Reactie op ‘Valt een uit het vtlb gespaard bedrag buiten de boedel?’
Reactie op de suggestie van mr. Goederee (WP 2020/3) dat de helft van het vanuit het vtlb gespaarde geld aan de boedel zou moeten worden afgedragen.
WSNP Periodiek november 2020, nr. 4
Anita Brekelmans en Quinten van Riet*
1. Inleiding
In de WSNP Periodiek van augustus 2020, nr. 3, vraagt mr. Goederee aandacht voor situaties waarbij degene, die is toegelaten tot de Wsnp, weet te sparen uit het vtlb. Mr. Goederee betoogt dat het vanuit het vtlb gespaarde geld na verloop van tijd moet worden beschouwd als ‘vermogen’ dat strikt genomen de boedel toekomt (artikel 295 lid 1 Fw).1 Ze geeft de suggestie hierbij dezelfde lijn te hanteren als bij overwerkvergoedingen: de helft van het vanuit het vtlb gespaarde geld dient aan de boedel te worden afgedragen, de andere helft blijft vrij en zou bijvoorbeeld door de saniet kunnen worden gebruikt om een akkoord aan te bieden.
Wij, Anita Brekelmans, Wsnp-bewindvoerder, en Quinten van Riet, advocaat, denken er anders over.
2. Het vtlb
De beslagvrije voet ex art. 475d Rv valt van rechtswege buiten de boedel, art. 295 lid 2 Fw. Op grond van art. 295 lid 3 Fw kan de rechter-commissaris de beslagvrije voet verhogen met een zogeheten nominaal bedrag om de periodieke betaling mogelijk te maken van periodieke kosten die niet of niet volledig in de beslagvrije voet zijn verdisconteerd. De optelsom van de beslagvrije voet en de eventuele verhogingen vormen het vtlb. Al het meerdere boven het vtlb moet worden afgedragen aan de boedel.
3. Sparen vanuit het vtlb
De saniet mag vrij beschikken over het vtlb. Hij mag dit uitgeven, maar mag er ook van sparen. Hoewel sparen geen wettelijke plicht is, wordt de saniet wel geacht en vanuit het vtlb ook in staat gesteld tenminste een deel van het vtlb te sparen voor onvoorziene uitgaven. In het vtlb is namelijk een reserveringstoeslag opgenomen, volgens Recofa bedoeld als reservering voor grotere uitgaven zoals een wasmachine, niet-verzekerde tandartskosten, e.d.2
Indien de reserveringstoeslag niet hoeft te worden aangesproken omdat grotere uitgaven, zoals de aanschaf van een wasmachine, gedurende de regeling niet hoeven te worden gedaan, kan een echtpaar € 2.723,04 sparen en een alleenstaande € 1.906,20.3
Niet iedere saniet spaart vanuit zijn vtlb en niet iedere saniet gebruikt de reserveringstoeslag om te sparen voor onvoorziene grote uitgaven. Indien de (toekomstige) goederen van de saniet onder beschermingsbewind zijn gesteld, zal de beschermingsbewindvoerder in de meeste gevallen echter wél sparen vanuit het vtlb. Het gespaarde geld wordt dan meestal op de beheerrekening aangehouden en de saniet kan slechts beschikken over zijn leefgeldrekening.
4. Rechtbank Limburg d.d. 2 juli 2020
De vraag hoe om te gaan met geld dat vanuit het vtlb is gespaard, wordt door Rechtbank Limburg als volgt uitgelegd in haar uitspraak ECLI:NL:RBLIM:2020:4959, d.d. 2 juli jl. Zij overwoog daarover het volgende:
“Dat [verzoeker sub 2] door te sparen tijdens de schuldsaneringsregeling een hoog saldo op zijn beheerrekening heeft verworven maak het voorgaande niet anders. Los van het gegeven dat een tijdens de schuldsaneringsregeling opgebouwd spaarsaldo geen invloed kan hebben op de hoogte en het buiten de boedel laten van de beslagvrije voet, zou van een beschikking als de onderhavige de (onwenselijke) algemene prikkel uit kunnen gaan voor schuldenaren om uit het vtlb zo min mogelijk te sparen. De rechtbank acht dat niet verenigbaar met de doelstellingen van de schuldsaneringsregeling en het beschermingsbewind.”4
Wij sluiten ons bij dit standpunt aan. In deze rechtsoverweging wordt namelijk duidelijk gemaakt dat het periodieke inkomen ex artikel 295 lid 2 Fw dat buiten de boedel valt, de beslagvrije voet, buiten de boedel blijft vallen. Anders dan mr. Goederee betoogt, verandert het niet ‘van kleur’ en wordt het niet ‘op enig moment’ alsnog vermogen ex artikel 295 lid 1 Fw dat aan de boedel moet worden afgedragen.
Het andersluidende standpunt van mr. Goederee heeft niet alleen geen wettelijke grondslag, maar zou naar onze mening ook tal van vragen oproepen waarop het antwoord niet eenvoudig is te geven, zoals:
- wanneer c.q. na hoeveel verstreken tijd wordt een uit maandelijks inkomen opgebouwd spaarsaldo ‘af te dragen vermogen’? Na 2 weken? Of 8? 16?
- wanneer moet dit ‘vermogen’ met de boedel worden ‘afgerekend’?
- indien de saniet in 2 jaar € 2.000,- vanuit zijn vtlb heeft gespaard en het saldo is na 2,5 jaar nog slechts € 500,-, moet de saniet dan verantwoording afleggen waar € 1.500,- aan is besteed?
- indien de saniet én een wasmachine heeft moeten aanschaffen én tandartskosten heeft moeten betalen die niet binnen de zorgpolis vergoed werden, wat dan? Moet hij dan toch iets afdragen? Of de wasmachine inleveren? Mag de aanvankelijk gespaarde reserveringstoeslag alleen worden behouden indien nadien dergelijke uitgaven zijn gedaan? Wordt getoetst of die uitgaven wel noodzakelijk waren?
- wat rechtvaardigt dat een saniet, die spaarzaam is, meer aan de boedel moet afdragen dan de saniet die niet kan of wil sparen en iedere maand zijn volledige vtlb verbruikt?
- geldt deze door mr. Goederee voorgestane regeling alleen voor een saldo op een beheerrekening of ook voor het saldo op de reguliere bankrekening van een saniet zonder beschermingsbewind? Hoe wordt onderscheid tussen een saniet met en een saniet zonder beschermingsbewind voorkomen?5
- zou van een regeling, zoals die door mr. Goederee wordt voorgestaan, niet de (onwenselijke) algemene prikkel uit kunnen gaan voor de saniet om uit het vtlb zo min mogelijk te sparen?
De laatste twee vragen zijn wat ons betreft retorische vragen, waarop namelijk maar één antwoord past: ja respectievelijk nee. Daar voegen wij het navolgende aan toe.
Schuldenaren kunnen c.q. moeten tijdens de Wsnp met geld leren omgaan en kunnen, indien grote onvoorziene uitgaven uitblijven, sparen. Dit kan tot gevolg hebben dat de saniet anders in het leven komt te staan, een ‘leerproces’ heeft, waardoor terugval naar een problematische schuldensituatie in de toekomst wordt voorkomen.
5. Afsluitend
Mr. Goederee vroeg zich in haar bijdrage af of het standpunt, dat het vanuit het vtlb gespaard geld niet aan de boedel hoeft te worden afgedragen, zich wel verhoudt met de verplichting van de saniet om gedurende de Wsnp een zo groot mogelijke inspanning te leveren om zoveel mogelijk boedelactief te verwerven voor de schuldeisers. Naar ónze overtuiging gaat de inspanningsplicht om zoveel mogelijk boedelactief voor de schuldeisers te verwerven niet zo ver, dat van de saniet wordt verwacht dat hij, wat hij vanuit het vastgestelde vtlb spaart, aan de boedel moet afdragen. Het andersluidende standpunt heeft geen wettelijke grondslag, roept vragen op waarop naar onze mening niet makkelijk een antwoord is te geven én kan makkelijk leiden tot rechtsongelijkheid.
Voetnoten
* Anita Brekelmans is zelfstandig curator en wsnp-bewindvoerder in Venlo; Quinten van Riet is advocaat en voert praktijk in Venlo.
- Antje Goederee, “Valt een uit het vtlb gespaard bedrag buiten de boedel?”, WP, 2020/03, p.5.
- Werkgroep Rekenmethode vtlb van Recofa, versie juli 2020, 4.1 ‘Reserveringstoeslag: 5% van de Participatienorm’, p. 29.
- Een echtpaar krijgt maandelijks € 75,64 reserveringstoeslag en spaart in 3 jaar € 2.723,04, een alleenstaande krijgt € 52,95 reserveringstoeslag per maand en spaart in 3 jaar € 1.906,20.
- Rb Limburg d.d. 2 juli 2020, ECLI:NL:RBLIM:2020:4959, rov. 4.11. Zie ook onder ‘Actuele rechtspraak kort’ van deze uitgave.
- Deze vraag zal niet bij alle rechtbanken opkomen. In ieder geval de Rechtbank Limburg vraagt sinds kort van Wsnp-bewindvoerders om, indien sprake is van beschermingsbewind, het saldo op de beheerrekening in het (publiekelijk inzichtelijke!) halfjaarlijkse verslag op te nemen. Bij cliënten zonder beschermingsbewind wordt er tussentijds niet om de banksaldi gevraagd. Ons is bekend dat andere rechtbanken dit niet doen en, als het om de verantwoording en controle van saldi op rekeningen gaat, varen op het kompas van de Wsnp-bewindvoerder. Het laatste heeft onze voorkeur, ook om rechtsongelijkheid te helpen voorkomen.
Documentsoort
- Vakliteratuur
- Wsnp periodiek
Trefwoorden
- Afdrachtplicht
- Vrij te laten bedrag (vtlb)
- Wsnp Periodiek
Gerelateerd
Een beschouwing over geld gespaard uit het vtlb, of de 'afdrachtplicht' hier een werking op heeft, en of het afgestaan moet/kan worden aan de schuldeisers.
In de Wsnp komt het voor dat de schuldenaar (dankzij/ondanks) het vtlb veel geld kan sparen. Vooral voor alleenstaanden met kinderen is dit mogelijk. De auteur legt het uit en maakt het inzichtelijk.
Dit artikel richt zich specifiek op (beheer en) vereffening van de boedel en gaat dieper in op de banksaldi op alle bankrekeningen waar de schuldenaar houder van is op de dag van toelating tot de Wsnp.