Consumentenrecht voor de wsnp-bewindvoerder (2).
De schrijver legt uit dat een consument bij overeenkomsten die door colportage (verkoop aan de deur) tot stand zijn gekomen sterke rechten heeft. En ook als sprake is van oneerlijke handelspraktijken. In de nabije toekomst zal de consument ook langlopende overeenkomsten en abonnement heel makkelijk moeten kunnen opzeggen. Zoals nu al geldt voor overeenkomsten tot levering van gas en elektriciteit.
Wsnp Periodiek november 2010, nr. 22
Berend Engberts
1. Inleiding en aanvulling op deel 1
In deel 1 van deze bijdrage is aandacht besteed aan de rechten (en plichten) van consumenten bij telefoon-, internet- en kabelovereenkomsten en bij overeenkomsten die via de telefoon of internet tot stand komen. In dit tweede deel zal ik de regeling over verkoop aan de deur (colportage) en oneerlijke handelspraktijken bespreken. Inmiddels is een wetsvoorstel inzake verlenging en opzegging van duurovereenkomsten door de Eerste Kamer aangenomen. Hiermee wordt het gemakkelijker om veel overeenkomsten tussentijds op te zeggen. Daarom zal ik ook hier aandacht besteden. In het verlengde daarvan zal tot slot worden ingegaan op de mogelijkheden van opzegging van overeenkomsten tot levering van gas en elektriciteit. Voordat ik daarmee begin geef ik nog een paar aanvullingen op het eerste deel:
i. In dat artikel is beschreven in welke gevallen bij telefoon-, internet- en kabelovereenkomsten een opzegtermijn van maximaal één maand geldt. Omdat deze overeenkomsten te allen tijde kunnen worden opgezegd kan dat tegen elke dag. De consument kan dus op 20 november opzeggen tegen 20 december.
ii. In deel 1 is de vraag opgeworpen wanneer de zogeheten bedenktijd gaat lopen als de consument bij een (op afstand gesloten) overeenkomst tot levering van een internetverbinding eerst nog een modem moet ontvangen. In art. 7:46i BW is bepaald dat die bedenktijd niet van toepassing is als – met instemming van de consument – wordt begonnen met de dienstverlening. Daarom moet worden aangenomen dat de consument genoemde overeenkomst niet meer kosteloos kan ontbinden als hij de internetverbinding (met dat modem) tot stand heeft gebracht.1
iii. Ten tweede merk ik nog op dat het Hof van Justitie heeft beslist dat bij het ontbinden van overeenkomsten die op afstand zijn gesloten ook de kosten voor het toezenden van de goederen niet in rekening gebracht mogen worden. Alleen de kosten van terugzending komen dus voor rekening van de consument.
2. Colportage
Het ongevraagd bellen van consumenten is door het succes van het `Bel-me-niet register’ aan banden gelegd. Veel bedrijven kiezen daarom (weer) voor de ouderwetse verkoop aan de deur, ook wel colportage genoemd.2 Ook hierbij wordt de consument beschermd. De desbetreffende regels zijn in de Colportagewet uit 1973 te vinden. Deze hebben zowel betrekking op koopovereenkomsten als op overeenkomsten betreffende het leveren van een dienst.
Er is sprake van colportage in de zin van de Colportagewet als iemand in de uitoefening van een beroep of bedrijf een particulier tot het sluiten van een overeenkomst tracht te bewegen door een persoonlijk bezoek. Een persoonlijk bezoek dat in overwegende mate voortvloeit uit initiatief van degene die wordt bezocht, valt niet onder de Colportagewet. Maar als zo’n bezoek wordt gebracht in het kader van een gerichte colportagecampagne waarop de consument heeft gereageerd is nog steeds sprake van colportage.3 Dit geldt ook als een leverancier consumenten bij elkaar laat komen (mede) met het doel in de aldus gevormde groep personen zaken of diensten aan te prijzen en die consumenten probeert te bewegen tot het aangaan van een overeenkomst. Hier kan gedacht worden aan groepsreizen die worden georganiseerd om producten te verkopen. Er is ook sprake van aanprijzing in een groep als de uitgenodigde consumenten aan afzonderlijke tafels worden voorgelicht en het product bij hen wordt aangeprezen. 4
De beschermende regels houden in dat de consument bij koopovereenkomsten (boven de € 34,-) 8 dagen bedenktijd heeft. Deze termijn begint te lopen op het moment van het tekenen van de koopovereenkomst èn het ontvangen van een exemplaar daarvan. Binnen die termijn kan de consument de overeenkomst kosteloos opzeggen (ontbinden), zie art. 25 Colportagewet. De overeenkomst is helemaal niet geldig (nietig) als:
- de consument geen schriftelijke overeenkomst heeft ontvangen;
- geen naam of adres van het bedrijf is vermeld;
- de bedenktijd niet is vermeld;
- geen handtekeningen van koper en verkoper op de overeenkomst staan.
Dit volgt uit art. 24 van de Colportagewet. Het bedrijf dat zich van colportage bedient zal moeten bewijzen dat aan genoemde regels is voldaan. Bij verkoop aan de deur is het dus goed mogelijk dat sprake is van een nietige overeenkomst. Dat is ook aan de orde als de overeenkomst al gedeeltelijk is uitgevoerd.
Colportage van geldkredieten is verboden (art. 6 Colportagewet). Dit verbod geldt ook als deze plaatsvindt door of in samenhang met de aanprijzing van een (roerende) zaak of een dienst in een groep van consumenten. Deze situatie kan zich voordoen als bij een overeenkomst drie partijen zijn betrokken: de kredietgever, de kredietnemer/consument en de leverancier. Of er in een concrete situatie sprake is van goederenkrediet dan wel van geldkrediet hangt af van de omstandigheden van het geval, met name van de aard van de relatie tussen de kredietverlening en de koop. Als er een relatie is tussen de kredietverlening en de koop in die zin, dat de leverancier van het gekochte goed ook bemoeienis heeft met de kredietverlening, is er sprake van een goederenkrediet. Indien zo’n bemoeienis ontbreekt, is er sprake van geldkrediet en valt de colportage onder het verbod van artikel 6. Een overeenkomst die het gevolg is van (verboden) kredietcolportage is vernietigbaar (art. 24 Colportagewet).
In dit verband wijs ik er nog op dat een schuldenaar tijdens de schuldsaneringsregeling de toestemming van de bewindvoerder nodig heeft als hij een kredietovereenkomst (in de zin van de Wet op het financieel toezicht) wil aangaan en dat de bewindvoerder – als die toestemming ontbreekt – zo’n overeenkomst kan vernietigen, zie art. 297 Fw.
Al deze regels gelden als de wederpartij een consument is, maar uit de jurisprudentie blijkt dat onder omstandigheden aan de beschermende bepalingen van de Colportagewet reflexwerking toe komt ten behoeve van de kleine ondernemer, die materieel niet van een consument is te onderscheiden. Die reflexwerking strekt meestal niet zover dat de overeenkomst reeds nietig is op grond van het feit dat de mogelijkheid tot ontbinding niet in de overeenkomst is vermeld (artikel 24 lid 2 sub a Colportagewet).5
3.Oneerlijke handelspraktijken
Sinds oktober 2008 kent het Burgerlijk Wetboek een regeling voor oneerlijke handelspraktijken in art. 6:193a e.v. BW. Het is niet eenvoudig om heel kort te omschrijven wat een oneerlijke handelspraktijk volgens de wet is. Het gaat in het bijzonder om misleidende en agressieve handelspraktijken. Van een misleidende handelspraktijk is sprake als de leverancier informatie over een product geeft die onjuist is of de consument op het verkeerde been zet. Misleidend is ook de handelspraktijk als voor de gemiddelde consument essentiële informatie wordt weggelaten. Agressieve handelspraktijken zijn praktijken waarbij de keuzevrijheid of vrijheid van handelen wordt beperkt door het gebruik van intimidatie, dwang of ongepaste beïnvloeding. De wet geeft een uitgebreide opsomming van alle omstandigheden die als misleidend of agressief worden aangemerkt. Zo is een handelspraktijk altijd misleidend als de leverancier in strijd met de waarheid beweert gebonden te zijn aan een gedragscode of als hij een kwaliteitslabel aanbrengt zonder daarvoor toestemming te hebben.
Het begaan van een oneerlijke handelspraktijk levert een onrechtmatige daad op. De consument die slachtoffer is van zo’n oneerlijke handelspraktijk kan daarom schadevergoeding vorderen. Het kan lastig zijn om een oneerlijke handelspraktijk te bewijzen. De consument wordt daarom (een beetje) geholpen. Voor wat betreft de juistheid en volledigheid van verstrekte informatie hoeft de consument in beginsel slechts te stellen dat deze onjuist of onvolledig is. De handelaar moet dan het tegendeel bewijzen. Verder wordt aangenomen dat een oneerlijke handelspraktijk aan de handelaar kan worden toegerekend. In de praktijk wordt tot nu toe nauwelijks een beroep gedaan op deze regeling, maar vooral bij beleggingsproducten kan een beroep op een oneerlijke handelspraktijk een effectief middel zijn.
4. Wetsvoorstel 30 520
Dit betreft een initiatief wetsvoorstel van de leden van de Tweede Kamer Crone en Van Dam en heeft betrekking op stilzwijgende verlenging en de opzegtermijn bij lidmaatschappen, abonnementen en overige duurovereenkomsten. Het wetsvoorstel beoogt de consument op dit punt meer rechten te geven door het opnemen van regels over verlenging en opzegging van overeenkomsten in algemene voorwaarden aan banden te leggen. Het is niet helemaal duidelijk of de leverancier dergelijke consument-onvriendelijke bepalingen op dit gebied in de overeenkomst zelf mag opnemen. Eerst kort iets over die algemene voorwaarden. In het Burgerlijk Wetboek zijn een tweetal lijsten met ‘foute’ algemene voorwaarden opgenomen. Artikel 6:236 BW geeft een lijst met onredelijk bezwarende bedingen die in algemene voorwaarden kunnen voorkomen; de zogenaamde zwarte lijst. Artikel 6:237 BW bevat een lijst met bedingen waarvoor het rechtsvermoeden geldt dat zij onredelijk bezwarend zijn; dit is de grijze lijst. Deze bedingen kunnen door de rechter worden vernietigd en zullen in de praktijk over het algemeen niet door aanbieders worden opgenomen in de algemene voorwaarden die worden gehanteerd richting de consument. In die zwarte lijst worden met deze wetswijziging bedingen opgenomen die ertoe moeten leiden dat de consument na verlenging of vernieuwing van een overeenkomst deze altijd met inachtneming van een opzegtermijn van één maand kunnen worden opgezegd. Daarbij doet het er niet toe of de verlenging of vernieuwing voor bepaalde of voor onbepaalde duur is. Een uitzondering wordt gemaakt voor abonnementen op kranten en tijdschriften. Die overeenkomsten mogen telkens voor de duur van drie maanden worden verlengd. De opzegtermijn (tegen het einde van die verlengde termijn) is ook één maand. Als sprake is van een verlenging voor onbepaalde tijd geldt een opzegtermijn van één maand of drie maanden als het gaat om tijdschriften die minder dan eenmaal per maand verschijnen. Voor wat betreft de opzegging van overeenkomsten geldt dat dat op dezelfde wijze kan gebeuren als waarop deze destijds is aangegaan. Als de overeenkomst per e-mail is aangegaan kan deze dus ook met een e-mail bericht worden opgezegd. Verder geldt het vermoeden dat een algemene voorwaarde onredelijk is als je bij een overeenkomst die langer dan 1 jaar duurt niet na een jaar kan opzeggen (met een opzegtermijn van maximaal één maand). Deze regel is minder hard geformuleerd omdat de prijs voor een langer durend contract soms lager is of omdat er een gratis apparaat (bijvoorbeeld een telefoon) ter beschikking is gesteld.
Dit wetsvoorstel heeft tot gevolg dat het Burgerlijk Wetboek beter zal aansluiten bij de sectorspecifieke wetgeving, zoals de per 1 juli 2009 aangepaste en in deel 1 al besproken Telecommunicatiewet. De opzegtermijn wordt gelijkgetrokken (naar een maand) en daarnaast zal omzetting van overeenkomsten van bepaalde duur in, op ieder moment opzegbare, overeenkomsten van onbepaalde duur mogelijk worden. Deze sectorspecifieke oplossing wordt als het ware verbreed tot alle sectoren, zodat voor de consument duidelijkheid ontstaat. Het is nog niet bekend wanneer de wetswijziging in werking zal treden. Waarschijnlijk is dat pas per 1 januari 2012 het geval omdat de leveranciers de tijd moeten krijgen hun algemene voorwaarden aan te passen.
5.Opzegging van overeenkomsten tot levering van gas en van elektriciteit
Voor de consument is in de Elektriciteitswet 1998 (art. 95 m lid 7) en de Gaswet (art. 52b lid 7) bepaald dat deze elke overeenkomst tot levering van elektriciteit en gas kan opzeggen met inachtneming van een opzegtermijn van maximaal 30 dagen. Uit het woord ‘elke’ volgt dat dat ook kan als sprake is van een betalingsachterstand. Een nieuwe leverancier mag een nieuwe klant niet weigeren maar mag wel bepaalde voorwaarden stellen, bijvoorbeeld vooruitbetaling van een aantal maandtermijnen. Ook een overeenkomst voor bepaalde duur kan tussentijds worden opgezegd, maar dan wordt wel een opzegvergoeding in rekening gebracht. De hoogte daarvan is geregeld in de beleidsregel Redelijke Opzegvergoedingen Vergunninghouders. De hoogte van die opzegvergoeding hangt af van contractduur en de resterende looptijd. Bij een contractduur van een jaar is deze vergoeding € 50,-. Bij een langere contractduur bedraagt deze tussen de € 50,en € 125,-. Die laatste vergoeding moet betaald worden als de resterende looptijd meer dan 2 ½ jaar is.
6. Samenvatting deel 2
In dit tweede deel is aan de orde gekomen dat een consument ook bij overeenkomsten die door Colportage tot stand zijn gekomen sterke rechten heeft. Dat is ook het geval als sprake is van oneerlijke handelspraktijken. Tot slot is besproken dat de consument in de nabije toekomst langlopende overeenkomsten en abonnement in beginsel heel makkelijk moet kunnen opzeggen. Dit geldt nu al voor overeenkomsten tot levering van gas en elektriciteit.
Voetnoten
- Arnhem 20 september 2010, LJN BN8242. Die toename blijkt ook uit het toenemende aantal uitspraken over colportage.
- Kamerstukken II 1971-1972, 11 106, nr. 7, p. 12.
- Rb Haarlem 24 april 2002, LJN: AE2142. 5Zie bijvoorbeeld Rb. Utrecht, 20 januari 2010, LJN BL4967.
- A. Ettema, De wet oneerlijke handelspraktijken in de praktijk, Bedrijfsjuridische berichten 2010, p. 111 e.v.
- Er zijn ook bepalingen in opgenomen over de opzegging van lidmaatschappen van verenigingen.
Documentsoort
- Vakliteratuur
- Wsnp periodiek
Trefwoorden
- Wsnp Periodiek
Gerelateerd
Dit artikel beschouwt de afhandeling van de compensatie kinderopvangtoeslagaffaire in relatie met de Wsnp.
Geen schone lei wordt toegekend in een Wsnp die eindigt omdat alle (aangemelde) vorderingen voldaan kunnen worden. Dit artikel legt uit hoe te werk te gaan om toch een schone lei te krijgen.
Dit artikel informeert over een aantal wetsvoorstellen ten aanzien van de Wsnp, te weten: verkorting goede-trouw-termijn en de flexibilisering wachttermijn tien jaar.