Regeling Pilot Toevoeging verzoek toelating Wsnp (PTW)
Op 1 mei 2021 is de nieuwe Regeling Pilot Toevoeging verzoek toelating Wsnp (PTW) van start gegaan. De auteur beschrijft in dit artikel de achtergrond en inhoud van de pilot en deelt haar ervaringen en zienswijze.
WSNP Periodiek augustus 2021, nr. 3
Annemieke Bosma
1. Inleiding
Op 1 mei 2021 is de nieuwe Regeling Pilot Toevoeging verzoek toelating Wsnp (PTW) van start gegaan.1 Met deze regeling kunnen mensen met problematische schulden op basis van gesubsidieerde rechtsbijstand een Wsnp-bewindvoerder inschakelen voor hulp bij het aanvragen van een wettelijke schuldsanering (Wsnp). Veel Wsnp-bewindvoerders, maar ook beschermingsbewindvoerders, gemeentes en andere betrokkenen, hebben naar dit moment uitgekeken. Eindelijk niet meer hoeven toekijken hoe de schuldenproblematiek toeneemt, terwijl het aantal Wsnp-aanvragen steeds verder daalt.
De pilot, gemonitord door Bureau Wsnp, heeft tot doel de effecten te onderzoeken van de inzet van Wsnp-bewindvoerders bij het indienen van het Wsnp-verzoek en op de doorstroming naar, en de toegankelijkheid van, de Wsnp.
2. Achtergrond
Het is al jaren een probleem, in een welvarend land als Nederland is het aandeel huishoudens met problematische schulden ongekend hoog. Tamara van Ark, destijds staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, kondigde daarom op 22 mei 2018 aan de komende jaren maatregelen en acties te willen ondernemen om problematische schulden terug te dringen.
Bij brief van 13 september 2019 heeft de staatssecretaris, mede namens de minister voor Rechtsbescherming, de Tweede Kamer geïnformeerd over de stappen die het kabinet gaat zetten naar aanleiding van het rapport ‘Aansluiting gezocht!’ van Bureau Berenschot. Dit verkennend rapport concludeert dat er geen snelle doorstroom is binnen het minnelijke traject, laat staan doorstroming naar de Wsnp. De Rechtspraak had inmiddels het ‘Visiedocument schuldenproblematiek en rechtspraak’ gepubliceerd, met daarin haar zorgen omtrent dit punt en aanbevelingen om de Wsnp beter toegankelijk te maken. In opdracht van de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de minister voor Rechtsbescherming voerde Bureau Wsnp vervolgens een quick scan uit. Een van de aanbevelingen hieruit is om Wsnp-bewindvoerders in aanmerking te laten komen voor een toevoeging voor het afgeven van een artikel 285 Fw-verklaring en het indienen van een verzoek toelating Wsnp. Bij brief van 16 november 2020 heeft de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid aan de Tweede Kamer aangekondigd deze aanbeveling in samenwerking met Bureau Wsnp in een pilot te onderzoeken. Na uitvoerig overleg tussen Bureau Wsnp, het ministerie van Justitie en Veiligheid en de Beroepsvereniging Bewindvoerders Wsnp (BBW), ging de minister voor Rechtsbescherming op 10 februari 2021 (eindelijk) akkoord met het instellen van de pilot per 1 mei 2021. Een pilot die vervalt op het moment dat er 1.430 toevoegingen zijn verstrekt, of uiterlijk op 1 mei 2025.
3. Daling aantal Wsnp-zaken
Het aantal Wsnp-uitspraken is in de afgelopen jaren steeds verder gedaald. De Nationale ombudsman uitte hierover meermaals zijn zorgen en deed in 2019/2020 onderzoek naar de knelpunten in de toegang tot de Wsnp. Hij constateerde dat het aantal Wsnp’s in 2019 62% was gedaald ten opzichte van 2014.2 Op dat moment al zorgelijk, want deze daling wordt niet gecompenseerd door een stijging van het aantal minnelijke trajecten via de gemeentelijke schuldhulpverlening. Vanaf 2019 is het aantal Wsnp-uitspraken nog verder gedaald.
Ook voormalig Tweede Kamerlid E.E.W. Bruins besteedde aandacht aan dit punt. Op 30 juni 2020 steunde de gehele Tweede Kamer zijn motie, waarin staat opgenomen dat mensen met schulden niet effectief worden geholpen, mede vanwege de beperkte toegankelijkheid van de Wsnp.3 De opdracht vanuit deze motie is duidelijk: regel die toevoeging, en wel voor het indienen van een Wsnp-verzoek alsmede voor het aanvragen van een second opinion. Dit geeft Wsnp-bewindvoerders de mogelijkheid om bij een stagnerend schuldhulptraject de mogelijkheden te bezien om het minnelijk traject vlot te trekken óf door te geleiden naar een Wsnp-traject.
4. Inhoud pilot
De huidige pilot is strikt beperkt tot rechtsbijstand bij het verzoek toelating Wsnp (art. 4 lid 2 PTW). De toevoeging die hiervoor aan de Wsnp-bewindvoerder wordt toegekend, bedraagt voor een particulier € 550. De eigen bijdrage die de schuldenaar zelf verschuldigd is (op dit moment € 209) wordt hierop nog in mindering gebracht. Uitgaande van een vergoeding van 0.6 van het curatorentarief kan de Wsnp-bewindvoerder aan het opstellen van een Wsnp-verzoek derhalve maximaal 4 uren besteden. Dit betekent dat Wsnp-bewindvoerders worden gedwongen (heel) selectief te zijn in het aanbieden van rechtsbijstand. Nog los van opstellen van het daadwerkelijke Wsnp-verzoek, zijn er namelijk al gauw 4 uren besteed aan een intakegesprek, het opvragen en verzamelen van stukken, inventariseren van vermogen en zekerheidsrechten, opstellen van schuldenlijsten en het uitvoeren van de werkzaamheden voor de verplichte 285-verklaring. Bovendien wordt tot op heden de toevoeging telkens afgewezen wanneer er tevens sprake is van een toevoeging voor een dwangmiddel, dus ook de extra werkzaamheden voor bijvoorbeeld een voorlopige voorzienig moeten op dit moment in de deze vier uren worden geperst. Een negatieve ontwikkeling voor de kwaliteit en bereidheid tot hulpverlening op basis van toevoeging.
De mogelijkheid van een second opinion is zonder duidelijke reden niet opgenomen in de pilot. De pilot biedt hierdoor nog geen mogelijkheden aan de Wsnp-bewindvoerder om rechtsbijstand te verlenen aan mensen die zijn vastgelopen in een minnelijk traject en waarbij een Wsnp niet direct wenselijk of noodzakelijk is. De schuldenaar blijft daarom in veel gevallen afhankelijk van de aangewezen schuldhulpverlener en kan bij ontevredenheid geen professionele rechtsbijstand inschakelen.
5. Ervaringen pilot
Ook de vijf Wsnp-bewindvoerders van ons kantoor hebben zich uiteraard aangemeld voor de pilot, in de hoop meer mensen te kunnen begeleiden naar de Wsnp. Op het moment van schrijven zijn er door ons kantoor 16 verzoeken voor een toevoeging verstuurd.
Globaal bestaan de aanmeldingen voor de pilot uit twee groepen mensen. Ten eerste de mensen die direct zelf of met doorverwijzing van een gemeente contact met ons opnemen. Ten tweede de mensen die zijn vastgelopen in een regulier schuldhulpverleningstraject van een gemeente of een schuldhulpverleningsinstantie zoals een Kredietbank.
Kenmerkend (bij beide groepen) is het feit dat je als Wsnp-bewindvoerder vaak wordt ingeschakeld in situaties die niet zijn aan te merken als ‘dertien in dozijn’. Vaak zijn er juridisch complexe vraagstukken en/of is een beroep op de hardheidsclausule aan de orde. De benodigde tijd per dossier komt daarom voor een particulier al snel uit op 15 tot 20 uren. Enkel het opstellen van een 285-verklaring is onmogelijk, omdat het indienen van een Wsnp-verzoek niet los te koppelen is van een minnelijk traject en de werkzaamheden die hiervoor moeten worden verricht. Artikel 285 lid 1 sub f Faillissementswet vereist “een met redenen omklede verklaring dat er geen reële mogelijkheden zijn om tot een buitengerechtelijke schuldregeling te komen”. Voor een persoon die zich voor het eerst voor schuldhulpverlening meldt, maar ook wanneer je een vastgelopen minnelijk traject onder ogen krijgt, kán je hier niet aan voorbij gaan. Het minnelijk traject moet in ieder geval (opnieuw) beoordeeld worden en eventueel volledig worden uitgevoerd. Rechtbanken wijzen Wsnp-verzoeken af wanneer de 285-verklaring geen juiste of actuele onderbouwing over het minnelijk traject bevat.
Hoewel de pilot pas is gestart, is reeds nu al duidelijk dat er nog steeds een grote groep mensen is die geen gebruik kan maken van de pilot en is er nog steeds sprake van rechtsongelijkheid op dit vlak. Voor toegankelijkheid van de Wsnp maakt de beperkte vergoeding dat alleen de mensen met de meest eenvoudige casussen, of mensen die (met externe hulp) in staat zijn om een groot deel van de benodigde werkzaamheden zelf uit te voeren, rechtsbijstand kunnen ontvangen. Voor een betere doorstroming binnen het minnelijk traject biedt de pilot, ondanks de opdracht van de Tweede Kamer, geen mogelijkheid tot rechtsbijstand. Het doel om de doorstroming naar- en de toegankelijkheid van de Wsnp te bevorderen wordt hierdoor niet (volledig) behaald.
6. Zienswijze tot verbetering
Instroom in de Wsnp is geen doel op zich, maar een betere doorstroming naar- en toegankelijkheid van de Wsnp is dat wel. Zoals minister W. Koolmees (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) in juni jl. ook treffend antwoorde op aan hem gestelde Kamervragen: “als snel duidelijk is dat een minnelijke schuldregeling niet mogelijk is en het wettelijke traject een oplossing kan bieden, moet dit zonder omwegen goed toegankelijk zijn, juist ook in post-Corona-tijden.”4
De Wsnp is voor alle partijen, zowel schuldenaar als schuldeisers, in heel veel gevallen een heel gunstige oplossing.5 In de praktijk blijken veel partijen echter geen juist beeld te hebben van de Wsnp en wordt de Wsnp niet gezien als onderdeel van schuldhulpverlening. Schuldhulpverleners worden opgeleid met het doel een minnelijke regeling te treffen met schuldeisers, niet met het doel om een passende, goede en snelle oplossing te bieden aan mensen met problematische schulden. Wanneer er geen minnelijke schuldregeling tot stand komt en de Wsnp wordt aangevraagd, wordt doorgaans ook gezegd dat het schuldhulpverleningstraject is ‘mislukt’.
Veelal wordt eerst een volledig minnelijk traject afgewerkt, alvorens er eventueel over Wsnp wordt gedacht en gesproken. Beter is het om bij het eerste intakegesprek reeds een afweging te maken wat de meest passende oplossing is voor de betreffende persoon en zijn schuldeisers en daar naartoe te werken. Dit is in veel gevallen een minnelijk saneringstraject, bij voorkeur door middel van een som ineens. Vooraf kan echter ook vaak al worden ingeschat dat de Wsnp een betere optie is. Bijvoorbeeld wanneer een schuldenlijst lang en onzeker is, of moeilijk te saneren vordering zoals belastingvorderingen, CJIB-boetes, fraudevorderingen of alimentatieschulden bevat. Ook kan een Wsnp alvast worden gestart wanneer er nog sprake is van te vereffenen actief zoals een woning. Wanneer er (in de toekomst) sprake is van regresvorderingen van bijvoorbeeld een ex-partner zorgt de Wsnp voor een schone lei en is het de klant tevens sterk aan te raden een Wsnp aan te vragen. En wat te denken van de bescherming die de Wsnp middels een voorlopige voorziening bij voorbaat al biedt tegen bijvoorbeeld loonbeslag? Kennis bij schuldhulpverleners, niet alleen over het minnelijke traject, maar ook over het wettelijke traject is van essentieel belang. Schuldenaren zijn soms letterlijk overgeleverd aan hun gemeente of schuldhulpverlener en moeten ervan op aan kunnen dat ze volledig en juist worden voorgelicht en ook worden geholpen bij het indienen van het Wsnp-verzoek.
Om een snellere doorstroom binnen het minnelijke traject en naar de Wsnp te realiseren kan de Wsnp-bewindvoerder een belangrijke rol spelen als adviseur en schuldhulpverlener. De Wsnp-bewindvoerder kent de Wsnp, weet wat er gebeurt in voorafgaande minnelijke trajecten en heeft hierdoor het totaaloverzicht. Het kabinet is vooralsnog geen voorstander van het stellen van een maximumtermijn aan het tot stand brengen van een minnelijke regeling, omdat er goede redenen kunnen zijn waarom er meer tijd nodig is. Maar wat als de schuldhulpverlening géén goede redenen heeft voor een trage gang van zaken? Op dit moment is de positie van de schuldenaar in die gevallen nog steeds zwak; hij heeft geen mogelijkheden om hiertegen bezwaar in te dienen of kosteloos een andere schuldhulpverlener te kiezen.
7. Conclusie
De pilot is lang verwacht en een goed begin om de doorstroom naar de Wsnp te verbeteren. Toch is het nog lang niet ideaal en slechts geschikt voor een beperkte groep mensen. Uitbreiding van de pilot conform de opdracht van de Tweede Kamer kan hierin een oplossing bieden. Wanneer een minnelijke regeling (laten we zeggen) binnen een jaar na aanmelding bij schuldhulpverlening niet is geslaagd, zou een ieder bij een Wsnp-bewindvoerder te rade moeten kunnen gaan. Niet alleen puur voor het indienen van een Wsnp-verzoek, maar juist ook voor een objectieve herbeoordeling van het minnelijk traject. Alleen dan kan de Wsnp-bewindvoerder zich optimaal inzetten en ook écht bijdragen aan de doorstroming naar, en de toegankelijkheid van, de Wsnp.
Naschrift auteur: Na het schrijven van dit artikel heeft Bureau Wsnp op 27 juli 2021 te kennen gegeven dat de afdeling Kwaliteit van de Raad voor Rechtsbijstand kan instemmen met zowel een toevoeging voor een dwangmiddel als een Wsnp-verzoek, als de Wsnp-bewindvoerder deelneemt aan het arrangement en aan de pilot.
Voetnoten
- Staatscourant 2021, 19863 (24 april 2021).
- Nationale ombudsman, ‘Hindernisbaan zonder finish’, 11 juni 2020.
- Kamerstuk 24 515 nr. 544, Motie van het lid Bruins, voorgesteld 30 juni 2020.
- Aanhangsel van de Handelingen 2020/21, nr. 3312.
- Voor onderbouwende cijfers, zie onder andere mijn eerdere bijdrage in WSNP Periodiek, 2020/3, p.3.
Documentsoort
- Vakliteratuur
Trefwoorden
- Pilot Wsnp (Regeling PTW)
- Wsnp Periodiek
Gerelateerd
Dit artikel beschouwt de afhandeling van de compensatie kinderopvangtoeslagaffaire in relatie met de Wsnp.
Geen schone lei wordt toegekend in een Wsnp die eindigt omdat alle (aangemelde) vorderingen voldaan kunnen worden. Dit artikel legt uit hoe te werk te gaan om toch een schone lei te krijgen.
Dit artikel informeert over een aantal wetsvoorstellen ten aanzien van de Wsnp, te weten: verkorting goede-trouw-termijn en de flexibilisering wachttermijn tien jaar.