Afwijzing verzoek Wsnp, beroep op hardheidsclausule mislukt
De rechtbank wijst het verzoek om toelating tot de Wsnp af, vanwege het ontbreken van de goede trouw. Ook een beroep op de hardheidsclausule mislukt. De rechtbank geeft verzoekster mee dat zij, gelet op de zware verplichtingen die de Wsnp met zich meebrengt, eerst aan de stabilisatie van haar situatie dient te werken.
Verzoekster heeft in de periode juli 2021 tot en met juli 2022 de informatieplicht geschonden waardoor schulden bij de gemeente zijn ontstaan. Deze schuld wordt aangemerkt als niet te goeder trouw ontstaan, en dat in de drie jaar voorafgaand aan indiening van het verzoekschrift.
Verzoekster doet een beroep op de hardheidsclausule maar dat mag haar niet baten. Onder verwijzing naar de wetsgeschiedenis overweegt de rechtbank dat iemand die een beroep doet op de hardheidsclausule, zal moeten aantonen dat het hem in minder dan drie jaar gelukt is om zijn gedrag wezenlijk te veranderen en om voor zichzelf een stabiele situatie te creëren die heel anders is dan de situatie waarin hij zich bevond op het moment dat hij niet te goeder trouw handelde bij het aangaan of onbetaald laten van schulden. Een dergelijke verandering is moeilijk te realiseren binnen zo een korte periode. Daarom zal de hardheidsclausule ook alleen in duidelijke uitzonderingsgevallen worden toegepast, aldus de rechtbank in ro. 2.5. Het feit dat verzoekster thans onder beschermingsbewind staat en naar eigen zeggen 'haar lesje geleerd heeft' acht de rechtbank onvoldoende om het beroep op de hardheidsclausule tóch te honoreren.
Tot slot is door verzoekster niet voldoende aannemelijk gemaakt dat haar persoonlijke situatie voldoende bestendig is om de uit de schuldsaneringsregeling voortvloeiende verplichtingen naar behoren na te komen. De rechtbank acht onvoldoende bewezen dat verzoekster geschikt is om toegelaten te worden tot het zware schuldsaneringstraject, en wijst het verzoek dan ook af.
Organisatie
- Rechtbank Limburg
Documentsoort
- Uitspraken en jurisprudentie
Trefwoorden
- Goeder trouw
- Hardheidsclausule (288 lid 3 Fw)
- Rechtbank
- Rechtspraak
Gerelateerd
Weigering toelating tot Wsnp. De situatie is niet stabiel genoeg en daarnaast zijn er schulden niet te goeder trouw ontstaan. Evenmin is er sprake van een wending ten goede, zodat een beroep op de hardheidsclausule evenmin slaagt.
Verzamelde uitspraken waarin het verzoek om toelating tot de Wsnp wordt afgewezen, omdat onder andere de goede trouw ten aanzien van het ontstaan en/of onbetaald laten van de schulden ontbreekt.
Verzamelde uitspraken waarbij er eigenlijk contra-indicaties zijn voor wat betreft toelating tot de Wsnp, maar waarbij de verzoeker 'een wending ten goede' heeft gemaakt en met een beroep op de hardheidsclausule tóch wordt toegelaten.