Stappenplan voor huwelijken/geregistreerde partnerschappen vanaf 01-01-2018
Hieronder vindt u het stappenplan voor schuldenaren die onder het 'nieuw' huwelijksvermogensrecht van 2018 een huwelijk of geregistreerd partnerschap in gemeenschap van goederen zijn aangegaan.
- Onderzoeken of schuldenaar A privévermogen heeft:
- Wat de schuldenaar voor het huwelijk had
- Wat hij tijdens huwelijk heeft geërfd/geschonken gekregen
- Wat tijdens het huwelijk verknocht is geraakt
- Als A privévermogen heeft: privéboedel van A opzetten.
- Als A geen privévermogen heeft: geen privéboedel van A opzetten.
- Onderzoeken of schuldenaar B privévermogen heeft:
- Wat de schuldenaar voor het huwelijk had
- Wat hij tijdens huwelijk heeft geërfd/geschonken gekregen
- Wat tijdens het huwelijk verknocht is geraakt
- Als B privévermogen heeft: privéboedel van B opzetten.
- Als B geen privévermogen heeft: geen privéboedel van B opzetten.
- Je hebt dus de mogelijkheden:
- Geen enkele privéboedel
- Privéboedels van A en B
- Alleen privéboedel van A
- Alleen privéboedel van B
- Als 7a: dan heb je dus alleen een gezamenlijke boedel.
- Als 7b: dan heb je dus een gezamenlijke boedel en privéboedels A en B.
- Als 7c: dan heb je dus een gezamenlijke boedel en privéboedel A.
- Als 7d: dan heb je dus een gezamenlijke boedel en privéboedel B.
- Alle schulden categoriseren (uiteraard preferent/concurrent onderscheiden)
- Gemeenschapsschulden (tijdens huwelijk)
- Huishoudelijke/huur
- Beiden getekend
- Schulden aangegaan door A (let ook op art. 1:102 BW als de mensen inmiddels gescheiden zijn)
- Schulden aangegaan door B (let ook op art. 1:102 BW als de mensen inmiddels gescheiden zijn)
- Privéschulden (dat zijn: schulden van vóór het huwelijk, en privéschulden tijdens huwelijk; bijvoorbeeld die verband houden met erfenis/schenking).
- Van A
- Van B
- Gemeenschapsschulden (tijdens huwelijk)
- Als 7a: alleen een gezamenlijke boedel – dan delen daarin de:
- Gemeenschapsschuldeisers
- Privéschuldeisers van A en B
- Hoe? Boedel delen door 2: op de ene helft delen mee: de gemeenschapsschuldeisers én privéschuldeisers van A en B (preferent dubbel percentage). Op de andere helft delen dan nog een keer alleen de gemeenschapsschuldeisers mee. Vanwege de werking van art. 1:96 lid 3 BW.
- Als 7b: een gezamenlijke boedel + A en B hebben een privéboedel
- Op de privéboedel van A delen mee:
- De privéschuldeisers van A
- De gemeenschapsschuldeisers uit de categorieën 1, 2 en 3
- Op de privéboedel van B delen mee:
- De privéschuldeisers van B
- De gemeenschapsschuldeisers uit de categorieën 1, 2 en 4
- Op de gezamenlijke boedel delen alle gemeenschapsschuldeisers + alle privéschuldeisers mee – zoals bedoeld onder 13c.
- Op de privéboedel van A delen mee:
- Als 7c: dan heb je dus een gezamenlijke boedel en een privéboedel van A
- Op de privéboedel van A delen mee:
- De privéschuldeisers van A
- De gemeenschapsschuldeisers uit de categorieën 1, 2 en 3
- Op de gezamenlijke boedel delen alle gemeenschapsschuldeisers + alle privéschuldeisers van A en B mee – zoals bedoeld onder 13c.
- Op de privéboedel van A delen mee:
- Als 7d: dan heb je dus een gezamenlijke boedel en privéboedel van B
- Op de privéboedel van B delen mee:
- De privéschuldeisers van B
- De gemeenschapsschuldeisers uit de categorieën 1, 2 en 4
- Op de gezamenlijke boedel delen alle gemeenschapsschuldeisers + alle privéschuldeisers van A en B mee – zoals bedoeld onder 13c.
- Op de privéboedel van B delen mee:
- Dus: je maakt:
- Verschillende lijsten (lijst met gemeenschapsschuldeisers + lijst met privéschuldeisers A en lijst met privéschuldeisers B).
- Op basis waarvan je 1, 2 of 3 keer gaat uitdelen – let op: de privéschuldeisers van A EN B delen dus zowel mee op het gemeenschapsvermogen als op de privévermogens van A OF B.
Stel dat alleen A er in zit, en in GVG met B getrouwd is
- Dan heb je twee vermogens die mee doen:
- Het gemeenschapsvermogen (= gemeenschapsboedel)
- Privévermogen van A (= privéboedel)
- Welke schulden gaan dan mee?
- Alle gemeenschapsschulden – maar B blijft aansprakelijk voor de schulden uit categorie 1, 2 en 4
- Privéschulden van A
- Privéschulden van B voor zover die niet verhaald kunnen worden op privévermogen B (art. 1:96 lid 2 BW) – na uitdeling blijft B voor het restant aansprakelijk
- Als er een privéboedel van A is, dan delen daarin de volgende schuldeisers mee:
- Gemeenschapsschuldeisers 1, 2 en 3
- Privéschuldeisers van A
- Op de gemeenschapsboedel delen mee:
- Alle gemeenschapsschuldeisers (1 t/m 4)
- Privéschuldeisers A – let op 1:96 lid 3 BW (helft gaat naar B!)
- Privéschuldeisers van B (als B geen privévermogen heeft) – let op: 1:96 lid 3 BW (helft gaat naar A!