Vtlb per januari 2023
Het vtlb wijzigt per januari 2023 op een aantal punten. Dit betekent dat in alle Wsnp-zaken het vtlb zo snel mogelijk, en uiterlijk 1 maart 2023, herberekend moet worden. Hieronder beschrijven we de wijzigingen en welke acties dit tot gevolg heeft.
Stijging beslagvrije voet en verhoging van de toeslagen
Het kabinet heeft een aantal maatregelen genomen om de koopkracht van de lage inkomens per januari 2023 te verbeteren. Dit heeft ook gevolgen voor de beslagvrije voet en het vtlb. Het minimumloon gaat per januari 2023 met ruim 10% omhoog. Ook de gekoppelde uitkeringen (zoals de bijstand en de AOW) stijgen hierdoor en daarmee ook de beslagvrije voet. We verwachten dat de beslagvrije voet van een schuldenaar in groep 1 stijgt met ongeveer € 90 per maand als het een alleenstaande betreft, en met € 130 per maand als het een paar betreft. Daarnaast stijgen ook de maximale bedragen van de zorgtoeslag, huurtoeslag, kindgebonden budget en kinderopvangtoeslag. De maximale beslagvrije voet (voor schuldenaren in groep 3) stijgt met € 160 voor een alleenstaande, en met € 220 voor een paar. Het nominale bedrag kan in sommige berekeningen iets dalen.
Om de schuldenaar zo snel mogelijk te laten profiteren van de verhoging van de beslagvrije voet, moet het vtlb herberekend worden. Hiervoor hebt u in ieder geval nodig:
- de nieuwe premie ziektekosten;
- de nieuwe huurprijs (als deze wijzigt per januari);
- de beschikkingen van de toeslagen 2023; en
- de nieuwe inkomensstroken.
We adviseren u deze papieren in december alvast op te vragen en uit te leggen waarom. Met de werkgroep Vtlb van Recofa is afgesproken dat in alle Wsnp-zaken de herberekening van het Vtlb uiterlijk 1 maart 2023 wordt uitgevoerd. Dit Vtlb is dan uiteraard met terugwerkende kracht geldig vanaf januari 2023.
Wijzigingen in de beslagvrije voet
Daarnaast wordt de beslagvrije voet per januari 2023 op een aantal punten aangepast. Bij de invoering van de vereenvoudiging van de beslagvrije voet was de aanname dat mensen woonlasten hebben die passen bij hun inkomen, of binnen 6 maanden kunnen verhuizen naar een woning met passende woonlasten. Verder heeft men zich onvoldoende gerealiseerd dat er voor sommige huurwoningen (zoals een chalet, een woonboot of kamerhuur) geen recht is op huurtoeslag, terwijl de beslagvrije voet hier wel van uitgaat.
Om deze redenen worden de volgende wijzigingen doorgevoerd:
- Verhoging van de beslagvrije voet in verband met hoge woonlasten is nu alleen mogelijk voor schuldenaren uit groep 3 (schuldenaren met de maximale beslagvrije voet). Per januari is deze verhoging ook mogelijk voor schuldenaren met een middeninkomen. Er verandert niets aan de methode: verhoging van de beslagvrije voet is mogelijk als de woonlasten meer dan 110% van de maximale huur voor huurtoeslag bedragen. Dat drempelbedrag wordt € 888,87. Concreet: bij woonlasten van € 1.000,- wordt de beslagvrije voet met € 111,13 verhoogd.
- De duur van deze verhoging is dan niet meer gelimiteerd tot 6 maanden, maar wordt per ministeriële regeling vastgelegd. De exacte uitwerking van deze ministeriële regeling is nog niet bekend. In de vtlb-calculator van januari wordt het veld 'startdatum correctie woonlasten' voorlopig gedeactiveerd.
- Schuldenaren met een koopwoning hebben een verhoogde beslagvrije voet, omdat zij geen recht hebben op huurtoeslag. De verhoging is min of meer gelijk aan het bedrag aan huurtoeslag dat zij zouden ontvangen bij een huurwoning. De formule voor de berekening van deze verhoging wordt aangepast aan de geldende berekeningen voor het recht op huurtoeslag.
- Huurders die vanwege de aard van de woning geen recht hebben op huurtoeslag krijgen straks ook een verhoogde beslagvrije voet. De verhoging wordt op dezelfde wijze berekend als de verhoging bij schuldenaren met een koopwoning. Er moet dan wel aangetoond worden dat er geen recht is op huurtoeslag.
De vtlb-calculator wordt aangepast op deze vier wijzigingen. In de meeste gevallen zal het vtlb hierdoor niet wijzigen. Wel verschuift een deel van de woonlastencorrectie van het nominaal bedrag naar de beslagvrije voet.
Forfaitair bedrag autokosten
In het forfaitair bedrag voor de autokosten wordt rekening gehouden met:
- kosten voor verzekering;
- wegenbelasting;
- jaarlijkse Apk-keuring, en;
- brandstof voor 4600 km per jaar.
In 2022 zijn de brandstofprijzen fors gestegen en de kosten voor de andere componenten iets gedaald. Het Nibud verwacht dat het bedrag voor de autokosten in de calculator van januari 2023 lager zal uitvallen vergeleken met de calculator van juli 2022. Houd dit in de gaten en bereid uw schuldenaar hier op voor.
Korte samenvatting per januari 2023
- Beslagvrije voet stijgt met een kleine 10% (dus ook de maximale beslagvrije voet)
- (Hoge) woonlasten vaker en langer gecorrigeerd in de beslagvrije voet
- Verhoging huurtoeslag, zorgtoeslag en kindgebonden budget;
- Forfaitair bedrag autokosten valt mogelijk lager uit;
- Nominaal bedrag zal in sommige berekeningen wat lager uitvallen.
Kortom, alle reden om:
- In december uw sanieten te vragen de nieuwe gegevens zo spoedig mogelijk op te sturen, en;
- het vtlb uiterlijk per 1 maart te herberekenen.
Met als doel: dat ook schuldenaren profiteren van de maatregelen die de overheid heeft genomen om de koopkracht van de lage inkomens te verbeteren.