Kinderalimentatie in Vtlb

Het gaat in deze zaak om een gescheiden echtpaar, met 1 minderjarig kind. De vader is toegelaten tot de Wsnp. Hij heeft inkomsten uit arbeid. In de Wsnp is zijn Vtlb vastgesteld, dat ongeveer gelijk is aan bijstandsniveau. De moeder heeft geen eigen inkomen en ontvangt geen kindgebonden budget. Zij woont samen met haar nieuwe partner, die als zelfstandige werkt. De moeder heeft verzocht om de vader te veroordelen een maandelijks bedrag aan kinderalimentatie te voldoen.

De Wsnp-bewindvoerder heeft namens de vader aan de rechter-commissaris verzocht het Vtlb te verhogen met een bijdrage aan kinderalimentatie voor het minderjarige kind. Er is echter nog geen verplichting tot het betalen van kinderalimentatie en het is, aldus de rechter-commissaris, uitdrukkelijk niet de bedoeling dat al op voorhand een oordeel wordt gegeven over een mogelijke correctie van het Vtlb in verband met mogelijkerwijs in de toekomst te betalen kinderalimentatie.

De rechtbank overweegt dat deze formulering de ruimte biedt een bedrag aan kinderbijdrage vast te stellen, waarna de vader de rechter-commissaris zou moeten verzoeken zijn Vtlb te verhogen met het berekende bedrag. Gelet op het Vtlb-rapport heeft het vaststellen van een bedrag aan kinderbijdrage echter enkel nut als sprake is van een klemmend tekort om in de behoefte van het minderjarige kind te voorzien. Immers, als geen sprake is van een klemmend tekort, kan de rechter-commissaris het Vtlb van de vader alsnog niet verhogen.

De rechtbank is van oordeel dat in dit individuele geval niet is komen vast te staan dat sprake is van een dergelijk klemmend tekort. In dit verband is enkel gesteld dat de vader in de Wsnp zit en dat de moeder geen inkomen heeft. Niet is gesteld dat de moeder geen inkomsten zou kunnen verwerven om in het onderhoud van het minderjarige kind te voorzien. Daarbij acht de rechtbank van belang dat de moeder samenwoont met haar nieuwe partner en het inkomen van deze partner dusdanig hoog is, dat de moeder geen kindgebonden budget ontvangt ten behoeve van het minderjarige kind.

De rechtbank wijst het verzoek tot oplegging van een kinderbijdrage dan ook af, nu de vader zich in de schuldsanering bevindt en hij niet over draagkracht beschikt om een bedrag aan kinderbijdrage te voldoen.