Recofa: dwangakkoord en vergelijking Msnp/Wsnp
Bureau Wsnp ontvangt regelmatig vragen over het dwangakkoord. In het bijzonder wordt ons vaak gevraagd hoe de totale opbrengst uit de Msnp en Wsnp berekend en vergeleken moet worden. Omdat hier geen eenduidige werkwijze voor leek te zijn – rechtbanken (en zelfs rechters binnen dezelfde rechtbank) dachten hier verschillend over – hebben wij deze vraag voorgelegd aan de Recofa-werkgroep. In opdracht van Recofa is het onderwerp onderzocht door een werkgroep. Op basis van het onderzoek schrijft Recofa nu één eenduidige werkwijze voor.
Hieronder zetten wij de details uiteen. De details hebben wij ook opgenomen op onze pagina Toelichting Recofa besluiten.
Hoe voor een dwangakkoord de netto opbrengst van de Msnp en de Wsnp moet worden berekend en vergeleken:
Berekening netto opbrengst Msnp
Voor de Msnp moet de netto opbrengst berekend worden op basis van 36 maanden maximale afdracht min de eventuele SHV-kosten (waaronder bemiddelingskosten en kosten financieel beheer). Dit betekent dat als er in de beginfase niet maximaal kan worden afgedragen, door (loon)beslag, de aflosperiode ‘gerekt’ moet worden tot 36 maanden maximale afdracht.
Berekening netto opbrengst Wsnp
Voor de Wsnp moet de netto opbrengst berekend worden op basis van de maximale afloscapaciteit over 36 maanden min de boedelkosten (waaronder de griffiekosten en het salaris Wsnp-bewindvoerder). Het gespaarde vermogen vanuit de Msnp wordt hierbij niet meegeteld.
Deze vergelijking ziet alleen op de spaarcapaciteit over 36 maanden. Het eventueel te liquideren vermogen blijft buiten beschouwing in deze vergelijking.