Eén jaar na de gewijzigde Faillissementswet
De Tweede Kamer stemde op 24 januari 2023 in met het wetsvoorstel tot wijziging van de Faillissementswet ter verbetering van de doorstroom van de gemeentelijke schuldhulpverlening naar de Wsnp (Stb. 2023, 87). De wet trad op 1 juli 2023 in werking. Inmiddels is ruim een jaar verstreken. Hoe staat het ervoor?
Wat veranderde er ook alweer?
De wijzigingen per 1 juli 2023 nog een keer op een rijtje:
- De duur van de Wsnp is teruggebracht naar 18 maanden;
- De looptijd van 18 maanden kan op een eerder tijdstip aanvangen, te weten vanaf de datum waarop de eerste aflossing is gedaan in het kader van een buitengerechtelijke schuldregeling;
- Het overleggen van een bewijs dat is geprobeerd een minnelijke regeling tot stand te brengen, is niet altijd noodzakelijk;
- De uitsluitingstermijn van tien jaar is komen te vervallen.
- Goede trouw is verkort van vijf naar drie jaar.
Voornamelijk de eerste drie wijzigingen hebben in het afgelopen jaar al tot heel wat uitspraken geleid, en iedereen is in afwachting van het antwoord van de Hoge Raad op de door het hof Den Haag gestelde prejudiciële vragen. Daarover later meer.
De twee laatstgenoemde wijzigingen baren wat minder opzien. Tijdens de door ons verrichte audits hebben we wel regelmatig gehoord dat schuldenaren die op basis van de “oude” regels niet konden worden toegelaten tot de Wsnp, afgelopen jaar wel konden worden (en ook zijn) toegelaten. Niet zozeer de doorstroom naar, maar in ieder geval wel de toegang tot de Wsnp lijkt door deze wijzigingen te worden bevorderd. Eén van de vragen die daarbij opkwam was: zullen rechtbanken in die gevallen ook sneller tussentijds beëindigen als niet aan de verplichtingen wordt voldaan? Dat is afwachten.
Stijgende instroom
Sinds juli 2023 is er sprake van een lichte stijging van het aantal personen dat is toegelaten tot de Wsnp in verhouding tot de 12 maanden daarvoor. Over de periode juli 2023 – juni 2024 werden 2.330 mensen tot de Wsnp toegelaten. In de periode juli 2022 – juni 2023 waren dat er 1.547. Het is nog altijd te vroeg om een conclusie te trekken over de invloed van de wetswijziging op het aantal toelatingen. Naar verwachting zal dit eind 2024/begin 2025 beter in kaart kunnen worden gebracht. Oud-minister Weerwind heeft voor begin 2025 een impactanalyse van de wetswijziging Wsnp toegezegd.
Eerdere ingangsdatum
De jurisprudentie sinds juli 2023 laat goed zien waar de rechtspraak tegenaan is gelopen, en loopt, sinds de wetswijziging. Met name de prejudiciële vragen (bij arrest van 22 december 2023) van het hof Den Haag aan de Hoge Raad illustreren de behoefte van de feitenrechtspraak aan duidelijkheid op bepaalde gebieden. Het is vooral de wijziging hiervoor genoemd onder 2 die de meeste vragen oproept. Wat wordt verstaan onder ‘aflossing’? Waaraan moet de schuldenaar precies voldoen in dat ‘voortraject’ om in aanmerking te komen voor een eerdere ingangsdatum? De vragen zijn door de Hoge Raad nog niet beantwoord. De conclusie van A‑G mr. De Bock bevat, na een heldere uiteenzetting van het minnelijke en wettelijke traject, een advies aan de Hoge Raad. Zodra de Hoge Raad arrest heeft gewezen, publiceren wij (een samenvatting van) dit arrest op onze website.
Ondertussen moest de feitenrechtspraak wel verder en heeft er zich inmiddels een lijn ontwikkeld hoe een verzoek tot een eerdere ingangsdatum wordt beoordeeld. In de eerste plaats gaan rechters ervan uit dat de wetgever met het woord ‘aflossing’ heeft bedoeld een ‘afdracht’ ten behoeve van de gezamenlijke schuldeisers. Verder toetsen rechtbanken en hoven, voor de vraag of een eerdere ingangsdatum gerechtvaardigd is, of er in dit voortraject maandelijks een bedrag aan de boedel is afgedragen (‘afgelost’) dat tenminste gelijk is aan het verschil tussen het vtlb en de netto-inkomsten. Het moet dan gaan om een aflossing/afdracht aan alle schuldeisers. Voorts wordt gekeken of de schuldenaar vanaf die eerdere datum heeft voldaan aan de overige Wsnp-verplichtingen (te weten: de informatieverplichting, de inspanningsverplichting en de verplichting geen nieuwe schulden te laten ontstaan).
Het Landelijk procesreglement verzoekschriftprocedures insolventiezaken rechtbanken (procesreglement) is hier op aangepast (zie bijvoorbeeld artikel 3.1.2.6. onder f).
Geen poging minnelijk traject
De wijziging hiervoor genoemd onder 3 heeft in de rechtspraak ook een en ander teweeggebracht. Zo heeft het hof Den Haag onlangs geoordeeld dat het nu ook mogelijk is om het minnelijk traject over te slaan, wanneer de hoogte van de schulden nog niet vaststaat (en een minnelijke schuldregeling dus niet mogelijk is), zie deze uitspraak van het hof Den Haag van 6 augustus 2024.
Verkorting duur Wsnp
De verkorting van de looptijd naar 18 maanden heeft in de praktijk natuurlijk ook consequenties. In de eerste maanden van de wetswijziging kreeg Bureau Wsnp veel vragen over regelingen die waren gestart vóór 1 juli 2023. Aangezien er geen overgangsrecht is bepaald, geldt de verkorting alleen voor diegenen die na 1 juli 2023 zijn toegelaten tot de Wsnp. Een beroep op het gelijkheidsbeginsel of iets dergelijks biedt geen soelaas, zie ook dit overzicht van uitspraken daarover in onze kennisbank.
Een belangrijk praktisch probleem van de verkorting van de looptijd van 36 maanden naar 18 maanden is gelegen in de afdracht van het vakantiegeld. Immers, de ene schuldenaar ontvangt gedurende de looptijd twee keer vakantiegeld en de andere slechts één keer, afhankelijk van het moment van toelating tot de Wsnp. Om zo min mogelijkheid ongelijkheid in de hand te werken, heeft de vtlb-werkgroep een werkwijze in het leven geroepen, die ook van toepassing is op de eindejaarsuitkering. In de afgelopen maanden hebben wij hierover de volgende artikelen op de website geplaatst:
- Werkwijze afdracht vakantiegeld bij uitspraak Wsnp met een eerdere ingangsdatum
- Vtlb en het vakantiegeld
Eva Timmermans publiceerde daarnaast het artikel (pdf, 80 kB) “Vakantiegeldperikelen bij een looptijd van 18 maanden”, in Tijdschrift voor Schuldsanering, nummer 02, juni 2024.
Bureau Wsnp blijft de ontwikkelingen nauwgezet volgen. Wij verwijzen naar onze website en kennisbank voor actuele informatie, overzichten en jurisprudentie.