Interview WSNP Periodiek met rechter Hein Idzenga
Een kijkje in de keuken bij de rechtspraak: interview met Hein Idzenga in zijn functie van rechter bij de afdeling Insolventie van de Rechtbank Noord- Nederland.
WSNP Periodiek november 2020, nr. 4
Liselotte Maas*
Hein Idzenga is rechter bij de afdeling Insolventie van de Rechtbank Noord- Nederland. We willen graag wat meer over hem weten en zijn benieuwd naar een kijkje in de keuken bij de rechtspraak.
Je bent rechter bij de Rechtbank in Noord- Nederland. Heb je altijd al rechter willen worden?
Niet direct, ik heb niet een duidelijk carrièreplan gehad. Toen ik klein was, had ik een achterbuurman, die was advocaat en dat sprak me wel aan. Ik heb me ingeschreven voor Rechten en ik kan nog steeds geen andere studie bedenken die zo goed bij me past. Tijdens mijn studie heb ik bij de rechtbank gewerkt, als griffier en later secretaris bij Strafrecht. Na een tijd bij de rechtbank, ben ik naar de advocatuur overgestapt. Ik had een mooie basis bij de rechtbank gekregen, maar het was tijd om ‘buiten te spelen’ en ik had behoefte om uit mijn schulp te kruipen. In mijn tijd als advocaat ben ik steviger geworden als persoon. Dat was een goede bodem om vervolgens toch de stap te zetten naar de rechtspraak. Dit is wat het beste bij me past. Het geeft me veel energie.
Als advocaat heb je meer contact met je cliënt, als rechter is het contact toch veel formeler?
Je hebt natuurlijk minder contact met mensen, maar je hebt een groep collega’s met wie je werkt en de mensen waar het om gaat, zie je op de zitting. Dat zijn wel bepalende momenten. Ik vind het belangrijk als ik mensen dan op hun gemak kan stellen. En als rechter-commissaris Insolventie ben je heel vormvrij. Als ik een vraag heb over een Wsnp-verzoek, bel ik de verzoeker in kwestie op. Als strafrechter doe je dat niet. Dat is een leuk element aan het Insolventie-vak.
Hoe zien de werkzaamheden en de verdeling er voor een rechter uit?
Hier in het Noorden hebben we een verdeling van de helft van je tijd voor Insolventie en de helft voor Kanton- en Handelszaken. Dat is een mooie verhouding, maar we zitten behoorlijk krap met rechters. We verwachten natuurlijk een hausse aan faillissementen en Wsnp’s. Ook krijgen we een nieuwe Wet Homologatie Onderhands Akkoord (WHOA). Dat is een herstructureringsmiddel, bedoeld om een faillissement af te weren. Daar zijn we ons op aan het voorbereiden. De ondernemer kan dit zelf aanvragen. We zien dus allerlei oorzaken die maken dat er meer mensen nodig zijn voor de werkzaamheden, maar we kunnen hier in de periferie vrij lastig rechters krijgen.
De Wsnp loopt al jaren terug. We zijn op zoek naar de oorzaak hiervan. Hoe kan het toch dat we een mooie wet hebben, die veel te weinig wordt gebruikt?
Dat vind ik persoonlijk ook. Onze caseload was begin 2017 9.000 zaken, we hebben er nu nog geen 3.500. We hebben een grote klap gezien bij Wsnp-zaken. Ik sprak onlangs een bewindsrechter, die heeft het over 48.000 bewindszaken. Daar zit het hem voor een deel volgens mij. Mensen worden in bewind gestabiliseerd, de dreiging van ontruiming is voorbij, de directe financiële stress is weg. Maar de schuldenportie blijft liggen. Daar gebeurt in mijn ogen te weinig aan. In het schuldenbewind zou meer aandacht moeten worden besteed aan het oplossen van schulden.
Zien jullie daar een taak als rechtbank in het toezicht?
Ja zeker, we hebben vanuit Insolventie het idee dat er een grote groep blijft liggen waar strakker op gestuurd kan worden wat betreft het toeleiden naar een sanering cq minnelijk traject. Lukt het minnelijk niet, dan kun je een dwangakkoord proberen. En lukt ook dat niet, dan is er de Wsnp. Daarnaast horen we ook van gemeenten dat zij de indruk hebben dat het blijft hangen bij wijkteams. Ook daar zijn ze vaak vooral bezig met het stabiliseren en een bewindvoering, waardoor de noodzaak van een schuldregeling wat minder aandacht lijkt te hebben.
Ik vind dat best opmerkelijk dat jullie als rechtbank zo’n actieve rol oppakken om naar buiten te gaan.
Wij gaan daar niet zo formeel mee om. Wij vinden het heel plezierig en nuttig om op operationeel niveau contact te hebben met gemeenten. Bijvoorbeeld om te horen wat de afwegingen zijn om al dan niet een dwangakkoord aan te vragen. Het hoeft niet zo ingewikkeld te zijn. Een dwangakkoord lukt ook in veel gevallen. In Utrecht was er een mooie pilot met een kaal Wsnp- verzoekschrift en een langere termijn voor een dwangakkoord (voordat de aanvraag op zitting werd gepland, red.). Dat hebben we hier ook geprobeerd, maar bleek hier in het Noorden bij bepaalde gemeenten toch niet te werken.
Interessant, die verschillen tussen rechtbanken. Mijn beeld bij de Rechtbank Noord-Nederland is: “bij de rechtbank in het Noorden kan en mag alles”.
Ja, wij hebben de naam dat we iedereen maar toelaten en er nooit een zitting is. Daar komen we misschien wel nooit meer van af. De achtergrond is dat we vanaf 2013 zo’n grote instroom kregen, dat we het niet goed aankonden. De keuze is toen gemaakt om pro forma toe te laten. Die werkwijze hebben we nog steeds, als er tenminste weinig bijzonderheden zijn. Mensen weten meestal ook goed wat ze te wachten staat. De kwaliteit van de verzoekschriften is hier over het algemeen ook behoorlijk hoog. Veel vragen zijn dus al beantwoord.
Hoe kunnen we er voor zorgen dat meer mensen gebruik gaan maken van de wettelijke schuldregeling. Ook juist nu in deze coronatijd?
Het begint ermee dat je je wendt tot schuldhulpverlening. Je kunt naar de gemeente voor hulp. De neuzen van hulpverleners zouden toch wat meer richting Wsnp moeten komen staan, en misschien minder richting bewind. Als je kijkt naar de rol van de rechtbank, kun je ook veel meer signaleren binnen je eigen rechtsgebouw. Een variant die werkbaar is, is dat als een politierechter hoort dat er sprake is van schulden, de betrokken persoon dan meteen in gesprek kan met iemand van de gemeente. Bij Kanton gaan we dit ook daadwerkelijk in een pilot faciliteren, in samenwerking met een zorgverzekeraar. Het zou mooi zijn als dat meer wordt ingezet: bij Straf, Kanton en Bestuursrecht.
Stel, je bent wetgever. Wat zou je dan veranderen aan de Wsnp of een ander onderdeel van de Faillissementswet?
Ik vind de tienjaarstermijn (voor toelating, ter voorkomen van recidive, red.) nogal cru. Dat wil ik wel veranderen. Vaak is er niet echt sprake van een verwijt. Het is vaak een ‘life event’ waardoor het opnieuw misgaat. Dat zou bijvoorbeeld wel naar vijf jaar mogen gaan. Ik heb niet het idee dat mensen daardoor gemakzuchtig worden.
En wat betreft de looptijd van drie jaar, moeten we dat niet wat verkorten?
Ik vind drie jaar geen verkeerde periode. Er wordt veel geredeneerd vanuit de schuldenaar. Maar er is onterecht wat weinig aandacht voor de schuldeiser. Na drie jaar schuldenvrij is op een mensenleven van 90 jaar wel te doen. Dat moet je wel verdienen. Wat ik me wel kan voorstellen, is dat we wat meer kijken naar het minnelijk traject. Op basis daarvan zou je wel de looptijd van de Wsnp kunnen verkorten. Wat we wel al doen, is maatwerk leveren. Dus als iemand arbeidsongeschikt is en de schuldeiser heeft er niets aan als iemand drie jaar in de schuldregeling blijft, kunnen we wel de looptijd verkorten.
Tenslotte de vraag hoe het is als rechtbank in de ‘periferie’, wat maakt jullie anders dan de rechtbanken in de Randstad?
Het maakt ons niet anders, maar de situatie is wel verschillend. Sommigen rechtbanken stellen voorwaarden aan het minimaal aantal curatoren op een kantoor. Hier hebben we soms ook eenpitters. Daar merk je verschil. En het is hier wel wat lastiger om rechters te vinden.
En dan heb je Recofa. Ik heb de indruk dat er veel wordt gesproken, maar dat er qua uniformiteit niet veel wordt afgesproken, hoe zie jij dat?
Mijn ervaring is anders. Zo hebben we tijdens corona binnen een week of drie een telefonisch systeem opgezet, uniform, zodat we weer zittingen konden doen. Ook hebben we de notitie ‘ondernemen in de Wsnp’. Soms lukt het ook niet, maar dat ligt dan aan de lokale verschillen. We maken praktische afspraken, maar dat is soms zelf lokaal al een lastige klus. We hebben bijvoorbeeld de discussie wanneer een dwangakkoord in gaat. Soms is dat dan wat stroperig, maar uiteindelijk komt er dan toch een breed gedragen notitie. Rechtbanken gaan dan overstag om de behoefte te vervullen om landelijk zoveel mogelijk uniform te werken.
En voor mijn beeld, vanaf wanneer gaat het dwangakkoord dan in?
Dat is vanaf de datum van het voorstel van de schuldenaar aan de schuldeisers.
Dank je wel voor je uitgebreide antwoorden en inkijkje bij de rechtbank in Noord- Nederland.
* Liselotte Maas is werkzaam als projectmanager bij stichting CAV en daarnaast ontwikkelt zij online trainingen voor organisaties met De Online Schuldencoach.
Documentsoort
- Vakliteratuur
- Wsnp periodiek
Trefwoorden
- Wsnp Periodiek
Gerelateerd
Dit artikel beschouwt de afhandeling van de compensatie kinderopvangtoeslagaffaire in relatie met de Wsnp.
Geen schone lei wordt toegekend in een Wsnp die eindigt omdat alle (aangemelde) vorderingen voldaan kunnen worden. Dit artikel legt uit hoe te werk te gaan om toch een schone lei te krijgen.
Dit artikel informeert over een aantal wetsvoorstellen ten aanzien van de Wsnp, te weten: verkorting goede-trouw-termijn en de flexibilisering wachttermijn tien jaar.