Moet een ontheffing van de sollicitatieplicht door een uitkeringsinstantie overgenomen worden in de Wsnp?
In hoeverre moet of kan voor de Wsnp een ontheffing van de sollicitatieplicht door een uitkeringsinstantie worden overgenomen? Een beschouwing aan de hand van jurisprudentie.
WSNP Periodiek februari 2019, nr. 1
Jenny Vlemmings
Een van de kernverplichtingen tijdens de Wsnp is de sollicitatieplicht. Deze verplichting leidt regelmatig tot discussies tussen saniet en zijn/haar bewindvoerder, zeker wanneer er sprake is van een ontheffing van de sollicitatieplicht door een uitkeringsinstantie, zoals de gemeente of het UWV. Enkel de r-c is bevoegd om schuldenaren te ontheffen van de sollicitatieplicht zoals die geldt voor de Wsnp1. Het kan dus voorkomen dat een saniet wel actief en aantoonbaar moet solliciteren voor de Wsnp, terwijl diezelfde saniet te horen heeft gekregen van de uitkeringsinstantie dat er redenen zijn waarom er niet gesolliciteerd hoeft te worden. Hoe zit dit precies? Wat is de oorzaak van deze discrepantie, is deze discrepantie wenselijk en valt het begeleiden van sanieten bij het solliciteren onder de taak van de bewindvoerder?
1. Jurisprudentie: ontheffing tijdens Wsnp enkel door r-c
De jurisprudentie is eenduidig: een ontheffing van de sollicitatieplicht door de uitkeringsinstantie is niet direct van toepassing in de Wsnp; enkel de r-c kan voor de Wsnp een ont heffing van de sollicitatieplicht verlenen. Dit is reeds in 2007 geformuleerd door de procureurgeneraal:
“Een schuldenaar kan aan mededelingen van het college van B en W omtrent (het ontbreken van) een sollicitatieplicht voor de Wet werk en bijstand in het algemeen niet het gerechtvaardigde vertrouwen ontlenen dat ook door de rechtbank bij de toepassing van de Faillissementswet een vrijstelling van de sollicitatieplicht wordt aangenomen: daarover beslist de rechter-commissaris.”2
In latere uitspraken blijft de Hoge Raad bij dit standpunt.3 Ook de gerechtshoven volgen de Hoge Raad hierin.4
2. Oorzaak discrepantie
Het verschil in het al dan niet verlenen van een ontheffing van de sollicitatieplicht, wordt veroorzaakt door het beoordelingskader. De gemeente beoordeelt aan de hand van de Participatiewet of er een ontheffing van de sollicitatieplicht wordt verleend. Art. 9 lid 2 PW geeft het college de mogelijkheid tot het verlenen van een tijdelijke ontheffing wanneer er sprake is van dringende redenen, zoals zorgtaken. Hierdoor is het beoordelingskader van het college tamelijk ruim. Tijdens de Wsnp wordt, volgens art. 3.5 Recofa-richtlijnen, enkel ontheffing verleend op medische gronden. Dit zorgt voor een nauwer beoordelingskader.
Ook het doel van de sollicitatieplicht is in beide situaties wezenlijk verschillend. Uitkeringsinstanties streven ernaar om zoveel mogelijk uitkeringsgerechtigden duurzaam aan het werk te krijgen, zodat de uitkering kan worden beëindigd. In de schuldsaneringsregeling gaat het erom dat de schuldenaar gedurende drie jaar zoveel mogelijk baten verwerft voor zijn schuldeisers. Ook dat levert een verschillend beoordelingskader op.
3. Is de discrepantie wenselijk?
Ondanks dat het op basis van het beoordelingskader uit te leggen is waarom er in sommige gevallen wel een ontheffing van de sollicitatieplicht wordt verleend door de uitkerende instantie, maar er desondanks toch gesolliciteerd moet worden in de Wsnp, ben ik van mening dat dit geen wenselijke situatie is. Door het nauwe beoordelingskader voor het verlenen van een ontheffing van de sollicitatieplicht voor de Wsnp wordt er immers voorbij gegaan aan het feit dat er naast medische redenen ook andere dringende redenen aanwezig kunnen zijn, die ertoe leiden dat iemand (tijdelijk) geen arbeid kan verrichten. Daarnaast is het de vraag in hoeverre een r-c kan beoordelen of er, gelet op zowel de medische als de persoonlijke situatie van saniet, mogelijkheid is tot het verrichten van arbeid. Een r-c is immers geen arbeidsdeskundige. Derhalve spreekt het mijns inziens voor zich om de beslissing van iemand die hierin wel deskundig is, zoals de arbeidsdeskundige van de uitkerende instantie, ambtshalve over te nemen.
4. Verwarring bij sanieten
Het feit dat de uitkerende instantie een ontheffing voor de sollicitatieplicht verleent, terwijl er in de Wsnp gedurende dezelfde periode wel een sollicitatieplicht geldt, kan leiden tot verwarring bij sanieten. Dit wordt ook erkend door de Hoge Raad:
De rechter-commissaris zal in het kader van de schuldsaneringsregeling wel in aanmerking kunnen nemen dat het voor sommige schuldenaren niet altijd makkelijk is om diverse instanties uit elkaar te houden, en rekening kunnen houden met een eventueel beroep op het vertrouwensbeginsel (zie de conclusie van A-G Langemeijer vóór HR 19 januari 2007, ECLI:NL:PHR:2007:AZ2048, onder 3.10).5
Ook het recente rapport Knellende schuldenwetgeving schenkt aandacht aan deze mogelijke verwarring. Volgens het rapport leidt het opleggen van een sollicitatieplicht tijdens de Wsnp, ondanks een ontheffing van de gemeente of het UWV, tot verbazing en onmacht bij zowel sanieten als de betrokken professionals. In het rapport wordt dan ook de aanbeveling gedaan om de ministeries van SZW en Veiligheid en Justitie te vragen in hoeverre het wenselijk is dat rechters bij toelating tot de Wsnp voorbijgaan aan een ontheffing van de sollicitatieplicht in het kader van de Participatiewet of de WW.6
5. Problemen bij toelating
Zoals hierboven al aangegeven, blijkt uit het rapport Knellende schuldenwetgeving dat de problemen met betrekking tot de ontheffing van de sollicitatieplicht niet alleen voorkomen tijdens de Wsnp, maar ook bij de toelating tot de Wsnp. De rechtbank beoordeelt bij het Wsnp-verzoek of de schuldenaar zijn verplichtingen uit de schuldsaneringsregeling naar behoren zal nakomen en zich zal inspannen zoveel mogelijk baten voor de boedel te verwerven (art. 288 lid 1 sub c Fw). Hierbij gaan rechters, zoals blijkt uit het rapport, regelmatig voorbij aan een ontheffing van de sollicitatieplicht in het kader van de Participatiewet of de WW.
Wanneer een schuldenaar een ontheffing van de sollicitatieplicht heeft van de uitkeringsinstantie, zal hij in de periode voor het Wsnp-verzoek waarschijnlijk niet solliciteren. Hierdoor loopt de schuldenaar derhalve het risico dat de rechtbank het Wsnp-verzoek afwijst vanwege de verwachting dat schuldenaar zich niet zal inspannen zoveel mogelijk baten voor de boedel te verwerven. Het is daarom van belang dat de schuldhulpverlener al tijdens het minnelijk traject aan de schuldenaar uitlegt dat de kans bestaat dat de rechtbank bij een Wsnp-verzoek voorbij gaat aan een ontheffing van de sollicitatieplicht in het kader van de Participatiewet of WW en de schuldenaar adviseert om actief en aantoonbaar te solliciteren.
6. Sollicitatiebegeleiding
Sanieten die ontheven zijn van de sollicitatieplicht door de uitkerende instantie ontvangen daarvan logischerwijze geen begeleiding bij het solliciteren. Juist in deze gevallen spelen er dusdanige omstandigheden waardoor het onwaarschijnlijk is dat iemand zonder enige begeleiding succesvol kan solliciteren naar betaalde arbeid. Goede begeleiding bij het solliciteren is dan ook noodzakelijk. Betekent dit dat het bieden van deze begeleiding een taak moet zijn van de Wsnp-bewindvoerder? Die taak is omschreven in art. 316 Fw en is geen hulpverlenende, maar een toezichthoudende taak. Het bieden van begeleiding bij het solliciteren valt daar mijns inziens niet onder.
Daarnaast is het maar de vraag in hoeverre een Wsnp-bewindvoerder de benodigde kennis en vaardigheden heeft voor het bieden van deze begeleiding. Het houden van toezicht op de nakoming van de sollicitatieplicht is relatief eenvoudig, daarbij kan immers worden volstaan met het tellen van het aantal verrichte sollicitaties en het controleren of de kwaliteit van de verrichte sollicitaties voldoende is. Bij het bieden van daadwerkelijke begeleiding komt veel meer kijken. Hieraan wordt geen aandacht geschonken tijdens de Leergang Wsnp. Door er simpelweg van uit te gaan dat een Wsnp-bewindvoerder dit, zonder enige training hierin, wel kan, wordt het vak van jobcoaches en participatiecoaches miskend.
Wanneer er verwacht wordt dat de Wsnp-bewindvoerder actieve begeleiding gaat bieden bij het solliciteren, is het wenselijk dat de betreffende bewindvoerder hiervoor extra scholing gaat volgen. Hierbij kan gedacht worden aan Mobility Mentoring: een integrale aanpak van de schuldenproblematiek op basis van inzichten uit de hersenwetenschap. Hierbij is concrete aandacht voor het bieden van de juiste ondersteuning om iemand te kunnen begeleiden. Bij de benoeming van de Wsnp-bewindvoerder, kan de rechter op basis van het dossier er reeds rekening mee houden of in het betreffende dossier deze extra kennis en vaardigheden nodig zijn. Wanneer een Wsnp-bewindvoerder naast het houden van toezicht inderdaad actieve sollicitatiebegeleiding gaat bieden en hiervoor extra scholing dient te volgen, dient daarmee uiteraard ook rekening gehouden worden bij de vaststelling van het bewindvoerderssalaris. Met het bieden van intensieve begeleiding is immers behoorlijk wat tijd gemoeid. Hiertoe kan in de Recofa-richtlijnen een forfaitair bedrag worden vastgesteld.
7. Conclusie
Op dit moment betekent een ontheffing van de sollicitatieplicht door een uitkeringsinstantie niet dat er ook voor de Wsnp een ontheffing wordt verleend door de r-c. Dit wordt veroorzaakt doordat het beoordelingskader van de uitkeringsinstantie anders ligt dan dat van de r-c. Dit is niet wenselijk omdat hiermee voorbij wordt gegaan aan het feit dat er ook niet-medische redenen kunnen zijn die ertoe leiden dat een saniet (tijdelijk) geen arbeid kan verrichten. Tevens kan deze discrepantie leiden tot verwarring bij sanieten. Zij begrijpen niet waarom hiervoor door de uitkeringsinstantie een ontheffing wordt verleend, terwijl ze tijdens de Wsnp wel geacht worden om te solliciteren. Om deze discrepantie op te lossen, ben ik van mening dat het rapport Knellende schuldenwetgeving gevolgd dient te worden in de aanbeveling om de ministeries van SZW en Veiligheid en Justitie te vragen in hoeverre het wenselijk is dat rechters bij toelating tot de Wsnp voorbijgaan aan een ontheffing van de sollicitatieplicht in het kader van de Participatiewet of de WW.
Daarnaast ontvangen sanieten, wanneer zij een ontheffing hebben van de sollicitatieplicht door de uitkeringsinstantie, geen begeleiding bij het solliciteren. Het is niet de taak van de Wsnp-bewindvoerder om begeleiding te bieden bij het solliciteren; daarnaast mist de Wsnp-bewindvoerder de hiervoor benodigde kennis en vaardigheden. Dit maakt het voor de betreffende sanieten extra lastig om te voldoen aan de sollicitatieverplichting en het verkleint de kans op succesvolle sollicitaties. Wanneer de Wsnp-bewindvoerder wel actieve sollicitatiebegeleiding dient te bieden, kan hierbij bij de benoeming van de Wsnp-bewindvoerder reeds rekening gehouden worden en gekozen worden voor een Wsnp-bewindvoerder die beschikt over de benodigde kennis en vaardigheden. Voor de uitvoering van deze extra taak kan in de Recofa-richtlijnen een forfaitair bedrag worden vastgesteld.
Voetnoten
- Recofa-richtlijnen art. 3.5.
- HR 19 januari 2007, ECLI:NL:PHR:2007:AZ2048, r.o. 3.10.
- HR 28 oktober 2011, ECLI:NL:PHR:2011:BU2128, r.o. 2.3.
- HR 13 april 2012, ECLI:NL:PHR:2012, BV9773, r.o. 5, HR 4 april 2014, ECLI:NL:PHR:2014:329, r.o. 7.
- Hof Amsterdam 22 april 2014, ECLI:NL:GHAMs:2014:2695
Hof Amsterdam 27 mei 2014, ECLI:NL:GHAMs:2014:2694
Hof Amsterdam 22 juli 2014, ECLI:NL:GHAMs:2014:3111
Hof ’s-Hertogenbosch 15 januari 2015, ECLI:NL:GHsHE:2015:110
Hof ’s-Hertogenbosch 17 december 2015, ECLI:NL:GHsHE:2015:5313
Hof ’s-Hertogenbosch 27 oktober 2016, ECLI:NL:GHsHE:2016:4840
Hof Den Haag 20 november 2018, ECLI:NL:GHDHA:2018:3164.
HR 4 april 2014, ECLI:NL:PHR:2014:329, r.o. 7. - N. Jungmann, T. Madern, R. van Geuns & A. Moerman, Knellende schuldenwetgeving, juni 2018.
Documentsoort
- Vakliteratuur
- Wsnp periodiek
Trefwoorden
- Inspanningsplicht
- Maatwerk/uitzonderingen
- Medisch en gezondheid
- Verplichtingen Wsnp
- Wsnp Periodiek
Gerelateerd
Wat nu als een schuldenaar in de Wsnp verslaafd blijkt te zijn? En van mening is daardoor niet te kunnen voldoen aan de inspanningsplicht? Uitleg over de situatie waarin de verslavingsproblematiek reeds ten tijde van het toelatingsverzoek ...
Verzoek ontheffing inspanningsplicht (en daarmee sollicitatieplicht) en hoe dit zich verhoudt met de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG).
Artikel 288, eerste lid, onder c, van de Faillissementswet bepaalt dat de schuldenaar ‘zich zal inspannen om zoveel mogelijk baten voor de boedel te verwerven’. Hieruit vloeit de sollicitatieplicht voort. Dit artikel bespreekt de ...