Visie van een beschermingsbewindvoerder: WSNP in de praktijk
De auteur beschrijft haar ervaringen met, en de verschillen tussen, de Wsnp-bewindvoerders waar zij in haar werk als beschermingsbewindvoerder mee te maken krijgt.
WSNP Periodiek mei 2019, nr. 2
Fieke Cappendijk*
1. Inleiding
Momenteel zitten 13 (van mijn 85) cliënten in een Wsnp-traject. Daardoor heb ik contact met 8 verschillende Wsnp-bewindvoerders. Er zijn veel verschillen in de werkwijzen van de Wsnp-bewindvoerders. In dit artikel wordt hier nadere toelichting over gegeven. Daarnaast ga ik in op de rekening en verantwoording en het Centraal Curatele- en Bewindregister (art. 1:440 BW).
2. Informatieplicht
Sommige bewindvoerders sturen eens per half jaar een informatieverzoek, andere bewindvoerders willen maandelijks een webportal volledig ingevuld hebben en weer andere bewindvoerders verwachten maandelijks op eigen initiatief de inkomensspecificaties en bijbehorende bankafschriften. Verder wenst een aantal bewindvoerders maandelijks een zeer uitgebreide set met informatie te ontvangen, waaronder de hoogte van de (betaalde) ziektekostenpremie en huur. Dit is niet efficiënt voor de beschermingsbewindvoerder aangezien er dan vaak dubbele informatie wordt verstrekt waardoor het aanleveren van de informatie veel extra tijd kost. De meeste Wsnp-bewindvoerders leggen contact als er onverhoopt informatie wordt gemist, maar een enkele Wsnp-bewindvoerder verwijst naar de spontane informatieverplichting en doet direct verslag bij de rc. Mijns inziens is de maandelijkse informatieverplichting middels bankafschriften en inkomensspecificaties voor iedereen het meest gunstig. Er moet immers toch maandelijks voldaan worden aan de boedelafdracht en zodoende kan de beschermingsbewindvoerder ook meteen controleren of er nog bijzonderheden in het dossier zijn. Ook voor de Wsnp-bewindvoerder lijkt het me, in het kader van de toezichthoudende taak, wenselijker om maandelijks het dossier te controleren in plaats van (half)jaarlijks, zodat er eerder actie ondernomen kan worden, mocht het niet goed gaan in een traject. In hoeverre houdt een Wsnp-bewindvoerder voldoende toezicht als hij of zij slechts eens per 6 of 12 maanden de stukken beoordeelt?
3. Vermogen bij aanvang Wsnp
Eveneens bij de start van het traject zijn er verschillen tussen de Wsnp-bewindvoerders. Bij de ene bewindvoerder mag van het saldo op de beheerrekening het vrij te laten bedrag behouden worden en gaat het boventallige vermogen naar de boedel, bij de andere bewindvoerder wordt het volledige saldo op de beheerrekening opgeëist. Vervolgens moet de beschermingsbewindvoerder hier weer bezwaar tegen maken, omdat er niet genoeg geld meer is voor het betalen van de vaste lasten van de betreffende maand.
De meeste cliënten die bij mij onder bewind staan zijn niet in het bezit van goederen met een substantiële waarde. Een enkele keer bezit de cliënt een scooter of auto. Hierover wordt doorgaans een afspraak gemaakt met de Wsnp-bewindvoerder, bijvoorbeeld door de actuele waarde van het voertuig met een betalingsregeling over te maken vanuit het vtlb zodat de schuldeisers niet benadeeld worden.
4. Beroep op ongeldigheid rechtshandelingen
Als tijdens het bewind nieuwe schulden ontstaan door handelingen van de cliënt zonder akkoord van de beschermingsbewindvoerder dan kan deze vordering niet verhaald worden op de onder bewind staande goederen en kan er verwezen worden naar het Centraal Curatele- en Bewindregister (CCBR) en artikel art. 1:440 BW. In dit register worden in elk geval de bewinden gepubliceerd die zijn ingesteld over personen vanwege verkwisting of problematische schulden en verder alle bewinden, waarvan de kantonrechter heeft besloten dat publicatie noodzakelijk is.
In de praktijk komt het regelmatig voor dat hier beroep op gedaan wordt. In een aantal gevallen zijn cliënten zich niet bewust van handelen met financiële consequenties tot gevolg. Bijvoorbeeld een tandartsrekening, waarbij cliënt van mening is dat hij/zij hiervoor verzekerd is. In andere gevallen is een cliënt niet tevreden met de hoeveelheid (extra) leefgeld en maakt bewust kosten. Bijvoorbeeld door de aanschaf van spullen en kleding met de betaaloptie ‘achteraf betalen’. Deze groep is niet saneringsgezind en komt meestal niet in beeld bij het Wsnp-traject. Helaas is deze groep niet onbekend bij de beschermingsbewindvoerders.
Ondanks dat de schuldeiser had kunnen weten dat er sprake was van het bewind door het raadplegen van het bewind- en curateleregister, probeer ik meestal toch een oplossing te zoeken vanuit het beschikbare saldo van de betreffende cliënt. De schuldeiser heeft immers kosten gemaakt, en de cliënt weet dat dit vooraf besproken had moeten worden met de beschermingsbewindvoerder. In de gevallen waar er geen mogelijkheid is om de rekening te betalen, ben ik genoodzaakt om alsnog beroep te doen op wetsartikel 1:440 BW.
5. Rekening en Verantwoording
Beschermingsbewindvoerders dienen jaarlijks rekening en verantwoording (R&V) af te leggen aan de kantonrechter. Op deze R&V staat onder andere beschreven wat de inkomsten en uitgaven van het afgelopen jaar zijn geweest en wat er is gedaan met de schuldenproblematiek. In het artikel van mr. Engberts (elders in dit nummer) raadt hij de Wsnp-bewindvoerder aan om deze R&V op te vragen bij de beschermingsbewindvoerder. Op ons kantoor heeft tot nu toe geen enkele Wsnp-bewindvoerder de R&V opgevraagd. Mijn inziens is dit geen probleem, want het lijkt me niet van toegevoegde waarde. Alle informatie is namelijk reeds bekend bij de Wsnp-bewindvoerder. De Wsnp-
bewindvoerder heeft de taak om toezicht te houden en mag wat mij betreft meedenken en/of kritisch zijn over de financiële situatie. Het slagen van het traject is immers in het belang van allen.
6. Conclusie
Er zijn veel verschillen bij de Wsnp-bewindvoerders op het gebied van de informatieverplichting en het omgaan met vermogen/banksaldo.
Inzage in de rekening en verantwoording die door de beschermingsbewindvoerder wordt verzonden aan de kantonrechter levert weinig nieuwe informatie op. Het is daarentegen wel zinvol om bij de start van het Wsnp-traject de bankafschriften van de voorgaande maanden op te vragen.
In de praktijk wordt er door beschermingsbewindvoerders regelmatig een beroep gedaan op artikel 1:440 BW, maar dit gebeurt met name bij cliënten die niet saneringsgezind zijn. Het is echter belangrijk om ook aandacht voor dit wetsartikel te houden bij cliënten die al in het Wsnp-traject zitten.
* Fieke Cappendijk is beschermingsbewindvoerder bij Sijtsma Bewind te Eindhoven.
Documentsoort
- Vakliteratuur
- Wsnp periodiek
Trefwoorden
- Beschermingsbewind/flankerende hulpverlening
- Wsnp Periodiek
Gerelateerd
Samenloop van Wsnp-bewind en beschermingsbewind. De verhouding tussen de twee bewindvoerders aan de hand van fictieve en praktijkvoorbeelden.
Het samengaan van de Wsnp en het beschermingsbewind en enkele onderwerpen hieruit belicht.
Is het de taak van de Wsnp-bewindvoerder om te monitoren of de schuldenaar beschermingsbewind aanvraagt als de rechtbank deze hiertoe verplicht? De Hoge Raad oordeelde dat de Wsnp-bewindvoerder als taak heeft te monitoren of de schuldenaar ...