 4.Reserverings-en arbeidstoeslag, correctie voor Eigen Risico zorgverzekering en correctie voor PGL-norm
- 5.Kosten waarvoor gecorrigeerd kan worden door de rechter-commissaris
- 5.1Correctie individuele lasten
- 5.2Correctie woonlasten boven maximale bedrag voor huurtoeslag en niet gecorrigeerd in de beslagvrije voet
- 5.3Gemeente- en waterschapsbelastingen
- 5.4Ziektekosten
- 5.5Kosten auto en vervoer
- 5.6Studiekosten van kinderen van de schuldenaar
- 5.7Kosten kinderopvang
- 5.8Alimentatie, co ouderschap en omgangsregeling
- 5.9Correctie voor kosten budgetbeheer, budgetbegeleidingen en beschermingsbewind
- 5.10Overige correcties
- 5.11Geen correcties
- 6.Inkomsten
- 6.1Inkomsten die wel als inkomen worden aangemerkt
- 6.1.1Inkomsten in verband met meerderjarige inwoners
- 6.1.2Verdeling heffingskortingen
- 6.1.3Belastingaftrek specifieke ziektekosten/ Tegemoetkoming Specifieke Ziektekosten (TSZ)
- 6.1.4Tegemoetkoming arbeidsongeschikten en individuele inkomenstoeslag
- 6.1.5Inkomen van zzp’ers en andere zelfstandig ondernemers zijnde een natuurlijk persoon
- 6.2Inkomsten die niet als inkomen worden aangemerkt
- 6.2.1Nabestaanden- en wezenuitkering
- 6.2.2Kinderbijslag
- 6.2.3Bijzondere bijstand
- 6.2.4Studiefinanciering voor schuldenaar en/of partner
- 6.2.5Uitkeringen op grond van de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten
- 6.2.6Kindgebonden budget (KGB)
- 6.2.7Zorgtoeslag
- 6.2.8Inkomsten uit overwerk
- 6.2.9Vakantiegeld, tijdsparen, uitbetaalde vakantiedagen, individueel keuzebudget
- 6.2.10Pleegkindvergoeding
- 6.2.11Persoonsgebonden budget (PGB)
- 6.2.12Onkostenvergoeding voor internationale chauffeurs
- 6.2.13thuiswerkkostenvergoeding
- 6.1Inkomsten die wel als inkomen worden aangemerkt
- 7.Overheveling
- Bijlage 1: De werking van de Vtlb-Calculator
- Bijlage 2: normbedragen
5.1 Correctie individuele lasten
De compensatiekop van de beslagvrije voet wordt berekend op basis van fictieve bedragen voor de kosten van de ziektekostenverzekering, voor de woonkosten en daarnaast het ontvangen bedrag aan kindgebonden budget voor 2 kinderen onder de 12 jaar. Deze bedragen zijn aannames op basis van het fiscaal inkomen. Deze bedragen wijken in veel gevallen af van de daadwerkelijke lasten van schuldenaar en/of van het aantal en leeftijd van de kinderen. In het nominaal bedrag wordt hiervoor gecorrigeerd.
Deze correctie wordt bij de individuele lasten (A) in het nominaal bedrag berekend en gebeurt als volgt:
- Ziektekosten: premie ziektekostenverzekering minus ontvangen zorgtoeslag minus normpremie.
- Woonlasten: huurlasten plus servicekosten minus ontvangen huurtoeslag minus normhuur (horend bij de leeftijd) of hypotheekrente koopwoning plus overige kosten minus normhuur.
- Kindgebonden budget: maximale bedrag gezien leefsituatie, aantal kinderen en leeftijd kinderen minus werkelijk ontvangen bedrag kindgebonden budget*.
Deze drie correcties worden bij elkaar opgeteld en dit geeft bij het nominaal bedrag het totaalbedrag aan correcties (A) op basis van de werkelijke kosten.
In de compensatiekop wordt de schuldenaar echter al gecompenseerd voor (een deel van) genoemde bedragen. Daarom wordt van het totaalbedrag aan correcties (A) zoals hierboven berekend afgetrokken de compensatiekop (B) van de beslagvrije voet.
Het verschil dat overblijft is dus wat de compensatiekop als het ware te weinig (en soms te veel) compenseert, uitgaande van een volwaardig niveau van 95% van de PW norm gecorrigeerd voor individuele lasten. Dit verschil vormt de ‘correctie individuele lasten’.
Dit zal vaak een positief bedrag zijn, maar (!) kan ook negatief zijn. Verder is het zo dat een negatieve correctie op 1 onderdeel een positieve correctie op een ander punt kan verlagen.
Bij een positieve ‘correctie individuele lasten’ wordt dit bedrag bij de beslagvrije voet en de overige nominale correcties opgeteld waardoor het vltb hoger uitvalt.
Maar dit kan ook een negatief bedrag zijn. Het negatieve bedrag bij 'correctie individuele lasten' wordt dan in mindering gebracht op de (eventuele) andere nominale correcties. Hierdoor kan het voorkomen dat het totale bedrag van alle nominale correcties negatief is. Mocht dit zich voordoen, dan wordt als ondergrens voor het nominale bedrag 0 aangehouden en zal het vrij te laten bedrag inclusief vakantiegeld gelijk zijn aan de beslagvrije voet. Alleen het inkomen boven de beslagvrije voet valt dan in de boedel.
De correctieposten zijn standaard op ‘ja’ ingesteld om de werkelijke kosten met de fictieve kosten te kunnen vergelijken. Slechts in uitzonderlijke gevallen kan per onderdeel van de individuele lasten de correctie uitgevinkt worden als daartoe aanleiding is.
Ook als er geen of geringe woonlasten zijn wordt dit in deze correctie verwerkt. De voormalige correctiepost ‘woonlasten onder minimum normhuur’ is hierdoor komen te vervallen.
Het bovenstaande geldt ook voor kinderen die uit huis zijn geplaatst en voor wie de ouders minstens € 488,- per kwartaal bijdragen aan het onderhoud van het kind, bijvoorbeeld in de vorm van reiskosten, kleding of hulpmiddelen. Ook deze ouders kunnen namelijk aanspraak maken op kindgebonden budget en kinderbijslag. In dat geval moet het uithuisgeplaatste kind in de calculator ingevoerd worden als zijnde een inwonend kind.
Als er sprake is van een paar, geen gemeenschap van goederen wordt het bedrag van de correctie naar rato van de beslagvrije voet verdeeld.