Legitimatieplicht bewindvoerders bij banken
De auteur bespreekt hoe om te gaan met legitimatieverzoeken van banken, aan Wsnp-bewindvoerders, in geval van een verzoek tot deblokkeren van de bankrekening van saniet.
Wsnp Periodiek november 2012, nummer 26
Nelly van den Berg
1. Inleiding
Met regelmaat wordt de bewindvoerders van ons kantoor verzocht een kopie van hun legitimatiebewijs te overleggen wanneer ze bij aanvang van een schuldsanering in hun hoedanigheid van bewindvoerder de betreffende bank verzoeken een door de bank geblokkeerde rekening te deblokkeren. Onze bewindvoerders hebben daar grote moeite mee. Immers het gaat hier om privé gegevens waarvan niet duidelijk is hoe zorgvuldig er vervolgens mee wordt omgegaan. In welke systemen worden de gegevens vastgelegd, welke protocollen worden gevolgd en wie heeft er allemaal inzage in de banksystemen waarin het legitimatiebewijs wordt vastgelegd? Uiteindelijk geeft de bewindvoerder hiermee ook meteen zijn burgerservicenummer (BSN) prijs en heeft hij zonder er bij stil te staan ook een kans geschapen tot misbruik en identiteitsfraude nu hij geen enkele waarborg krijgt van de bank hoe er met zijn kopie legitimatiebewijs wordt omgesprongen. Het BSN is bedoeld om te communiceren op documenten of digitaal binnen overheidsinstanties en is dus niet bedoeld voor het openbare circuit. Desondanks worden massaal legitimatiebewijzen gekopieerd; denk alleen al aan een aanvraag voor een telefoonabonnement. Niet voor niets heeft de overheid een brochure uitgebracht met tips tegen identiteitsfraude, waarin ze waarschuwt niet zomaar een kopie van je rijbewijs of paspoort af te geven. Zie www. overheid.nl/media/downloads/Drie_simpele_ stappen_tegen_identiteitsfraude.pdf.
De verzoeken komen de afgelopen jaren vooral van de Rabobanken uit de gehele regio en een Rabobank ging zover dat zij zelfs bij het indienen van een vordering ook meteen een kopie van het legitimatiebewijs van de bewindvoerder opvroeg.
Wij hebben kantoorbreed afgesproken hier geen gehoor aan te geven. Er is een standaardbrief ontwikkeld waarin we aangeven om welke reden we weigeren een kopie van het legitimatiebewijs te overleggen. Tot voor kort werd dit geaccepteerd en de betreffende rekening alsnog gedeblokkeerd. Helaas kreeg ik begin augustus de primeur dat de Rabobank in Venlo, waar ik toch al ruim 12 jaar intensief mee samenwerk, meende op haar standpunt te moeten blijven staan. Geen legitimatiebewijs, geen deblokkade. Met uiteraard alle vervelende gevolgen voor mijn saniet die niet over zijn leefgeld kon beschikken en het maar moet pikken dat de bank zijn rekening niet deblokkeert omdat zij vanwege intern beleid eist dat een derde (die buiten de contractuele relatie bank/cliënt staat) weigert een kopie legitimatiebewijs te overleggen. Hoe nu verder?
2. Achtergrond
De bank beroept zich in haar verzoeken steevast op de wettelijke identificatievoorschriften voor cliënten vastgelegd in de Wwft. Maar wat houdt dat dan precies in? In de leidraad Wwft en SW van De Nederlandsche Bank (DNB) leest men het volgende:
‘Het begrip ‘cliënt’ is ruim gedefinieerd in de WWFT. Het betreft de natuurlijke persoon of rechtspersoon met wie een zakelijke relatie wordt aangegaan, hetgeen niet alleen de persoon is die voor zichzelf een transactie uitvoert, maar ook de persoon die zich bij een transactie laat vertegenwoordigen door een derde. Ook deze derde wordt als cliënt beschouwd.’
Voorts komen in de leidraad uitgebreid de risicoprofielen aan de orde teneinde het algemene risico op witwassen en terrorismefinanciering te bepalen en geeft de leidraad aanwijzingen aan instellingen hoe ze haar beleid op de Wwft dient af te stemmen. De bank kan aan de hand van de leidraad haar intern beleid zelf vaststellen.
De bank is de mening toegedaan dat de bewindvoerder door haar verzoek om de rekening te blokkeren als vertegenwoordiger van de cliënt dient te worden gezien. Ik deel deze mening niet. Als bewindvoerder word ik door de rechtbank aangesteld om de boedel te vereffenen en als belangenbehartiger van de crediteuren. Ik word hierdoor echter geen vertegenwoordiger van de cliënt. Daarnaast is het de bank zelf die de rekening blokkeert, enkel en alleen om haar eigen risico’s in te dekken ten aanzien van mogelijk vermogen dat door de bewindvoerder kan worden opgeëist. Wanneer ik in mijn hoedanigheid van bewindvoerder de bank groen licht geef voor een deblokkade is de bank daarmee meteen gevrijwaard. Dat alles maakt mij echter nog steeds geen cliënt en ik wens dan ook niet als zodanig in de administratie van diverse banken te worden opgenomen. De bank heeft via het insolventieregister kennis kunnen nemen van de uitspraak schuldsanering en tevens wie tot bewindvoerder is benoemd. Dat zou in mijn ogen voldoende moeten zijn voor de zakelijke relatie in het kader van de schuldsanering.
3. De oplossing
Nu ik er met de bank niet uit kwam, heb ik als eerste contact opgenomen met de Raad voor Rechtsbijstand waar ik het probleem al eens in een eerder stadium had neergelegd. Helaas waren ook zij nog niet veel verder gekomen. Er was contact gezocht met de DNB maar dat had tot dan toe niets opgeleverd. Ook contact met de BBW leverde mij niets op. Men was bekend met het probleem en bezig een oplossing te zoeken maar concreet was er op dat moment nog niets. Intussen begon het bij mijn cliënt steeds meer te knijpen dus er moest snel gehandeld worden om uit deze impasse te komen. Dat maakte dat ik me genoodzaakt zag me te wenden tot een advocaat. Deze heeft allereerst getracht bij de DNB en bij het Bureau Financieel Toezicht een duidelijke uitspraak te krijgen over de verplichting tot het aanleveren van een legitimatiebewijs. Hoewel de DNB niet bereid was om met zoveel woorden aan te geven dat een bank op grond van de Wwft niet verplicht is om identiteitsgegevens van een bewindvoerder te vragen werd wel duidelijk dat het verzoek van de Rabobank met name gestoeld was op intern beleid van de bank en niet exact door de wet is ingegeven. Uiteindelijk bracht dit alles mijn advocaat op het volgende lumineuze idee.
Niet de bewindvoerder maar de cliënt zelf verzoekt om de rekening te deblokkeren en de cliënt overlegt daarbij een schriftelijke machtiging van de bewindvoerder dat hij gerechtigd is tot het doen van dit verzoek. In mijn situatie bleek dit de oplossing. Aan cliënt stuurde ik een brief op mijn briefpapier en tevens mailde ik deze brief aan de bank, waarop meteen de rekening werd gedeblokkeerd en cliënt weer over huishoudgeld kon beschikken.
4. Tot slot
Al met al een vervelende, tijdrovende en dure procedure waar ik van het ene op het andere moment ongewild in terecht kwam. Uit contacten met andere bewindvoerders, het bureau Wsnp en de BBW blijkt dit bij meerdere bewindvoerders al lang een grote bron van ergernis te zijn. Het bureau Wsnp heeft in haar nieuwsbrief van 25 september jl. de bewindvoerders opgeroepen zich bij het Bureau te melden als ze dit soort verzoeken krijgen teneinde een beeld te krijgen bij welke banken dit vooral speelt en waarop de banken zich dan beroepen. Ik hoop van harte dat deze oproep er toe zal leiden dat er een voor alle partijen werkbare handleiding komt en niet iedere bewindvoerder voor zich ad hoc een oplossing moet bedenken wanneer dit probleem zich in zijn praktijk voordoet. Voorstelbaar is dat een kopie van de bewindvoerderspas als legitimatie zou kunnen worden aangeboden. Dit is werkgerelateerd en bevat geen persoonlijke gegevens zoals het BSN. Nu de bewindvoerderspas na jaren van ergernis eindelijk ook geaccepteerd wordt als toegangsbewijs bij de rechtbanken zou mijns inziens hierin ook de oplossing kunnen liggen voor het probleem van de legitimatieplicht.
Documentsoort
- Vakliteratuur
- Wsnp periodiek
Trefwoorden
- Wsnp Periodiek
Gerelateerd
Dit artikel beschouwt de afhandeling van de compensatie kinderopvangtoeslagaffaire in relatie met de Wsnp.
Geen schone lei wordt toegekend in een Wsnp die eindigt omdat alle (aangemelde) vorderingen voldaan kunnen worden. Dit artikel legt uit hoe te werk te gaan om toch een schone lei te krijgen.
Dit artikel informeert over een aantal wetsvoorstellen ten aanzien van de Wsnp, te weten: verkorting goede-trouw-termijn en de flexibilisering wachttermijn tien jaar.