Verschoonbare termijnoverschrijding, maar hof bekrachtigt tussentijdse beëindiging
Op 24 oktober 2024 ontving de griffie van het hof het hoger beroepschrift tegen het vonnis van de rechtbank Amsterdam van 4 september 2024 waarbij de rechtbank de toepassing van de schuldsaneringsregeling ten aanzien van appellant tussentijds heeft beëindigd zonder de schone lei te verlenen.
Hoger beroep staat open gedurende acht dagen na de dag van de uitspraak. Het bestreden vonnis is gewezen op 4 september 2024 en het beroepschrift is op 24 oktober 2024 ingekomen ter griffie van het hof. De termijn voor het instellen van hoger beroep is dus overschreden. Dit moet in beginsel leiden tot niet-ontvankelijkverklaring van appellant in het hoger beroep. De beroepstermijn moet immers strikt worden gehandhaafd. Naar vaste rechtspraak is een termijnoverschrijding evenwel verschoonbaar indien degene die beroep instelt, ten gevolge van een door (de griffie van) de rechtbank of het hof begane fout of verzuim, niet tijdig wist en redelijkerwijs ook niet kon weten dat de rechter uitspraak heeft gedaan en de uitspraak hem als gevolg van een niet aan hem toe te rekenen fout of verzuim pas na afloop van de termijn voor het instellen van hoger beroep of cassatie is toegezonden of verstrekt (HR 22 april 2016, ECLI:NL:HR:2016:727 en HR 11 juli 2014, ECLI:NL:HR:2014:1682, NJ 2014/359).
Het hof heeft vastgesteld dat de rechtbank het bestreden vonnis heeft toegezonden naar de beschermingsbewindvoerder, maar niet rechtstreeks aan appellant. Naar het oordeel van het hof is in de gegeven omstandigheden sprake van een fout of verzuim in de hiervoor bedoelde zin, aangezien het bestreden vonnis niet binnen de beroepstermijn aan appellant is verstrekt. De omstandigheid dat het vonnis binnen de beroepstermijn aan de beschermingsbewindvoerder is verstrekt, leidt niet tot een ander oordeel. Het instellen van hoger beroep is geen daad van beheer in de zin van artikel 1:438 lid 1 BW en de beschermingsbewindvoerder is daartoe in zoverre dan ook niet bevoegd. Uitsluitend de schuldenaar is zelfstandig bevoegd tot het instellen van een rechtsmiddel. Ook de mededeling van de beschermingsbewindvoerder - direct na ontvangst van het vonnis - aan de schuldenaar dat de rechtbank in zijn zaak een vonnis had gewezen dat nadelig was voor hem, is niet voldoende omdat uit de hiervoor aangehaalde rechtspraak volgt dat het vonnis aan de schuldenaar moet zijn verstrekt. Het voorgaande leidt ertoe dat de termijnoverschrijding verschoonbaar is en dat appellant ontvankelijk is in zijn hoger beroep.
Na die vaststelling gaat het hof over tot inhoudelijke beoordeling van het hoger beroep. Appellant heeft gedurende de looptijd van de schuldsaneringsregeling onvoldoende aantoonbaar gesolliciteerd. Vast staat dat hij meerdere kansen heeft gehad de tekortkoming te herstellen en de schuldsaneringsregeling tot een goed einde te brengen. Hij heeft geen goede reden gegeven waarom hij niet eerder structureel en in voldoende mate actief en aantoonbaar heeft gesolliciteerd naar betaald werk. Deze tekortkoming, die niet als geringe tekortkoming buiten beschouwing kan blijven, is naar het oordeel van het hof zodanig ernstig en verwijtbaar, dat de tussentijdse beëindiging van de schuldsaneringsregeling gerechtvaardigd is. Het hof bekrachtigt daarom het vonnis van de rechtbank.
Documentsoort
- Uitspraken en jurisprudentie
Trefwoorden
- Beëindigingsgrond
- Gerechtshof
- Inspanningsplicht
- Niet voldoen verplichtingen
- Rechtspraak
- Verplichtingen Wsnp
Gerelateerd
Het hoger beroep tegen het vonnis, waarin de termijn van de schuldsaneringsregeling met zes maanden werd verlengd, slaagt. Het hof vernietigt dat vonnis en beëindigt de toepassing van de Wsnp onder verlening van de schone lei.
De rechtbank concludeert dat de schuldenaar reeds voor de toepassing van de Wsnp niet aan de inlichtingenplicht heeft voldaan en de schending hiervan tijdens de Wsnp heeft voortgezet, en beëindigt de Wsnp tussentijds. Ten eerste is kort na ...
Het hof bekrachtigt het vonnis van de rechtbank tot weigering van de schone lei bij einddatum WSNP (looptijd 5 jaar). Schuldenaar is toerekenbaar tekortgeschoten in de nakoming van de verplichtingen: aan hem is een onvoorwaardelijke ...