Recofa-richtlijnen geen recht in de zin van artikel 79 RO.
Verzoekers hebben de rechter-commissaris in hun faillissement gevraagd om, voor de bepaling van het deel van hun inkomen dat buiten het faillissement blijft, aansluiting te zoeken bij de rekenmethode voor het Vtlb. De rechtbank Limburg hanteert als beleid dat in beginsel de beslagvrije voet wordt aangehouden.
In het faillissement heeft de rechter-commissaris een beschikking en begeleidende brief afgegeven. Verzoekers hebben tegen de beschikking en tegen de begeleidende brief van de rechter-commissaris beroep in cassatie ingesteld. De Hoge Raad beoordeelt de beschikking en de begeleidende brief afzonderlijk.
De beschikking
De beschikking behelst de niet-ontvankelijkverklaring van verzoekers, in hun op art. 69 Fw gebaseerde verzoek tot aanpassing van het vrij te laten bedrag. Dat is geen beschikking op de voet van art. 21, aanhef en onder 2º, Fw, zodat daartegen op grond van art. 67 lid 1 Fw hoger beroep openstond. Verzoekers zijn daarom in hun cassatieberoep tegen de beschikking niet ontvankelijk op grond van art. 78 lid 6 RO.
De begeleidende brief
In de begeleidende brief heeft de rechter-commissaris een inhoudelijke beslissing gegeven op het verzoek tot aanpassing van het vrij te laten bedrag. De begeleidende brief is daarom aan te merken als een beschikking van de rechter-commissaris in de zin van art. 21, aanhef en onder 2º, Fw. Daartegen staat op grond van art. 67 lid 1 Fw geen hoger beroep open. Verzoekers zijn dus ontvankelijk in het cassatieberoep tegen de beschikking die is vervat in de begeleidende brief.
Oordeel Hoge Raad
De klacht van verzoekers is, kort gezegd, dat de rechter-commissaris is gebonden aan de Recofa-richtlijnen en daarom hun te behouden inkomen niet op de beslagvrije voet, maar op het Vtlb moet worden bepaald.
De Hoge Raad oordeelt echter dat de Recofa-richtlijnen niet zijn vastgesteld door een instantie die de bevoegdheid heeft rechters op grond van algemene beginselen van behoorlijke rechtspleging te binden ten aanzien van het gebruik dat zij maken van de hun door de wetgever gelaten ruimte. De Recofa-richtlijnen kunnen daarom ook niet worden aangemerkt als recht in de zin van art. 79 RO. De rechter-commissaris kan het Vtlb aanhouden, maar is daar niet toe verplicht. Het beroep tegen de beschikking, vervat in de begeleidende brief van de rechter-commissaris, wordt dan ook verworpen.
Organisatie
- Hoge Raad
Documentsoort
- Uitspraken en jurisprudentie
Bron
Trefwoorden
- Rechtspraak
- Vrij te laten bedrag (vtlb)
Gerelateerd
Het langverwachte antwoord van de Hoge Raad op de prejudiciële vragen die het gerechtshof Den Haag heeft gesteld is er! Bijna precies een jaar geleden, namelijk op 22 december 2023, stelde het hof prejudiciële vragen over de uitleg van het per 1 ...
Deze zaak gaat over een geschil tussen een man en vrouw voor wat betreft hoogte en ingangsdatum van de door de man te betalen kinderalimentatie ten behoeve van hun minderjarige kind.
Moeder verzoekt de rechtbank om vader - die in de Wsnp zit - te veroordelen tot betaling van een bedrag aan kinderalimentatie. De rechtbank wijst het verzoek af, omdat vader in de Wsnp zit en niet over draagkracht beschikt om een dergelijk ...