Toelichting berekening vergoeding bewindvoerder Wsnp
Het Besluit vergoeding bewindvoerder schuldsanering (hierna: het Besluit) bepaalt de wijze waarop rechtbanken de vergoeding berekenen van Wsnp-bewindvoerders, alsmede het daarmee samenhangende voorschot en de eventuele subsidie.
In dit artikel lichten wij de vergoedingssystematiek toe, en informeren wij over bijzondere situaties.
Inhoudsopgave
- Berekenen van de vergoeding
- Omzetbelasting
- De onderdelen van de vergoeding
- Tussentijds salaris opnemen
- Voorschot op de bewindvoerderssubsidie
- Voorschot en zaakoverdracht
- Bijzondere situaties
- Subsidie aanvragen
- Subsidieverzoek corrigeren
- Bewindvoerderssubsidie bij een faillissement na tussentijds beëindigde Wsnp
Berekenen van de vergoeding
Een bewindvoerder ontvangt voor elke Wsnp-zaak1 een vergoeding. De rechtbank berekent de vergoeding nadat de materiële termijn2 geëindigd is. De vergoeding wordt berekend op de wijze zoals beschreven in het Besluit.
De bewindvoerder verzoekt de rechtbank de vergoeding vast te stellen, en stuurt hierbij een ingevuld formulier Wsnp-vergoedingen.
- ‘Een door de bewindvoerder af te wikkelen schuldsaneringsboedel’ - art. 1 lid h Besluit vergoeding bewindvoerder schuldsanering.
- De termijn zoals bedoeld in art. 349a Fw.
Omzetbelasting
De bedragen die genoemd worden in het Besluit (LOB en LAB) zijn inclusief omzetbelasting. Voor de extra vergoedingen vermelden wij zowel de netto bedragen als die inclusief btw.
De onderdelen van de vergoeding
De totale vergoeding bestaat vaak uit een aantal vaste onderdelen, beschreven in het Besluit, en een aantal onderdelen die eventueel van toepassing zijn, bepaald door de:
- Recofa-richtlijnen voor schuldsaneringsregelingen; en
- Handreiking voor zelfstandig ondernemen binnen de wettelijke schuldsaneringsregeling.
Hieronder volgt een lijst van de onderdelen en een korte toelichting.
Duiding termijn, zaaksoort en zakelijk karakter
Het bedrag van een aantal onderdelen wordt bepaald door een aantal zaakeigenschappen, te weten de zaaksoort, het zakelijk karakter en de termijn.
Hieronder geven wij een toelichting van deze eigenschappen.
Termijn
Met de termijn wordt bedoeld de materiële termijn zoals beschreven in art. 349a Fw. Er wordt altijd geteld in hele maanden en er wordt altijd naar boven afgerond. Een volledige looptijd van anderhalf jaar heeft daarom 19 maanden: zowel de startmaand als de eindmaand tellen als een volledige maand. Als startdatum heeft te gelden: de uitspraakdatum.
Zaaksoort
De zaaksoort wordt bepaald door de schuldsaneringsboedel en het aantal personen dat hieraan verbonden is, zie art. 2 van het Besluit.
Is de Wsnp van toepassing op twee personen ten aanzien van wie een algehele of beperkte1 gemeenschap van goederen geldt? Dan is er sprake van de zaaksoort dubbel. In alle andere gevallen geldt in beginsel de zaaksoort enkel.
De zaaksoort wordt (in een automatisch proces) geregistreerd door Bureau Wsnp. U kunt de geregistreerde zaaksoort nagaan in het portaal.
Soms wordt een zaaksoort per abuis verkeerd geregistreerd. Ook kan de zaaksoort tussentijds wijzigen door een echtscheiding. In dat geval kunt u de zaak (ont)koppelen, zie Verzoek (ont)koppeling zaken.
- Hiermee wordt bedoeld de gemeenschap van goederen zoals bedoeld in het ‘nieuwe’ huwelijksvermogensrecht v.a. 1-1-2018.
Zakelijke karakter
Binnen een Wsnp-dossier kunnen de schulden in belangrijke mate voortvloeien uit beroeps- of bedrijfsmatige werkzaamheden. Een Wsnp-dossier met een zakelijk karakter is vaak ingewikkelder dan een particuliere zaak, en vergt meer inspanningen van de bewindvoerder. Als dit zo is, dan is een hogere vergoeding gerechtvaardigd.
Het is aan de rechtbank om te oordelen of de zaak een zakelijk karakter betreft en dit te betrekken in de berekening. De Raad staat hier buiten. Bureau Wsnp registreert niet (meer) of er sprake is van een zakelijk karakter.
In beginsel wordt een zakelijk karakter verondersteld als de zaak voldoet aan de volgende twee voorwaarden:
- de schulden vloeien in belangrijke mate, d.w.z. tenminste 20%, voort uit beroeps- of bedrijfsmatige werkzaamheden; én
- de onderneming is niet langer dan 5 jaar geleden ontbonden.
Vaste onderdelen van de vergoeding
De vaste onderdelen van de vergoeding, zoals beschreven in het Besluit, zijn:
- looptijdonafhankelijk deel (hierna: LOB)1;
- looptijdafhankelijk deel (hierna: LAB)2;
- porto- en andere kosten3;
- reiskosten4.
- Zie art. 2 lid 2 Besluit vergoeding bewindvoerder schuldsanering.
- Zie art. 2 lid 3 en 4 Besluit vergoeding bewindvoerder schuldsanering.
- Zie art. 2 lid 6 Besluit vergoeding bewindvoerder schuldsanering.
- Zie art. 2 lid 7 Besluit vergoeding bewindvoerder schuldsanering.
Toelichting looptijdonafhankelijk bedrag (hierna: LOB)
Het LOB is een bedrag dat de bewindvoerder eenmalig mag rekenen als vergoeding, ongeacht hoe lang de looptijd is. De hoogte van het LOB is afhankelijk van het jaar waarin de Wsnp is uitgesproken, de zaaksoort én of de zaak een zakelijk karakter heeft. De LOB-soort die geldt op de startdatum van de Wsnp blijft gedurende het traject ongewijzigd, behalve bij een scheiding.
Het LOB wordt jaarlijks geïndexeerd.
Toelichting looptijdafhankelijk bedrag (hierna: LAB)
Het LAB is een bedrag dat de bewindvoerder elke maand mag rekenen als vergoeding. De hoogte van het LAB wordt bepaald door de zaaksoort.
Aangezien zowel de startmaand als de eindmaand van de regeling als gehele maand worden geteld, telt het LAB in beginsel 19 maanden.
Het LAB kan tussentijds wijzigen als de zaaksoort wijzigt. Bijvoorbeeld door een echtscheiding of een tussentijdse beëindiging van de Wsnp van de partner. Indien het LAB wijzigt, rekenen we met het nieuwe bedrag vanaf de eerste maand ná de maand waarin de wijziging is opgetreden.
Het LAB wordt jaarlijks geïndexeerd.
Toelichting Porto- en andere kosten
Een vast bedrag wordt gerekend voor de ‘portokosten’, de hoogte ervan is afhankelijk van de zaaksoort.
Toelichting Reiskosten
De reiskosten die de bewindvoerder noodzakelijkerwijs maakt in een Wsnp-zaak worden vergoed. Standaard wordt € 0,37 per kilometer vergoed.
Variabele onderdelen van de vergoeding
De niet vaste onderdelen van de vergoeding zijn:
- Forfaitair bedrag verkoop woning1;
- Aanbieden akkoord2;
- Extra vergoeding voor hoger beroep3;
- Extra werkuren4;
- Overname dossier5;
- Extra vergoeding bij ondernemer/zzp’er tijdens de Wsnp6.
- Zie art. 5.6 lid e Recofa-richtlijnen Recofa-richtlijnen voor schuldsaneringsregelingen.
- Zie art. 4.1 lid k Recofa-richtlijnen Recofa-richtlijnen voor schuldsaneringsregelingen.
- Zie art. 5.6 lid c & d Recofa-richtlijnen Recofa-richtlijnen voor schuldsaneringsregelingen.
- Zie art. 5.6 lid a & b Recofa-richtlijnen Recofa-richtlijnen voor schuldsaneringsregelingen.
- Zie Toelichting extra vergoeding
- Zie h. 3.1 Handreiking voor zelfstandig ondernemen binnen de wettelijke schuldsaneringsregeling.
Toelichting forfaitair bedrag verkoop woning
Voor het verrichten van werkzaamheden voor de verkoop van een woning kan de bewindvoerder een extra vergoeding á € 1.000,- (incl. btw: € 1.210,-) verzoeken, mits dit bedrag in de boedel is ontvangen1.
- Art. 5.6 lid e Recofa-richtlijnen.
Toelichting aanbieden akkoord
Voor het verrichten van werkzaamheden voor een Wsnp-akkoord, kan de bewindvoerder een extra vergoeding á € 500,- (incl. btw: € 605,-) verzoeken. De extra vergoeding moet uit de aangeboden boedel worden opgehaald, deze vergoeding komt niet in aanmerking voor subsidie bij de Raad voor Rechtsbijstand.
Toelichting extra vergoeding voor hoger beroep
Voor de werkzaamheden in het kader van een hoger beroep wordt een extra vergoeding toegekend. De hoogte van de vergoeding wordt als volgt berekend:
- Als de Wsnp-bewindvoerder wel aanwezig is geweest bij het hoger beroep, dan mag hij voor een enkele zaak hiervoor zes forfaitaire uren rekenen.
De berekening is dan 6 x 60% van het basistarief curatoren + 21% BTW. - Als de Wsnp-bewindvoerder wel aanwezig is geweest bij het hoger beroep, dan mag hij voor een dubbele zaak hiervoor 9 forfaitaire uren rekenen.
De berekening is dan 9 x 60% van het basistarief curatoren + 21% BTW. - Als de Wsnp-bewindvoerder niet aanwezig is geweest bij het hoger beroep, dan mag hij voor een enkele zaak vier forfaitaire uren rekenen.
De berekening is dan 4 x 60% van het basistarief curatoren + 21% BTW. - Als de Wsnp-bewindvoerder niet aanwezig is geweest bij het hoger beroep, dan mag hij voor een dubbele zaak 6 forfaitaire uren rekenen.
De berekening is dan 6 x 60% van het basistarief curatoren + 21% BTW.
Wanneer de bewindvoerder voor het bijwonen van de zitting bij het hof méér dan 50 kilometers enkele reis reist, geldt een extra reiskostenvergoeding per kilometer bóven de genoemde 50 km.
Toelichting extra werkuren
Als een bewindvoerder door een uitzonderlijk hoge juridische of sociaal maatschappelijke complexiteit meer dan de standaard werkuren nodig heeft, kan een extra vergoeding worden toegekend. De extra vergoeding wordt berekend op basis van het basisuurtarief1.
- Zie art. 6.4 van de Recofa-richtlijnen voor faillissementen en surseances van betaling.
Toelichting overname dossier
Neemt een bewindvoerder een Wsnp-zaak over van een andere bewindvoerder, werkzaam bij een ander kantoor, dan mag deze hiervoor een extra vergoeding verzoeken á € 200,- (incl. btw: € 242,-).
Toelichting extra vergoeding voor schuldenaar die zijn/haar werkzaamheden als zzp’er/ondernemer mag voortzetten
In zaken waarin de schuldenaar zijn onderneming of werkzaamheden als zzp’er voortzet, met toestemming van de rechter-commissaris, mag de bewindvoerder maandelijks een extra vergoeding opnemen á € 125,- (incl. btw: € 151,25)1.
Opmerking: voor de voortzetting als zzp’er/de onderneming is (o.a.) van belang dat deze kan voorzien in de kosten van bovengenoemd extra salaris2. Zodra de onderneming niet (meer) kan voorzien in dit extra salaris, behoort de voortzetting van het zzp’en/de onderneming opnieuw bekeken te worden.
- Art. 3.1. Handreiking voor zelfstandig ondernemen binnen de wettelijke schuldsaneringsregeling.
- Art. 2.3.3 sub c Handreiking voor zelfstandig ondernemen binnen de wettelijke schuldsaneringsregeling.
Tussentijds salaris opnemen
De bewindvoerder kan gedurende het traject maandelijks salaris opnemen zolang de boedel hierin voorziet. Het salaris bedraagt dan 1/18e deel van het voor de zaak geldende LOB en 1/18e deel van het LAB. Indien van toepassing kan het worden verhoogd met de maandelijkse extra vergoeding voor ondernemer/zzp’er.
Voorschot op de bewindvoerderssubsidie
De Raad verstrekt in elke zaak – hiermee wordt bedoeld een schuldsaneringsboedel – een voorschot op de vergoeding á € 800 inclusief btw1. De bewindvoerder kan een verzoek bij Bureau Wsnp indienen om het voorschot stop te zetten, zie flexibel voorschot, of voortijdig terug te betalen.
Ervaart u problemen bij de terugbetaling van het voorschot? Neem dan direct contact op met Bureau Wsnp. Dit kan op +31(0)88 787 1700 of op [email protected].
- Art. 6 Besluit vergoeding bewindvoerder schuldsanering.
Voorschot en zaakoverdracht
Het voorschot is ‘gekoppeld’ aan de zaak. Draagt de bewindvoerder de zaak over naar een andere bewindvoerder? Dan ‘volgt’ het voorschot de zaak; de Raad vordert het voorschot in beginsel altijd terug bij de laatst benoemde bewindvoerder. Bewindvoerders moeten zelf samen afspreken hoe zij dit onderling afhandelen. Zie ook het Protocol overdracht Wsnp-zaken.
Bijzondere situaties
Opmerking: we gebruiken regelmatig de term ‘gehuwd’. Hiermee bedoelen we:
- gehuwd in gemeenschap van goederen; of
- geregistreerd partnerschap in gemeenschap van goederen.
Scheiden tijdens de Wsnp
Wanneer gehuwde schuldenaren scheiden tijdens de schuldsaneringsregeling, wijzigt de zaaksoort voor beiden naar enkel (particulier/ondernemer). De Wsnp-bewindvoerder kan deze wijziging doorgeven via een ontkoppelingsverzoek. Dit kan ook via het portaal.
Bij de berekening van de vergoeding moet per schuldenaar in het formulier gekozen worden voor de zaaksoort ’enkele zaak particulier/ondernemer ontbonden’. In het formulier wordt de ontbindingsdatum ingevoerd. Het formulier berekent dan het LOB voor en na ontbinding (voor ontbinding: de helft van het LOB voor een dubbele zaak particulier/ondernemer voor het aantal maanden dat men nog gehuwd was). Als de scheiding plaatsvindt in de eerste 13 maanden van de regeling wordt de vergoeding voor de portokosten voor een enkele zaak toegekend. Vindt de scheiding plaats na 13 maanden, dan wordt de helft van de portokosten voor een dubbele zaak toegekend.
Dubbele zaak, één partner eerder in de regeling en/of één partner eerder uit de regeling
Bij een gehuwd paar kan het voorkomen dat de ene partner eerder wordt toegelaten tot de Wsnp dan de andere partner. Zodra de tweede partner wordt toegelaten, wordt de zaaksoort met terugwerkende kracht gezien als een dubbele zaak particulier/ondernemer voor zowel het LOB als het LAB. Het berekeningsformulier berekent dit automatisch. In ons systeem worden zaken automatisch gekoppeld als ze binnen een jaar zijn toegelaten. Zit er meer dan een jaar tussen, dan kunt u hiervoor een koppelingsverzoek indienen.
Wanneer er sprake is van een dubbele zaak waarbij de regeling van één van beide partners tussentijds eindigt, bijvoorbeeld omdat de verplichtingen niet worden nagekomen of omdat één van de schuldenaren overlijdt, wordt de berekening van de vergoeding doorkruist door twee verschillende zaaksoorten. Dit is van invloed op (de berekening van) de Wsnp-vergoeding.
In deze situatie blijven het LOB en de vergoeding voor de portokosten ongewijzigd. Het LAB wijzigt wél; vanaf de maand nadat de zaakwijziging is opgetreden, wordt hiervoor het enkele LAB gerekend.
In het formulier moet dan gekozen worden voor dubbele zaak particulier/ondernemer. Het formulier rekent met het LOB en LAB voor een dubbele zaak. Voor de maanden dat er sprake is van één schuldenaar in de regeling is er echter maar recht op het LAB voor een enkele particulier. Van de vergoeding moet dan afgetrokken worden: (LAB van dubbele zaak-LAB voor een enkele zaak) * aantal maanden. Het bedrag dat hieruit komt kan als negatief bedrag ingevoerd worden onder ‘overige vergoedingen’ , in de omschrijving vult men de periode in waar dit betrekking op heeft.
De betreffende bedragen vindt u in deze tabel.
Voorbeeld
In januari 2017 wordt de Wsnp uitgesproken voor een echtpaar getrouwd in gemeenschap van goederen. In oktober 2017 wordt de Wsnp van één van de partners tussentijds geëindigd. De Wsnp van de andere schuldenaar eindigt in januari 2020.
- Portokosten: € 216;
- LOB: € 1.294;
- LAB: € 2.386,50 (€ 64,50 x 37 maanden).
Verschil dubbele zaak-enkele zaak november 2017 t/m januari 2020:
LAB | ||
---|---|---|
2017: | € 64,50 - € 53,00 * 2 = | € 23,00 |
2018: | € 65,00 - € 53,50 * 12 = | € 138,00 |
2019: | € 65,50 - € 54,00 * 12 = | € 138,00 |
2020: | € 66,50 - € 55,00 * 1 = | € 11,50 |
Totaal | € 310,50 |
Het totaal moet als negatief bedrag ingevuld worden onder ‘overige vergoedingen’. Totaal: € 3.586,00.
Pas nadat de schuldsaneringsregeling van beide partners is geëindigd kan de vergoeding worden berekend worden en het salaris door de rechtbank worden vastgesteld.
Tijdens de Wsnp trouwen onder huwelijkse voorwaarden met algehele uitsluiting of in beperkte gemeenschap van goederen1
Het komt voor dat twee schuldenaren tijdens de Wsnp met elkaar trouwen. Afhankelijk van het feit of wel of geen huwelijkse voorwaarden zijn opgemaakt, levert deze stap voor de bewindvoerder meer of minder extra werk op. Beide schuldsaneringsregelingen zijn vóór het huwelijk gestart als twee enkele zaken (particulier/ondernemer). Voor de berekening van de vergoeding wijzigt hier niets aan; beide zaken blijven enkel (particulier/ondernemer). Het LOB en LAB wijzigt niet.
- Hiermee bedoelen we de gemeenschap van goederen zoals bedoeld in het ‘nieuwe’ huwelijksvermogensrecht v.a. 1-1-2018.
Subsidie aanvragen
Op of ná de eindzitting berekent de rechtbank de vergoeding en stelt (eventueel) het (reeds opgenomen) salaris vast1. Voorziet de boedel niet in het volledige salaris? Dan kan de bewindvoerder voor het resterende deel subsidie aanvragen. In het portaal kunt u een verzoek om subsidie starten. Buiten het portaal kunt u gebruikmaken van het formulier declaratieformulier bewindvoerders bij onvoldoende boedelsaldo.
Wij ontvangen het formulier en de stukken graag op [email protected].
Het voorschot dat in het begin van de zaak is uitgekeerd, wordt voor zover nodig aangemerkt als subsidie en verrekend met de toe te kennen subsidie. Is de volledige vergoeding als salaris vastgesteld, dan verrekent de Raad het volledige voorschot. De bewindvoerder ontvangt hiervan bericht.
- Art. 320 Faillissementswet
Bijlagen bij het declaratieformulier
De bijlagen die bij het declaratieformulier bijgevoegd moeten worden, zijn:
- Een kopie van het (de) eindvonnis(sen) waarin zowel de berekende vergoeding als het vastgestelde salaris is opgenomen. Is er ook sprake van een hoger beroep? Dan stuurt u ook de beschikking van de rechtbank inzake de toegekende extra vergoeding mee;
- Een kopie van het ingevulde én ondertekende formulier 'berekening vergoeding en vaststelling salaris(opent in nieuw venster)'; Dit formulier wordt vaak - maar niet altijd - ook door de rechtbank geaccordeerd door middel van een handtekening van de rechter-commissaris en/of een stempel van de rechtbank;
- Alle bankmutaties met betrekking tot het tussentijds opgenomen salaris. Als de berekening van de vergoeding niet is geaccordeerd door de rechtbank, behoudt de Raad zich het recht voor alle boedelafschriften op te vragen;
- Het laatste bankafschrift van de boedelrekening met nulsaldo;
- Is de boedelrekening al opgeheven? Stuur de bevestiging van deze opheffing ook mee.
Soms wordt in het declaratieformulier vermeld dat er nog een bedrag aan de schuldenaar overgemaakt zal worden. Dan willen we ook deze bankmutatie ontvangen.
Ondertekening en verzending verzoek door bewindvoerder
De bewindvoerder ondertekent het formulier en bevestigt daarmee dat hij dit naar waarheid heeft ingevuld.
Subsidieverzoek corrigeren
Heeft u een verzoek om subsidie Wsnp ingediend bij de Raad, en is er intussen iets gewijzigd? Denk aan een gewijzigde berekening van de vergoeding – wellicht heeft er een hoger beroep plaatsgevonden – of is de hoogte van de boedel gewijzigd. Dan kunt u eenvoudig uw subsidieverzoek corrigeren middels het Correctieverzoek subsidie Wsnp.
Wij ontvangen het formulier en de stukken graag op [email protected].
Bewindvoerderssubsidie bij een faillissement na tussentijds beëindigde Wsnp
Art. 320, lid 7 Fw bepaalt dat het salaris van de Wsnp-bewindvoerder een boedelschuld is. Als de schuldenaar tijdens de Wsnp failliet gaat - dit kan op grond van art. 312 Fw of op grond van art. 350, lid 5 Fw - dan gelden de boedelschulden uit de Wsnp ook als boedelschulden in het faillissement.
Wanneer een faillissement volgt na een Wsnp, kan in principe het salaris van de Wsnp-bewindvoerder volledig uit de Wsnp-boedel voldaan worden. Soms komt het voor dat de Wsnp-boedel niet kan voorzien in het salaris.
In deze situaties geldt dat de Wsnp-bewindvoerder het salaris moet opeisen bij de curator. Zo lang het faillissement van toepassing is, kan Bureau Wsnp geen bewindvoerderssubsidie hiervoor verstrekken.
Alleen als het faillissement beëindigd wordt bij gebrek aan baten en de faillissementsboedel niet heeft kunnen voorzien in het volledige salaris van de Wsnp-bewindvoerder, kan de Wsnp-bewindvoerder voor het onbetaalde deel van zijn salaris de bewindvoerderssubsidie verzoeken aan Bureau Wsnp.