Méér uitdeling tijdens de wettelijke schuldregeling
Wat levert meer op voor de schuldeisers, een minnelijk traject (Msnp) of een wettelijk traject (Wsnp)? De algemene opvatting is dat de Msnp meer oplevert. De schrijfster van dit artikel denkt daar anders over. Zij probeert te onderbouwen waarom volgens haar de Wsnp méér oplevert voor de schuldeisers.
Wsnp Periodiek november 2010, nr. 21
Liselotte Maas
1. Inleiding
Sinds jaar en dag leeft bij velen de opvatting dat een minnelijke schuldregeling uiteindelijk méér oplevert voor de betrokkenen crediteuren, dan een uitdeling na een wettelijke schuldregeling. Mijns inziens is dit een misvatting en dat zal ik proberen nader te onderbouwen.
2. Minnelijk of wettelijk?
In uitspraken waarbij wordt gevraagd om een dwangakkoord op te leggen kom ik het nogal eens tegen: het dwangakkoord wordt (mede) toegewezen omdat de rechtbank van oordeel is dat toelating tot de schuldsanering geen hoger bedrag aan uitdeling voor de schuldeisers zal opleveren. De toewijzing van het art. 287a-verzoek is dan vooral gebaseerd op de maandelijkse kosten die in de Wsnp verschuldigd zijn en hoger zijn dan de maandelijkse bijdrage bij een minnelijke schuldregeling. In het blad Schuldsanering van april 2010 lees ik bijvoorbeeld dat de Rechtbank Roermond dit illustreert met een berekening. Hierbij gaat de rechtbank uit van een bedrag van € 1.500 aan kosten in het wettelijk traject, vergeleken met € 400 aan kosten in een minnelijk traject. De aflossingscapaciteit verschilt in beide trajecten niet, want deze zou € 45,00 per maand bedragen. Los van de overige argumenten die bij een zorgvuldige afweging door de rechterlijke macht worden meegenomen, heb ik wel mijn bedenkingen bij bovengenoemde redenering. De hoogste tijd voor een proef op de som. Mijn stellige overtuiging is namelijk dat het uitkeringspercentage na afloop van de Wsnp in veel gevallen aanzienlijk hoger blijkt te zijn dan aanvankelijk (tijdens een minnelijk traject) is voorgesteld aan de crediteuren. Laat ik daarom eens een aantal schuldsaneringsdossiers uit mijn eigen praktijk in het laatste stadium van de Wsnp aan een nader onderzoek onderwerpen. Het uit te delen percentage na afloop van de Wsnp vergelijk ik met de informatie, die we destijds in de verklaring ex art. 285 Fw hebben aangetroffen, over het buitengerechtelijk akkoord dat was voorgelegd aan de betrokken crediteuren.
3. Wettelijke schuldregeling: dubbel zo veel uitdeling
De resultaten van dit kleine ‘vergelijkend warenonderzoek’ wil ik u niet onthouden. We keken naar de laatste 34 dossiers die in de eindfase zitten. Gemiddeld kan hierin uiteindelijk 33% van de ingediende vorderingen na afloop van de looptijd worden voldaan. Het gemiddelde uitdelingspercentage in de minnelijke trajecten lag op 15%. Het betreft hier dezelfde dossiers; dus de uiteindelijke Wsnp-uitkering is ruim tweemaal zo hoog als vooraf voor het minnelijk traject was voorzien.
Ook opmerkelijk was dat er in 14% van de zaken vooraf was berekend dat de afloscapaciteit 0% zou zijn. Uiteindelijk kan in deze zaken aan het einde van de Wsnp tussen de 1 en 16% worden uitbetaald, met een gemiddelde van 6,4% per schuldregeling. Dat is dus ook nog eens na aftrek van de boedelkosten, inmiddels zo’n € 50 per maand.
4. Enige nuance is op zijn plaats
Natuurlijk is er nog veel op af te dingen. Zo is het aanbod tijdens het minnelijk traject niet meer dan een prognose vooraf, en de uitdeling na afloop van de Wsnp is gebaseerd op wat er daadwerkelijk na drie jaar is binnengekomen. Van belastingteruggaves, afgekochte spaarpolissen1 e.d. is wellicht niet vooraf geheel te overzien wat dat nog kan opleveren. Ook lijkt me dat tijdens de wettelijke schuldregeling veel strenger wordt toegezien op naleving van de verplichtingen zoals de informatie- en sollicitatieplicht. En (meer uren) betaalde arbeid levert per saldo al snel een aanzienlijk hogere uitdeling aan het eind van de rit. Ook betrekken rechtbanken in de beoordeling van art. 287a-verzoeken uiteraard meerdere kanten van de zaak, die meewegen in de uiteindelijke beslissing. Toch laat de rechterlijke macht, bij een vergelijking van de uitdelingsprognose in minnelijk resp. wettelijk traject, genoemde aspecten nogal eens onderbelicht. De kosten van het Wsnp-bewind worden vaak goedgemaakt door alle voordelen die er voor de boedel tegenover staan, oftewel: de hogere maandelijkse kosten worden in de looptijd van de regeling meer dan ‘terugverdiend’. Ik hoop dan ook dat bij de afweging van het (verplicht) laten instemmen van weigerachtige crediteuren in de toekomst bovenstaande argumenten (nog) nadrukkelijker zullen worden meegenomen.
5. Nader onderzoek is gewenst
De schuldeiser lijkt mij ondanks alle kosten in het wettelijk traject uiteindelijk vaker beter af te zijn met een gerechtelijk traject dan al dan niet gedwongen in te (moeten) stemmen met een percentage tegen finale kwijting in een buitengerechtelijke schuldregeling. Vanuit mijn betrokkenheid bij de Wsnp-branchevereniging zal ik dan ook stimuleren verder onderzoek hiernaar op de agenda te plaatsen. Graag hoor ik geluiden uit het veld van collega-bewindvoerders en/of de rechterlijke macht met open aanmerkingen. Voor meer informatie over het onderzoek kunt u uiteraard ook even contact met mij opnemen (tel. 030 – 244 8812, [email protected]).
Liselotte Maas werkt als Wsnp-bewindvoerder bij Vabe te Utrecht en is secretaris bij de branchevereniging voor Wsnp-bewindvoerders (BBW).
Documentsoort
- Vakliteratuur
- Wsnp periodiek
Trefwoorden
- Schuldhulpverlening (Msnp)
- Wsnp Periodiek
Gerelateerd
Opiniestuk over de vergelijking tussen de opbrengst van de Msnp en de Wsnp. De vergelijkingstool die daarvoor bestaat, doet volgens de auteur geen recht aan de werkelijkheid. In dit artikel legt hij uit waarom niet.
Een unieke samenkomst: de schuldenwethouders van de vier grote steden, de NVVK, Wsnp-bewindvoerders én de rechtspraak rond één tafel. Onderwerp van gesprek: vanuit de Msnp een betere toegang creëren tot de Wsnp.
Korte beschrijving van de hoofdlijnen in het visiedocument van de rechtspraak. Welke experimenten lopen, in welke richtingen bewegen deze, waar zit nog een gemis? En details van het onderzoek 'Aansluiting gezocht!', van het Ministerie van ...