Blijven aanmodderen in het minnelijk traject of saneren met schone lei?
Personen met een problematische schulden kunnen verstrikt raken in een perspectiefloos regelsysteem. De weg naar de Wsnp is soms nauwelijks te vinden. Dit artikel geeft een aanzet om de problemen op te lossen.
W.C.A. Zijp* en M.E.B. Willebrands**
Naar aanleiding van een artikel in de Volkskrant van 17 februari 2018 van prof. mr. N.J.H. Huls, betreffende het probleem dat personen met een problematische schuldenlast verstrikt raken in een perspectiefloos schuldenregelsysteem, en waarin zij de weg naar de wettelijke schuldsaneringsregeling nauwelijks weten te vinden, willen wij op ons vakgebied een aanzet geven om de ontstane problemen op te lossen.
Al eerder heeft Huls in 2016 bij zijn afscheidscollege aan de Universiteit van Leiden het probleem aan de orde gesteld. Natuurlijke personen met een problematische schuldenlast worden niet langer effectief geholpen bij het oplossen van hun schulden, maar verzanden in hulpverleningsinstanties zonder zicht op een schuldenvrije toekomst.
Wij als Wsnp bewindvoerders, die dagelijks te maken hebben met personen met een problematische schuldenlast, zien dat het aantal Wsnp-verzoeken met rasse schreden terugloopt. Dit is een zorgelijke ontwikkeling temeer omdat het aantal mensen met problematische schulden niet is verminderd. In ons tweejaarlijks overleg tussen de Wsnp bewindvoerders en rechtbank (Noord-Holland) en in andere overlegsituaties is deze problematiek al eerder aan de orde gesteld.
Maar wie bepaalt hoe de schuldhulpverlening en schuldsanering georganiseerd wordt? En kunnen wij als Wsnp-bewindvoerders een bijdrage leveren aan verbetering van het systeem?
Gezien de huidige ontwikkelingen zijn wij van mening dat passiviteit ons niet past. Wij dienen onze invloed uit te oefenen ter verbetering van het systeem.
Zoals Huls in zijn artikel benoemt en wat ons allen bekend is, is de hulpverlening aan mensen met een problematische schuldenlast steeds uitgebreider en diffuser geworden. In eerste instantie kon een persoon met problematische schulden zich bij het gemeenteloket van zijn woonplaats aanmelden en werd een minnelijk traject door de gemeente zelf of door een gemandateerde organisatie opgestart. Indien dit minnelijke traject niet slaagde, werd bij de rechtbank een verzoek ingediend om toegelaten te worden tot de schuldsaneringsregeling.
Doordat in 2006 en 2007 het aantal toelatingen tot de schuldsaneringsregeling sterk toenam en de werkdruk bij de rechtelijke macht ook toenam, meende de wetgever de Wsnp-wetgeving te moeten aanpassen. De wetgever koos twee hoofddoelstellingen: ten eerste moesten procedures vereenvoudigd worden en ten tweede werden de eisen voor toelating tot de Wsnp aangescherpt. Het eerste doel is in alle redelijkheid gelukt, het tweede doel in zekere zin, maar niet via de kennelijk door de wetgever beoogde weg. Het strengere toelatingsbeleid heeft maar beperkte invloed gehad op het aantal toepassingen van de Wsnp door de rechter.
Het is namelijk de afname van het aantal aanvragen om toelating tot de Wsnp die het aantal dalende Wsnp zaken verklaart. Deze afname van Wsnp-aanvragen lijkt samen te hangen met de strengere toelatingseisen die door gemeenten en schuldhulpverleners in het minnelijk traject worden gehanteerd. Zij gebruiken de strengere toelatingseisen kennelijk vooral om schuldenaren (nog) niet tot de schuldhulpverlening toe te laten. De schuldhulpverlener lijkt voor rechter te spelen. Daar waar sprake is van schulden die een mogelijke toelating tot de Wsnp in de weg zouden kunnen staan, worden betalingsregelingen met schuldeisers getroffen die eindeloos kunnen doorlopen, zonder dat het tot een echte sanering komt. De precieze oorzaak van deze wijze van handelen is niet geheel duidelijk. Bureaucratie, onvoldoende kennis van schuldenproblematiek en gebrek aan beleid bij gemeenten en schuldhulpverleners vormen een mogelijke oorzaak. In dit verband wijzen wij op een rapport van de Nationale Ombudsman van 19 januari 2018 “Een open deur?”. Dit betreft een onderzoek naar de toegankelijkheid tot de gemeentelijke schuldhulpverlening.
De verschillende instanties hebben in de afgelopen jaren hun eigen methode van schuldhulpverlening ontwikkeld, waarbij meer de nadruk is komen te liggen op het regelen van schulden, in plaats van het oplossen van schulden. Het nodeloos voortzetten van betalingsregelingen met schuldeisers, zonder toekomstperspectief, is onwenselijk. De schulden dienen binnen een vastgestelde periode opgelost te worden zoals binnen de Wsnp het geval is.
Een ieder die met schuldhulpverlening te maken heeft en zijn of haar oor te luisteren legt, weet dat in de schuldhulpverlening sprake is van foutieve aannames. Het bezit van een eigen huis zou een toelating tot de schuldsaneringsregeling in de weg staan, evenals CJIB-schulden, belastingschulden en fraudeschulden. Allemaal aannames die geheel of gedeeltelijk onjuist zijn, maar waar wel de nodige consequenties aan verbonden worden en een toelating tot schuldhulpverlening bemoeilijken. Het is dan ook zaak om niet verder af te wachten, totdat de wettelijke schuldsaneringsregeling tot een marginaal onderdeel van de faillissementswet is gereduceerd.
Mensen met een problematische schuldenlast komen niet meer daar terecht waar zij terecht zouden moeten komen. Of het nu gaat om civiele bewindvoerders, schuldhulpverleners, schuldhulpmaatjes of wijkteams, het zijn allemaal organisaties die baat hebben bij het zolang mogelijk onder zich houden van de hulpvrager. Wij kennen vanuit de praktijk de mensen die jaren hebben doorgemodderd in een of ander schuldentraject voordat zij uiteindelijk in de Wsnp terecht kwamen. Het is dan ook de hoogste tijd om het roer om te gooien en mensen met een problematische schuldenlast weer te helpen door ze een schuldenvrije toekomst te bieden, waarvoor de Wsnp ooit is uitgevonden.
De oplossing moet vanuit de basis komen en dat zijn aan de ene kant de rechtbanken en aan de andere kant wij, de Wsnp bewindvoerders en liefst ook van de gemeenten. Ons voorstel houdt in dat er voor de toelating tot de Wsnp wel een minnelijk traject moet worden gehouden, maar dat er een tijdslimiet c.q. maximale duur moet komen aan dit minnelijke traject. Ditzelfde geldt overigens ook voor mensen die onder civiel bewind staan en waar nog geen gebruik wordt gemaakt van bestaande schuldhulpverlening. Ook aan het zelf regelen van de schulden door de civiele bewindvoerder moet een limiet worden gesteld. Hetzelfde geldt voor schuldhulpmaatjes, wijkteams of vergelijkbare instellingen die zich met personen in schuldensituaties bezighouden.
De maximale duur die wij voorstellen is zes maanden. Gezien de ervaring die wij zelf hebben met schuldhulpverlening is deze termijn voldoende om een minnelijk traject op te zetten en al dan niet te laten slagen. Iedereen die dus langer dan zes maanden bij een schuldhulpverlenende organisatie staat ingeschreven, onder civiel bewind staat of zich in een vergelijkbare situatie bevindt, heeft recht om een verzoek tot toelating tot de Wsnp in te dienen. In eerste instantie zou de gemeente waar de schuldhulp is aangevraagd na het verlopen van de termijn van zes maanden, gedwongen moeten worden een Wsnp aanvraag in te dienen. Indien dit niet gebeurt, zou de rechtbank er mee akkoord moeten gaan dat een te lang traject een mislukt traject is en dat een schuldenaar zelf een Wsnp aanvraag zou moeten kunnen doen. In deze afweging kan de rechtbank een belangrijke rol vervullen.
Als de schuldenaar zelf een Wsnp-verzoek indient, zou het kunnen voorkomen dat een ingediend Wsnp-verzoek niet volledig is en noodzakelijke formulieren (art. 285 Fw) ontbreken of onvolledig zijn. De rechtbank zou vervolgens een aan het arrondissement verbonden Wsnp bewindvoerder kunnen verzoeken om de ontbrekende gegevens zo spoedig mogelijk en volledig in orde te maken, zodat het verzoek door de rechtbank kan worden behandeld. De aangewezen bewindvoerder moet dit op basis van een toevoeging kunnen doen, zoals de Wsnp bewindvoerders nu ook een toevoeging kunnen krijgen voor het aanvragen van een voorlopige voorziening.
Wsnp bewindvoerders staan regelmatig in contact met diverse civiele bewindvoerders. Ons bureau is gestart met een informatie-uitwisseling met de ons bekende civiele bewindvoerders, om zicht te krijgen op de redenen waarom schuldenaren geweigerd worden aan de poort van de gemeentelijke/ minnelijke schuldhulpverlening. Tevens gaan zij voor ons bureau inventariseren hoe lang de schuldhulptrajecten van hun klanten duren: wij zullen de onderzoeksresultaten rapporteren aan schuldhulp en rechtbank.
Wij willen dat mensen met een problematische schuldenlast weer naar de toekomst kunnen kijken en binnen een vastgestelde termijn zicht hebben op een schuldenvrije toekomst waarin zij een nieuwe start kunnen maken. Als volwaardige mensen deel kunnen nemen aan de samenleving. Het is aan ons allen om via diverse kanalen een nieuwe impuls te geven aan de Wsnp 2.0. Indien de genoemde partijen mee willen gaan met onze gedachtegang, moeten we beginnen om civiele bewindvoerders duidelijk te maken dat er een oplossing is voor hun klanten en dat ze via de rechtbank en de Wsnp bewindvoerder een uitweg hebben om geholpen te worden. Vervolgens zullen gemeenten, schuldhulpverleners, maar ook schuldenaren op de hoogte moeten worden gebracht van het bestaan van de genoemde oplossing. Het is in het belang van de schuldenaar, schuldeisers en de hele maatschappij dat de schuldenproblemen worden opgelost en de schuldenaar weer zicht heeft op een schone lei. Om dit te bereiken moeten we met z’n allen aan de slag en een nieuwe weg inslaan. Bij de huidige hulpverlening zal een bewustwordingsproces in gang gezet moeten worden en zullen methodieken aangepast moeten worden. De Wsnp verdient een nieuwe kans.
Aan de slag!
Voetnoten
*Pim Zijp, is vijftien jaar Wsnp bewindvoerder en werkzaam bij Fidus Bewindvoering en Advies te Castricum.
**Marijke Willebrands, is elf jaar Wsnp bewindvoerder en eveneens werkzaam bij Fidus Bewindvoering en Advies te Castricum.
Documentsoort
- Vakliteratuur
- Wsnp periodiek
Trefwoorden
- Wsnp Periodiek
Gerelateerd
Dit artikel beschouwt de afhandeling van de compensatie kinderopvangtoeslagaffaire in relatie met de Wsnp.
Geen schone lei wordt toegekend in een Wsnp die eindigt omdat alle (aangemelde) vorderingen voldaan kunnen worden. Dit artikel legt uit hoe te werk te gaan om toch een schone lei te krijgen.
Dit artikel informeert over een aantal wetsvoorstellen ten aanzien van de Wsnp, te weten: verkorting goede-trouw-termijn en de flexibilisering wachttermijn tien jaar.