Communicerende vaten in de nieuwe vergoedingensystematiek?
Per 1 oktober 2013 geldt de nieuwe vergoedingensystematiek voor Wsnp-bewindvoerders. Dat is goed nieuws want daarmee zal de Wsnp-bewindvoerder voortaan altijd zijn of haar volledige salaris ontvangen. Tegelijkertijd is vanuit Recofa gecommuniceerd dat niet langer een minimale boedelafdracht wordt gehanteerd. Ligt het inkomen onder het Vtlb, dan is er geen afdracht mogelijk. Dus ook niet de minimale, waarmee voorheen het bewindvoerderssalaris werd betaald. De nieuwe systematiek zou een besparing behelzen, maar heeft Recofa dat hiermee niet om zeep geholpen?
Wsnp Periodiek mei 2014, nummer 14
Eva Timmermans*
In de vorige editie werd aangekondigd dat Nelly van den Berg op deze plaats zou schrijven over de vergoeding bij verkoop van de woning van de schuldenaar. Recofa heeft besloten dat een bewindvoerder voor diens werkzaamheden in dat kader in beginsel een vergoeding van € 1.000 kan ontvangen. Daar hebben we het als bewindvoerders voorlopig mee te doen en besloten is dan ook om op deze plek een onderwerp te behandelen dat de gemoederen, volgens de redactie, op dit moment veel meer bezig houdt: de nieuwe vergoedingensystematiek.
De nieuwe vergoedingenstructuur zoals die per 1 oktober 2013 geldt (Besluit vergoeding bewindvoerder schuldsanering, Stb. 2013, 308) gaat uit van een vergoeding voor de bewindvoerder die dekkend is voor de werkzaamheden die hij op grond van de Faillissementswet tijdens de schuldsaneringsregeling heeft verricht, zo blijkt uit de Nota van Toelichting. Met de gewijzigde vergoedingenstructuur wordt gewaarborgd dat de bewindvoerder voortaan in alle schuldsaneringszaken de berekende vergoeding voor de uitvoering van zijn wettelijke taken ontvangt.
Enerzijds zal de bewindvoerder met deze nieuwe systematiek altijd de volledige vergoeding ontvangen en is dat niet langer deels afhankelijk van de spaarcapaciteit van sanieten. Goed nieuws voor de bewindvoerder dus. Anderzijds is met de wijziging van de vergoedingensystematiek ook een besparing voor het ministerie van Veiligheid en Justitie beoogd. Uit onderzoek is namelijk gebleken dat in een groot deel van de gevallen de totale vergoeding of in ieder geval een deel daarvan uit de boedel zal kunnen worden bekostigd en er dus nog maar in een klein deel van de gevallen een subsidie voor het restant verstrekt hoeft te worden. Dit in tegenstelling tot de vaste subsidie voor iedere zaak variërend van € 1.033 tot € 2.746 (2013) – zoals in het oude vergoedingensysteem het geval was. Berekend is een besparing van tot wel 4 miljoen euro per jaar, zo volgt uit de Nota van Toelichting. De Monitor Wsnp achtste meting over het jaar 2011, te raadplegen via http://www.wsnp.rvr.org/pdf/Monitor-WSNP-AchtsteMeting.pdf, heeft de uitkomsten van het onderzoek nog eens bevestigd, zodat is besloten de vergoedingenstructuur te wijzigen (Nota van Toelichting).
Het lijkt allemaal te mooi om waar te zijn. En als er één ding is dat ik in de praktijk wel heb geleerd, dan is het wel dat als iets te mooi lijkt om waar te zijn, het dat waarschijnlijk ook is. Hoe mooi ook voor de bewindvoerders dat ze voortaan altijd hun volledige salaris krijgen, er schuilt inderdaad een addertje onder het gras. Op 18 december 2013 publiceerde de BBW naar aanleiding van een overleg dat zij heeft gevoerd met Recofa het meest opmerkelijke dat is besproken tijdens dat overleg. Recofa heeft namelijk besloten dat sanieten, waarvan het inkomen lager is dan het vrij te laten bedrag, niet langer het bewindvoerderssalaris hoeven te betalen. Waar de bewindvoerder voorheen nog tot de beslagvrije voet het bewindvoerderssalaris mocht incasseren wanneer er in het Vtlb geen draagkracht was, houdt de incassomogelijkheid nu op bij het Vtlb. Zie ook het Vtlb-rapport versie januari 2014, paragraaf 1.4 onder punt 6.
Dit is om verschillende redenen toch wel heel vreemd. Met het oog op de Nota van Toelichting en het doel van de AMvB is het vreemdste toch wel dat de voor het ministerie van Veiligheid en Justitie beoogde besparing hiermee in één klap van tafel wordt geveegd. Immers, als van sanieten met een inkomen onder Vtlb niet toch tenminste het bewindvoerderssalaris mag worden gevergd, zal het aantal lege boedels drastisch toenemen en dient zowel het vaste deel (voorheen subsidie) als het variabele deel (voorheen salaris) uit ’s Rijks schatkist te komen.
Het bovenstaande heeft nog geen directe gevolgen voor de bewindvoerder. Immers, het bedrag dat de bewindvoerder minder uit de boedel kan opnemen, wordt gecompenseerd door de aanvullende vergoeding. Het is echter volgens mij wel een ongewenste bijwerking van de beslissing van Recofa, die niet is ingecalculeerd bij de eerder genoemde besparing van 4 miljoen euro. De beoogde doelen van de wijziging van de vergoedingenstructuur zijn immers enerzijds waarborgen dat de bewindvoerder voortaan in alle schuldsaneringsregelingen de berekende vergoeding voor de uitvoering van zijn wettelijke taken ontvangt, dus ook in geval van een lege boedel, en anderzijds de kosten neerleggen waar zij thuishoren, namelijk bij de schuldenaar. Het eerste doel wordt weliswaar behaald, daarover later meer. Maar de rekening zal vervolgens in veel gevallen toch weer aan de maatschappij gepresenteerd worden.
Over de waarborgen van de vergoeding tot slot nog het volgende. BBW heeft tijdens het eerder genoemde overleg met Recofa al haar zorgen geuit ten aanzien van de voorfinanciering die van bewindvoerders wordt gevergd. In het oude systeem, dat nog steeds geldt voor alle zaken die vóór 1 oktober 2013 zijn uitgesproken, kan door de bewindvoerder gedurende de looptijd van de schuldsaneringsregeling salaris worden opgenomen uit de boedel. Ten behoeve van de liquiditeit zal dat veelal een maandelijkse opname zijn. Daarnaast wordt aan het begin van de regeling 50% en na 18 maanden nog eens 25% van de subsidie uitbetaald en resteert aan het einde van de reguliere looptijd nog slechts de laatste 25% subsidie te betalen. Het voorfinancieren door de bewindvoerder wordt hiermee, in de meeste gevallen, redelijk opgevangen.
In het nieuwe systeem is het nog steeds geoorloofd om tussentijds, bij wijze van voorschot, periodiek de bewindvoerdersvergoeding op te nemen en is het zelfs mogelijk een hoger bedrag op te nemen dan in de oude systematiek, namelijk maandelijks 1/36 deel van de totale vergoeding. Uiteraard wel alleen als de boedel het toelaat en voor zover die boedel onbezwaard is. Dat is echter precies waar de schoen wringt: de boedel moet toereikend zijn. Nu Recofa heeft besloten dat voor het berekenen van de boedelafdracht enkel nog de som ‘inkomen minus Vtlb’ mag worden gehanteerd, zal dit zoals gezegd resulteren in veel meer lege boedels. Immers, voorheen kon vaak nog tenminste (een deel van) het bewindvoerderssalaris worden afgedragen. Het probleem van voorfinanciering wordt hierdoor nog veel groter dan vooraf voorzien, want waar wordt gedurende de looptijd van de regeling het salaris van betaald als er geen boedel is en alleen een voorschot van € 800,00 aan “vaste vergoeding” is uitbetaald? Ik voorzie dat bewindvoerderskantoren in financiële problemen kunnen komen omdat de liquiditeit daardoor in het geding komt.
Kortom, de AMvB beloofde voor de bewindvoerder minder risico’s en voor de overheid een forse besparing. Het is echter maar zeer de vraag of de overheid het gewenste bedrag bespaart nu Recofa de incassomogelijkheid heeft beperkt. Voor de bewindvoerderskantoren is het niet meer de vraag of ze in liquiditeitsproblemen komen, alleen wanneer dit zich in de komende drie jaar zal gaan openbaren. Temeer daar in enkele regio’s de kantoren ook nog eens geconfronteerd worden met een dalende instroom. De kantoren die de nieuwe subsidieregeling al hebben doorgerekend zijn unaniem van mening dat er binnen de komende drie jaar forse liquiditeitsproblemen zullen ontstaan. Zoals Geert Benedictus in de vorige opinierubriek concludeerde ten aanzien van de postblokkade, geldt ook hier dat voorlopig moet worden geroeid met de riemen die we hebben.
* Eva Timmermans is bewindvoerder bij Poelmann van den Broek Advocaten te Nijmegen. Zij heeft dit artikel op persoonlijke titel geschreven.
Documentsoort
- Vakliteratuur
- Wsnp periodiek
Trefwoorden
- Wsnp Periodiek
Gerelateerd
Dit artikel beschouwt de afhandeling van de compensatie kinderopvangtoeslagaffaire in relatie met de Wsnp.
Geen schone lei wordt toegekend in een Wsnp die eindigt omdat alle (aangemelde) vorderingen voldaan kunnen worden. Dit artikel legt uit hoe te werk te gaan om toch een schone lei te krijgen.
Dit artikel informeert over een aantal wetsvoorstellen ten aanzien van de Wsnp, te weten: verkorting goede-trouw-termijn en de flexibilisering wachttermijn tien jaar.