Hoe om te gaan met de Wet tijdelijke regeling alleenverdienersproblematiek
De Eerste Kamer heeft op 10 december ingestemd met de Wet tijdelijke regeling alleenverdienersproblematiek. De regeling treedt in werking op 1 januari 2025.
Voor wie is deze regeling bedoeld en wat betekent dit voor deze huishoudens in een minnelijk of wettelijk traject?
Wat is de alleenverdienersproblematiek?
Door een ongunstige samenloop van regelingen leven ongeveer 6.000 huishoudens onder het bestaansminimum. Het betreft huishoudens waarbij de uitkering van één van de partners, zoals een werkloosheids- of arbeidsongeschiktheidsuitkering, de belangrijkste of enige bron van inkomen is. Deze huishoudens ontvangen minder toeslagen dan vergelijkbare huishoudens met alleen een bijstandsuitkering, waardoor hun besteedbaar inkomen lager uitvalt. Dit wordt de ‘alleenverdienersproblematiek’ genoemd.
De tijdelijke wet biedt gemeenten de ruimte om deze inwoners financieel tegemoet te komen. Deze oplossing is voor de komende drie jaar, want helaas is deze ongunstige samenloop pas vanaf 2028 “echt” – dat wil zeggen fiscaal – opgelost.
De getroffen huishoudens ontvangen vanaf 2025 een vast bedrag als tegemoetkoming. Voor 2025 is dit bedrag vastgesteld op € 1.000,- per huishouden. Zie ook Tegemoetkoming voor groep huishoudens onder bestaansminimum | Nieuwsbericht | Rijksoverheid.nl. Het is bij het schrijven van dit artikel nog niet duidelijk op welk moment gemeenten dit bedrag zullen uitbetalen en ook niet of dit een jaarlijks dan wel een maandelijks bedrag zal zijn. De handreiking alleenverdienersproblematiek van Stimulansz zal hier naar verwachting meer duidelijkheid over geven.
Het is wel goed alvast op de hoogte te zijn van de uitkering en achtergrond daarvan. Vanuit diverse kanten werden er al vragen over gesteld.
Handelen in Wsnp en Msnp
Het ministerie van SZW heeft Recofa gevraagd hoe binnen het Wsnp-traject wordt omgegaan met deze tegemoetkoming. Valt deze tegemoetkoming bij een lopend schuldsaneringstraject dan in de boedel en hoe zit het met een nabetaling?
De werkgroep vtlb heeft Recofa geadviseerd om de tegemoetkoming te beschouwen als een aanvulling op de (te) lage toeslagen en deze tegemoetkoming ook zodanig te verwerken in de vtlb-berekening.
Concreet betekent dit het volgende:
Een uitbetaald jaarbedrag wordt omgerekend naar een maandbedrag. Krijgt iemand in mei het bedrag van € 1.000,- aan tegemoetkoming voor 2025, dan is dit (afgerond) € 83,- per maand in 2025.
Het maandbedrag wordt allereerst gebruikt om het bedrag van de zorgtoeslag in de vtlb-calculator te verhogen tot het maximale bedrag van de zorgtoeslag. In 2025 is de maximale zorgtoeslag voor een paar € 250,- per maand.
Het restant van het bedrag wordt opgeteld bij het bedrag van de huurtoeslag in de vtlb-calculator.
De verwachting is dat in deze dossiers ook na toekenning van de tegemoetkoming nog steeds geen of slechts een kleine afloscapaciteit resteert; wel is er in mindere mate sprake van een inkomenstekort.
Voorts adviseert de werkgroep vtlb om dit bedrag tijdens de looptijd van de Wsnp/Msnp mee te nemen in de berekening van het vtlb, maar niet als een nabetaling te beschouwen. Ter illustratie: als iemand is toegelaten op 1 maart 2025 en de toekenning wordt in mei uitbetaald, dan wordt het vtlb herberekend vanaf de datum van de toelating. Het bedrag dat dan over de maanden januari en februari is ontvangen, althans aan die maanden wordt toegerekend, mag de schuldenaar houden.
We verwachten dat Recofa eind januari een besluit neemt over dit voorstel. Zodra er een definitief besluit is genomen informeren wij hierover in onze nieuwsbrief en op onze website.