Nieuw Iers recht – inspiratie voor sanering hypotheekschulden
Praktische aspecten van het nieuwe Ierse insolventierecht met speciale aandacht voor de hypotheekproblematiek.
Wsnp Periodiek augustus 2014, nummer 18
Arnoud Noordam
Twee vooraanstaande experts van Iers insolventierecht hebben mij voorzien van waardevolle informatie: de advocaat (solicitor) Bill Holohan (zie nader www.holohanlaw.ie) en Mitchell O’Brien, een financieel adviseur en tevens Personal Insolvency Practitioner (www.sustainabledebt.ie). Ik ben hen zeer erkentelijk voor door hen verstrekte inlichtingen over praktische aspecten van het nieuwe Ierse insolventierecht. Uiteraard blijf ik als auteur volledig verantwoordelijk voor de inhoud van dit artikel.
1. Inleiding
1.1 De Europese Unie heeft nu 28 lidstaten. Twintig daarvan hebben inmiddels een wettelijke schuldsaneringsregeling. Ierland introduceerde met de in 2013 in werking getreden Personal Insolvency Act, 2012 drie nieuwe wettelijke schuldsaneringsregelingen: een Debt Relief notice (DRN) voor een schuldenlast tot € 20.000, een Debt settlement Arrangement (DSA) voor een schuldenlast boven de € 20.000 en een Personal Insolvency Arrangement (PIA) om ook hypotheekschulden in de sanering te betrekken. Tegelijkertijd heeft Ierland de Bankruptcy Act, 1988 aangepast. De belangrijkste wijziging is dat de looptijd van bankruptcy is teruggebracht van 12 jaar naar 3 jaar. Aangezien een succesvol verlopen bankruptcy-procedure óók een schone lei oplevert (automatic discharge from bankruptcy), kent Ierland nu maar liefst vier schuldsaneringsprocedures voor natuurlijke personen. Uit verschillende bepalingen blijkt dat de Ierse wetgever zowel debiteuren als crediteuren dwingt eerst de mogelijkheid van een arrangement te onderzoeken alvorens bankruptcy mogelijk is. Zo moet een schuldenaar die zijn faillissement aanvraagt, aantonen zich te hebben ingespannen om een regeling (DSA of PIA) met zijn schuldeisers te treffen. En een hypotheekbank, bijvoorbeeld, kan geen faillissement aanvragen indien hij een PIA, met een voorstel tot herstructurering van de hypotheek, redelijkerwijs niet mocht weigeren.
1.2 In de hierna volgende paragraaf 2 wordt een korte beschrijving van de vier verschillende procedures gegeven. Paragraaf 3. schenkt specifieke aandacht aan de sanering van hypotheekschulden in bankruptcy en paragraaf 4. gaat nader in op de herstructurering van hypotheekschulden via een Personal Insolvency Arrangement (PIA). Om enig inzicht te krijgen in het gebruik van de nieuwe saneringsregelingen zijn in paragraaf 5. cijfers opgenomen o.a. over de aantallen toepassingen van de regelingen door de Ierse rechter. Geïnspireerd door de Ierse oplossingen geef ik in paragraaf 6. enkele overwegingen tot aanpassing van ons saneringsrecht om herstructurering van hypotheekschulden binnen de Wsnp-regeling te faciliteren (zie ook de Opinie in dit WP-nummer van Berend Engberts).
1.3 Dit overzichtsartikel bespreekt slechts enkele hoofdlijnen van de Ierse regelingen. Verwijzingen naar wetsartikelen zijn grotendeels achterwege gelaten en vele details en uitzonderingen blijven onbesproken. De website van de Insolvency service of Ireland, www.isi.gov.ie, is een zeer toegankelijke bron van informatie waar o.a. de integrale wetteksten zijn te vinden. Ook zijn heldere toelichtingen opgenomen en zijn diverse saneringsscenario’s aan de hand van concrete voorbeelden uitgewerkt.
2. Vier Ierse schuldsaneringsregelingen
2.1 Debt Relief notice
De schuldenaar dient een volledige verklaring af te leggen van zijn financiële situatie. Een zogenoemde Approved Intermediary bespreekt met de schuldenaar de vier saneringsregelingen en bespreekt ook de toelatingscriteria. Voor een Debt Relief notice (DRN) komen alleen in aanmerking personen, met een schuldenlast van maximaal € 20.000, die (a) hun schuldenlast niet binnen drie jaar kunnen betalen, (b) een aflossingscapaciteit hebben van minder dan € 60 per maand en (c) bezittingen hebben met een waarde van maximaal € 400 bovenop een vrijstelling van € 6.000 welke vrijstelling door de High Court ook nog verhoogd kan worden. Biedt een DRN een adequate oplossing dan dient de intermediair de DRN-aanvraag in bij de Insolvency service die op haar beurt, eventueel met aanvulling van nadere informatie, het verzoek aan de rechter voorlegt (kosten € 100). Na afgifte van de DRN door de rechter staat de schuldenaar drie jaar onder de supervisie van de Insolvency service. Tijdens deze drie jaar kunnen crediteuren geen incassomaatregelen nemen. Een DRN is geen algemene liquidatieprocedure. De schuldenaar is slechts verplicht af te lossen als zijn maandinkomen met € 400 toeneemt (dus bovenop het eerder genoemde maximum van € 60 per maand). Andere ontvangsten en giften dienen alleen afgedragen te worden indien zij meer bedragen dan € 500. Daar staat tegenover dat nogal wat schulden niet met een DRN gesaneerd kunnen worden (waaronder alimentatieschulden en boetes) of alleen met medewerking van desbetreffende crediteuren (o.a. belastingen). Een DRN kan met name dienen om credit-cardschulden, persoonlijke leningen, huurschulden en schulden aan nutsleveranciers te saneren. De schuldenaar kan de gehele schuldenlast ook nog tussentijds afkopen door 50% op zijn schulden af te lossen. Een persoon komt maar éénmaal in aanmerking voor een DRN.
2.2 Opdracht aan Personal Insolvency Practitioner voor Debt Settlement Arrangement of Personal Insolvency Arrangement
Indien een schuldenaar een hogere schuldenlast heeft dan € 20.000 is hij aangewezen op een Debt settlement Arrangement (DSA) of een Personal Insolvency Arrangement (PIA). Hypotheekschulden kunnen via een PIA geherstructureerd worden, niet met een DSA. Kosten van een DSA bedragen € 250, voor een PIA is een schuldenaar € 500 kwijt. Om toegang te verkrijgen tot een DSA of een PIA dient de schuldenaar eerst een Personal Insolvency Practitioner (PIP) aan te stellen. Deze PIP kan een voorstel aan crediteuren opstellen voor een van de arrangements, een DSA of een PIA. Bovendien kan de PIP, via de Insolvency service, een moratorium aanvragen voor, in beginsel, 70 dagen gedurende welke periode dan aan een regeling met crediteuren gewerkt kan worden (Protective Certificate). Zowel bij de DSA als de PIA is er weer een aantal typen schulden, dat niet gesaneerd kan worden (o.a. alimentatie, boetes en aansprakelijkheden) of alleen met toestemming van de desbetreffende crediteuren (o.a. belastingschulden). In beide regelingen dienen preferente schuldvorderingen volledig voldaan te worden tenzij de desbetreffende preferente crediteuren met een andere regeling instemmen. Zowel bij een DSA als bij een PIA dient de PIP, indien haalbaar, een voorstel op te stellen waarbij de schuldenaar niet gedwongen wordt zijn huur- of koopwoning te verlaten. Belangrijk verschil tussen bankruptcy en de arrangements is dat in bankruptcy alle activa overgaan op de Assignee (liquidatieprocedure), terwijl de schuldenaar bij een arrangement kan blijven beschikken over zijn activa (geen liquidatieprocedure). Overigens dient de schuldenaar bij een arrangement wel volledige informatie te verschaffen over zijn activa en kan de verkoop van activa ook onderdeel uitmaken van het saneringsvoorstel aan de crediteuren.
2.3 Debt settlement Arrangement
De PIP stuurt een voorstel aan de crediteuren om tot een schuldregeling te komen. Het voorstel wordt gebaseerd op een saneringsperiode van maximaal vijf of zes jaar. Het voorstel wordt in een crediteurenvergadering in stemming gebracht en aangenomen wanneer stemmende crediteuren die tenminste 65% bezitten van de ter vergadering vertegenwoordigde schuldvorderingen, vóór stemmen; wanneer ter vergadering door crediteuren geheel niet gestemd wordt, dan wordt het voorstel geacht te zijn aangenomen. Gedurende de saneringsperiode dient de schuldenaar zijn aflossingscapaciteit over te maken aan de PIP, ter uitdeling aan de crediteuren. Wanneer de regeling succesvol beëindigd wordt, verkrijgt de schuldenaar een schone lei.
2.4 Personal Insolvency Arrangement
Via een Personal Insolvency Arrangement (PIA) kunnen niet alleen unsecured debts gesaneerd worden, maar kunnen ook secured debts, zoals hypotheekschulden, gesaneerd c.q. geherstructureerd worden. Voor de secured debts geldt een maximum van € 3 miljoen, tenzij alle secured creditors instemmen met sanering van een nog hoger bedrag. Gezien de meest voorkomende vorm spreek ik verder, gemakshalve, van hypotheekschulden en de hypotheekhouder/bank. Voor een PIA moet er tenminste één hypotheekschuld zijn. Ook moet de schuldenaar, in beginsel, tenminste gedurende zes maanden voorafgaand aan de PIA hebben meegedaan aan een minnelijk traject waarbij samen met de hypotheekhouder getracht wordt een arrangement te maken om de hypotheekachterstanden weg te werken (mortgage arrears process). De Personal Insolvency Practitioner kan echter verklaren dat de schuldenaar zelfs met zo’n minnelijk traject binnen vijf jaar nog niet solvent zou zijn. In dat geval kan een dergelijk hypotheek-achterstand-traject achterwege blijven. De unsecured debts worden binnen maximaal zes of zeven jaar gesaneerd – een veel kortere periode is ook toegestaan. Voor de hypotheekschulden kent de PIA diverse op maat gesneden oplossingen, zie paragraaf 4. hieronder.
2.5 Bankruptcy
Bij de beoordeling van verzoeken tot faillietverklaring, afkomstig van de schuldenaar of schuldeisers, beoordeelt de rechter eerst of geen arrangement mogelijk is (een DSA of PIA). Faillietverklaring op verzoek van één of meer schuldeisers is slechts in bepaalde (fraude)situaties mogelijk en vereist dat de vorderingen van de aanvragende crediteur(en) een bedrag van € 20.000 overstijgen. Bij een eigen aanvraag dient de schuldenaar aan te tonen dat het tekort (schulden minus actief ) minstens € 20.000 bedraagt. De schuldenaar dient voorts € 650 aan de Insolvency service te betalen en in een later stadium nog eens € 210 stamp duty aan de High Court. Bij faillietverklaring gaan de activa van de schuldenaar over naar de Official Assignee, een functionaris van de Insolvency service, en worden vereffend ten behoeve van de schuldeisers. De failliete schuldenaar mag wederom actief met een waarde tot € 6.000 behouden (zie par. 2.1). Voor de family home waar echtgenoten of civil partners wonen (en ook nog voor shared homes) kent de Bankruptcy Act beschermende regelingen (zie nader par. 3). Na drie jaar bankruptcy volgt een automatische discharge. Nog niet verkochte eigendommen blijven echter, ook na die drie jaar, in handen van de Official Assignee met het oog op liquidatie. Voorts kan bepaald worden dat ook na het verkrijgen van de schone lei nog twee jaar afgelost moet worden, via een zogenoemde Payment Order voor, in totaal, maximaal vijf jaar. Hierbij wordt, vergelijkbaar met ons vtlb, rekening gehouden met redelijke kosten van levensonderhoud (reasonable living expenses). Het faillissement kan overigens ook na een periode korter dan drie jaar eindigen via een akkoord.
3. Bankruptcy Act, 1988 – family home en hypotheekschulden
3.1 In bankruptcy gaan alle activa over naar de Official Assignee (met een drempel van actief tot € 6000), zo ook de family home (of shared home, hierna: de woning). De Assignee kan de woning verkopen, maar alleen met toestemming van de rechter (the High Court). Na afweging van de belangen van crediteuren, de schuldenaar, diens partner en kinderen kan de rechter bevelen de verkoop uit te stellen. Omdat tussen echtelieden niet van rechtswege een gemeenschap van goederen bestaat, zal de Assignee in voorkomende geval proberen ‘zijn’ helft van de woning aan de partner van de failliet te verkopen, tenminste als er overwaarde is. In de Ierse praktijk, zo begrijp ik, wordt niet op verkoop aangedrongen als de hypotheeklasten overeenkomen met huurlasten die begrepen zijn in de reasonable living expenses (zie slot par. 2.5).
3.2 Een secured creditor (hypotheekhouder) heeft drie opties. (1) De hypotheekhouder kan ervoor kiezen geheel buiten het faillissement te blijven en zijn vorderingen niet in te dienen. Hij behoudt dan zijn rechten als hypotheekhouder. (2) De hypotheekhouder kan er ook voor kiezen zijn hypotheekrecht op te geven en zijn gehele vordering als concurrente vordering in te dienen. (3) De hypotheekhouder kan ook zijn vordering bij de Assignee indienen. Als de hypotheekhouder verkoopt, kan hij zijn eventuele restantvordering indienen bij de Official Assignee. Indien de hypotheekhouder niet verkoopt, dan kan hij slechts een vordering indienen voor het ongedekte deel (balance due). Daartoe dient hij de geschatte waarde van het onderpand op te geven alleen de restantvordering boven deze waarde kan hij dan indienen. De Official Assignee kan aldus het zekerheidsrecht van de crediteur afkopen tegen de door de crediteur geschatte waarde van het onderpand.
3.3 Als de hypotheekhouder geheel buiten het faillissement blijft dan valt de vordering van de hypotheekbank niet onder de schone lei. Dient de hypotheekhouder een vordering in dan valt de ingediende (restant)vordering wel onder de schone lei. Zoals opgemerkt, gaan alle activa over naar de Official Assignee. Ook na de discharge blijft de Offical Assignee gerechtigd over de woning te beschikken ten behoeve van de crediteuren. Maar de Official Assignee kan er ook voor kiezen, indien er geen overwaarde is, de woning weer terug te leveren aan de schuldenaar tegen een nominaal bedrag, bijvoorbeeld € 1.
4. Personal Insolvency Arrangement (PIA) en hypotheekschulden
4.1 Zoals opgemerkt, kan een PIA diverse schulden betreffen, maar zijn ook bepaalde schulden uitgezonderd dan wel is toestemming van desbetreffende schuldeisers vereist om bepaalde schulden in de PIA te betrekken. De voorstellen voor een arrangement kunnen onder meer inhouden (a) betaling van een lump sum door de debiteur of een derde, (b) een betalingsregeling met crediteuren, (c) een regeling tot overdracht van een of meer activa van de schuldenaar aan de PIP of een andere persoon die optreedt als trustee voor de crediteuren, (d) een overdracht van bepaalde activa aan alle crediteuren of een of meer specifieke crediteuren, (e) de verkoop van activa door of onder supervisie van de PIP ten behoeve van de crediteuren, (f ) specifieke regelingen voor hypotheekschulden.
4.2 Met betrekking tot hypotheekschulden kan een PIA één of meer van de volgende voorstellen bevatten om de hypotheeklast van de schuldenaar te verlichten (article 102 sub (6) (a)-(i) Personal Insolvency Act 2012):
- de schuldenaar betaalt gedurende de looptijd van de PIA rente en slechts een deel van het aflossingsbedrag;
- de schuldenaar betaalt tijdens de PIA alleen rente;
- verlenging van de looptijd van de hypotheekschuld (looptijd hypotheek) en/of de terugbetalingstermijnen;
- uitstel van betalingsverplichtingen gedurende de PIA;
- wijziging berekening rentepercentage;
- vermindering van de hypotheekschuld onder de voorwaarde dat de hypotheekbank een deel van het eigendom van het onderpand verwerft;
- vermindering van de hypotheekschuld onder de voorwaarde dat, wanneer het onderpand later verkocht wordt voor een hogere prijs dan de onder de PIA geschatte marktwaarde (estimate, made in good faith, of the market value), het hypotheekrecht zich uitstrekt tot die meeropbrengst;
- betalingsachterstanden ontstaan vóór en tijdens de PIA opgeteld worden bij de hoofdsom; en
- vermindering van de hoofdsom tot een gespecificeerd bedrag.
4.3 Ook bij een PIA is uitgangspunt dat de schuldenaar zijn woning (principal private residence) niet behoeft te verkopen althans niet behoeft te verlaten – een en ander voor zover praktisch haalbaar (reasonably practicable). Indien het onderpand toch verkocht wordt en de opbrengst minder is dan de hypotheekschuld, dan valt de resterende hypotheekschuld (onderwaarde) in de categorie van concurrente vorderingen en tevens onder de werking van schone lei. De eventuele schuldverminderingen bedoeld in de diverse PIA-voorstellen besproken in par. 4.2 (zie (f ), (g) en (i)) worden eerst gerealiseerd met het verkrijgen van de schone lei. Bij latere verkoop boven de geschatte marktwaarde zal de bank aanspraak maken op (een deel van) het meerdere – deze bijbetalingsregeling geldt gedurende 20 jaar na aanvang van de PIP, maar eindigt eerder als de hypotheekschuld inmiddels is afgelost. Indien het onderpand niet verkocht wordt, dan zal de restanthypotheekschuld, na schuldvermindering krachtens de PIA, in beginsel, niet lager worden dan de marktwaarde van het onderpand.
4.4 Bij de stemming door crediteuren over een voorstel voor een PIA is een 65%-meerderheid nodig van alle ter vergadering vertegenwoordigde schuldvorderingen. Echter, ook is vereist de voorstem van crediteuren die samen 50% van de concurrente vorderingen hebben én de voorstem van de crediteur(en) die (samen) 50% van de hypotheekvordering heeft (hebben).
4.5 Personal Insolvency Practitioner Mitchell O’Brien schetste mij, in een telefoongesprek medio juli jl., de volgende, doeltreffende werkwijze. Stel dat de woning € 100.000 waard is en de hypotheekschuld € 200.000 bedraagt. Stel voorts dat de reasonable living expenses (vgl. ons vtlb) het mogelijk maken dat de schuldenaar hypotheeklasten betaalt over een gereduceerde hypotheekschuld van € 150.000. De concurrente schulden bedragen € 40.000. O’Brien stelt dan aan de hypotheekbank voor om de hypotheekschuld te verminderen tot € 150.000 waarbij het restant wordt omgezet in een concurrente vordering van € 50.000 en de schuldenaar in de woning blijft. Dan is aan de bevoorrechte, secured creditors € 150.000 verschuldigd en aan de concurrente € 90.000 (€ 40.000 vermeerderd met het afgeschreven deel, € 50.000, van de oorspronkelijke hypotheekschuld). Bij verkoop van het onderpand zou de bank slechts € 100.000 tegemoet kunnen zien; de voorgestelde PIA is derhalve aantrekkelijk voor de bank en de bank stemt vóór. Voorts krijgen de gezamenlijke unsecured creditors een lump sum aangeboden van, zeg, € 100. De hypotheekbank heeft ook een meerderheidstem gekregen in de groep van deze unsecured creditors en stemt wederom vóór. De duur van de regeling kan in een dergelijk scenario aanzienlijk bekort worden – van zes jaar naar enkele maanden – omdat de hypotheekschuld in één keer afgeboekt kan worden en de lump sum van € 100 ook ineens betaald wordt. O’Brien gaf wel toe dat deze oplossing minder makkelijk gerealiseerd kan worden indien het verschil tussen de onderwaarde € 100.000 en de concurrente schulden (€ 40.000) minder groot is; gezien de ingestorte Ierse onroerendgoedmarkt werkt deze aanpak in de meest gangbare gevallen op dit moment goed.
5. Gebruik nieuwe regelingen – eerste cijfers
Het dunbevolkte Ierland telt nog geen vijf miljoen inwoners. Ieren met een problematische schuldensituatie deden nauwelijks een beroep op de voormalige Ierse faillissementsregeling met het 12 jaars-regime. In 2009 waren er in heel Ierland slechts 15 bankruptcies uitgesproken op verzoek van schuldenaren (natuurlijke personen), in 2012 waren dat er 35. Vanaf december 2013 is de termijn verkort van 12 naar 3 jaar en alleen al in de eerste twee kwartalen van 2014 zijn 164 Ieren op eigen verzoek failliet verklaard. In vergelijking met dit nog bescheiden aantal is het beroep op de nieuwe Ierse saneringsregelingen aanzienlijk te noemen: sinds september 2013 zijn meer dan 850 verzoeken ingediend voor toepassing van een van de drie geheel nieuwe regelingen, waarvan de meeste, ruim 500, voor de PIA (ook voor hypotheken). Eind tweede kwartaal werden circa 50 verzoeken per week ingediend. Tot en met juni 2014 hebben de rechtbanken ruim 220 Protective Certificates en 110 Debt Relief notices afgegeven. Verder zijn bijna 40 Debt settlement Arrangements en ruim 30 Personal Insolvency Arrangements goedgekeurd door crediteuren. Gezien de omvang van de schuldenproblematiek verwacht de Insolvency service of Ireland dat deze aantallen nog maar een fractie vertegenwoordigen van wat op middellange termijn te verwachten is.
6. Aanpassing Wsnp dringend gewenst
6.1 Voor zover mij bekend, is Ierland, na Griekenland, het tweede EU-land dat in zijn insolventiewetgeving oplossingen aandraagt voor de sanering van hypotheekschulden die op de woning van de schuldenaar drukken. De mogelijkheden die de Ierse Personal Insolvency Arrangement (PIA) biedt om hypotheekschulden te herstructureren huldigen het uitgangspunt, ook door de Nederlandse wetgever onderschreven, dat de schuldenaar die de maandlast kan opbrengen in zijn woning kan blijven. Daarbij waarborgt het Ierse systeem gerechtvaardigde belangen van hypotheekhouders. De gedeeltelijke afboeking van (restant) vorderingen wegens onderwaarde is niet meer dan de logische consequentie van (a) het feit dat verwezenlijking van een zekerheidsrecht zijn begrenzing vindt in de marktc.q. executiewaarde van het onderpand, en (b) het insolventierechtelijke beginsel dat concurrente (rest)schuldvorderingen in insolventiesituaties gelijke behandeling verdienen. Voorzieningen in het Ierse recht, waarbij de hypotheekhouder na afboeking van haar vordering een deel van de eigendom verwerft dan wel meedeelt in een latere gerealiseerde verkoopopbrengst die hoger is dan de eerder geschatte marktwaarde, voorkomen dat hypotheekbanken vorderingen gedwongen afschrijven terwijl schuldenaren eenzijdig zouden profiteren van latere waardestijgingen.
6.2 De Ierse PIA en de herstructurering van de hypotheekschuld is afhankelijk van de instemming van hypotheekbanken. Maar zolang de hypotheekbank met een PIA beter af is dan met faillissement, zal de bank redelijkerwijs niet anders kunnen dan instemmen met een saneringsvoorstel PIA (zie het voorbeeld geschetst in par. 4.5). Zou de bank weigeren, dan zou zij in feite haar aandeelhouders benadelen. De formele vrijheid van de bank een saneringsvoorstel te weigeren wordt voorts beperkt door de regel dat faillietverklaring op verzoek van een hypotheekbank niet mogelijk is indien de hypotheekbank een PIA-voorstel, naar het oordeel van de rechter, redelijkerwijs niet had mogen weigeren. De tijd zal leren in welke mate hypotheekbanken vrijwillig tot herstructurering bereid zijn, of wellicht door de Ierse rechter gedwongen worden als vrijwillige medewerking uitblijft – een en ander zal mogelijk mede afhankelijk zijn van de economische ontwikkelingen en de waardeontwikkeling van onroerend goed.
6.3 Duidelijk is in ieder geval dat de Ierse wetgever met de PIA een nieuwe weg is ingeslagen. Ik zou menen dat het geworstel in de Wsnp-praktijk met hypotheekschulden de Nederlandse wetgever genoeg reden geeft tot herziening van onze wetgeving rond sanering van hypotheekschulden. Recofa en de financiële sector kunnen m.i. zelf geen fundamentele herziening gestalte geven. Daarvoor is de vereiste wijziging van regelgeving te ingrijpend en zijn de belangen te groot. Hoewel het Ierse systeem formeel nog instemming van de hypotheekbanken vergt, zou de Nederlandse wetgever een stap verder kunnen gaan door gedwongen herstructurering van hypotheekschulden mogelijk te maken in het geval hypotheekhouders een redelijk voorstel tot herstructurering, gedaan door een schuldenaar/natuurlijk persoon in een problematische schuldsituatie, afwijzen. Bij een dergelijke wetswijziging zal wel rekening moeten worden gehouden met de wettelijke verdeelsleutel tussen concurrente en bevoorrechte crediteuren (art. 349 lid 2 Fw). Gezien de hoogte van uitdelingen in Wsnp-zaken aan concurrente crediteuren lijkt een lump sum van € 100 voor de gezamenlijke concurrente crediteuren, aan de lage kant. Maar wellicht dient ook onze verdeelsleutel beter op maat gesneden te worden om sanering van hypotheekschulden in de Wsnp te faciliteren.
Documentsoort
- Vakliteratuur
- Wsnp periodiek
Trefwoorden
- Koopwoning
- Wsnp Periodiek
Gerelateerd
Uitleg over de verkoop van een woning met twee eigenaren; één in de Wsnp, de ander niet in de Wsnp. Als de andere mede-eigenaar de woning niet wil verkopen, dan de Wsnp-bewindvoerder hieraan voorbijgaan middels een machtiging tot tegeldemaking.
De auteur bespreekt de eigen woning in de Wsnp, en hoe hiermee om te gaan. Aan bod komt de rechtspraak en het (gebrek aan) algemeen beleid, de seperatistenregeling, en dat de woning in de boedel valt ongeacht of deze wel/niet verkocht wordt.
Uitleg over de verkoop van een koopwoning. In het bijzonder de ergernissen bij het uitwinnen van de zekerheden (de hypotheekrecht, positie van de seperatist) en hoe hiermee om te gaan.