Ingrijpende wijzigingen Wsnp per 1 juli 2023
Samenvatting wijzigingen
- Looptijd Wsnp van 3 jaar naar 1,5 jaar (artikel 349a lid 1 Fw), maar langere termijn tot maximaal 5 jaar blijft mogelijk;
- Ingangsdatum Wsnp per datum eerste aflossing in het minnelijk traject (artikel 349a lid 1 Fw): alleen als maximaal is afgelost voor de gezamenlijke schuldeisers, zoals dat ook gebeurt in de Wsnp;
- Termijn dat iemand te goeder trouw moet zijn geweest ten aanzien van het ontstaan en onbetaald laten van de schulden verkort van 5 naar 3 jaar (artikel 288 lid 1 onder b Fw);
- De tienjarige uitsluitingstermijn, waarbinnen niet opnieuw toelating tot de Wsnp mogelijk was, vervalt (artikel 288 lid 2 onder d Fw);
- Geen poging tot een minnelijke regeling nodig als aannemelijk is dat onvoldoende aflossingsmogelijkheden bij de schuldenaar of andere omstandigheden het onmogelijk maken om tot een buitengerechtelijke schuldregeling te komen (artikel 285 lid 1 onder f Fw).
Wetsvoorstel ter verbetering van de doorstroom van minnelijke naar wettelijke schuldsanering
Op 8 februari 2023 werd door de Eerste Kamer het wetsvoorstel 35915 ‘Wijziging van de Faillissementswet ter verbetering van de doorstroom van de gemeentelijke schuldhulpverlening naar de wettelijke schuldsaneringsregeling natuurlijke personen’ aangenomen. Het volledige verloop van het wetgevingsproces, inclusief documenten zoals het wetsvoorstel, de memorie van toelichting en de amendementen, is te vinden op deze pagina van de Tweede Kamer.
Met ingang van 1 juli 2023 treden de verschillende wijzigingen in de Faillissementswet in werking. Er is geen zogenoemd ‘overgangsrecht’. De wijzigingen gelden daarom alleen voor alle op of na 1 juli 2023 uitgesproken Wsnp-zaken. Op alle zaken die vóór 1 juli 2023 zijn uitgesproken, blijven de oude regels gelden.
Dit artikel bespreekt de wijzigingen per onderdeel: eerst de oude regels, daarna de wijzigingen per 1 juli 2023.
1. Looptijd Wsnp van 3 jaar naar 1,5 jaar
Vóór 1 juli 2023 was de standaard duur van de Wsnp 3 jaar (36 maanden). Met ingang van 1 juli 2023 is de standaard duur van de Wsnp gehalveerd, naar 1,5 jaar (18 maanden).
Nog steeds kunnen rechtbank en rechter-commissaris de looptijd van de Wsnp verlengen. Dit kan gebeuren als de schuldenaar niet aan alle Wsnp-verplichtingen kan voldoen, of als de schuldenaar toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van de Wsnp-verplichtingen. De maximale looptijd van de Wsnp was vóór 1 juli 2023 al 5 jaar en blijft dat ook ná 1 juli 2023.
2. Ingangsdatum Wsnp
Vóór 1 juli 2023 startte de Wsnp op het moment dat de rechter de uitspraak tot toepassing van de schuldsaneringsregeling deed: de datum van het toelatingsvonnis was de startdatum van de Wsnp. De looptijd van 3 jaar ging vanaf die datum in.
Met de wetswijziging per 1 juli 2023 kan de ingangsdatum van de Wsnp al vóór de uitspraakdatum komen te liggen. Namelijk vanaf het moment dat de eerste aflossing is gedaan in het kader van de gemeentelijke schuldhulpverlening. Maar let op: uit hoofdstuk 5.3.6 van het Landelijk Procesreglement volgt dat dit kort gezegd alleen kan als:
- maximaal is afgelost ten behoeve van de gezamenlijke schuldeisers;
- de aflossing is berekend aan de hand van de Vtlb-calculator;
- de inspanningsplicht (om tot maximale aflossing te komen) is nagekomen zoals dit gebeurt in de Wsnp.
Hoe deze wijziging per 1 juli 2023 in de praktijk vorm gaat krijgen is op dit moment nog moeilijk te zeggen.
Rechtbank Den Haag heeft hier wel een eerste voorzet voor gedaan, zie punt 8.e in deze brief (pdf, 476 kB).
3. Goede trouw-toets van 5 naar 3 jaar
Bij een verzoek om toelating tot de Wsnp is en blijft het belangrijk dat iemand ‘te goeder trouw’ is geweest bij het ontstaan en onbetaald laten van de schulden. Vóór 1 juli 2023 keek de rechter bij de beoordeling van de goede trouw naar de periode van 5 jaar voorafgaand aan het verzoek. Met ingang van 1 juli 2023 wordt de termijn van deze “goede trouw-toets” verkort naar 3 jaar.
Let op: artikel 288 lid 2 onder c Fw is ongewijzigd. Dit betekent dat het Wsnp-verzoek nog steeds wordt afgewezen als er sprake is van een onherroepelijke strafrechtelijke veroordeling binnen 5 jaar vóór de dag van het verzoekschrift. Die termijn is dus uitdrukkelijk niet verkort tot 3 jaar.
4. Tienjaarstermijn vervalt
Het wetsvoorstel 35915 stelde ook een versoepeling van de tienjarige uitsluitingstermijn (kort gezegd: de ‘tienjaarstermijn’) voor. Vóór 1 juli 2023 gold de regel dat het Wsnp-verzoek werd afgewezen als de Wsnp al eens van toepassing was geweest in de tien jaar voorafgaand aan indiening van het nieuwe verzoek. Het wetsvoorstel wilde deze strenge tienjaarstermijn versoepelen. Er is daarna echter een amendement ingediend met het voorstel de tienjaarstermijn helemaal te schrappen. Dat amendement is aangenomen. Met ingang van 1 juli 2023 komt de tienjaarstermijn dan ook helemaal te vervallen.
5. Verduidelijking poging buitengerechtelijke schuldregeling
Ook ná 1 juli 2023 dient bij een Wsnp-verzoek een verklaring van de schuldhulpverlener te worden toegevoegd, waaruit blijkt dat er geen reële mogelijkheden zijn om tot een buitengerechtelijke schuldregeling te komen. Het betreft in die zin geen wijziging, maar de wettekst is op dit punt verduidelijkt. Als aannemelijk is dat onvoldoende aflossingsmogelijkheden bij de schuldenaar of andere omstandigheden het onmogelijk maken om tot een buitengerechtelijke schuldregeling te komen, hoeft voor de afgifte van deze verklaring niet eerst een poging te zijn gedaan om tot een dergelijke regeling te komen.
Conclusie
De wijzigingen ten aanzien van de goede trouw-toets (punt 3) en het schrappen van de tienjaarstermijn (punt 4) roepen weinig tot geen vragen op. Ook de verduidelijking ten aanzien van de poging tot een buitengerechtelijke schuldregeling (punt 5) is helder, al wordt het wel aan de praktijk overgelaten om hier invulling aan te geven. Want wat zijn die “andere omstandigheden” die het onmogelijk maken om tot een buitengerechtelijke schuldregeling te komen? Zoals ook vóór 1 juli 2023 het geval was, is het vooral belangrijk om dat standpunt goed te onderbouwen.
De verkorting van de looptijd Wsnp (punt 1) en vooral ook de ingangsdatum van de Wsnp (punt 2) hebben, praktisch en ook juridisch gezien, meer haken en ogen. Dit zal zich in de periode ná 1 juli 2023 verder gaan ontwikkelen. Ook Bureau Wsnp zal nog niet op alle vragen een antwoord hebben. De onzekerheden die de wetwijziging, en vooral deze twee punten, met zich mee brengt, kunnen wij dan ook (nog) niet wegnemen. We zullen er voorlopig mee om moeten gaan. Als er meer zaken duidelijk worden, of als er bijvoorbeeld interessante rechtspraak ontstaat, zal Bureau Wsnp daar uiteraard op de website en via de nieuwsbrief over informeren.
Deze informatie in PDF? Downloaden (pdf, 521 kB).