Geen toepassing hardheidsclausule
De rechtbank wijst een Wsnp-verzoek af. In de eerste plaats omdat naar het oordeel van de rechtbank de schulden niet te goeder trouw zijn ontstaan. Ten tweede gaat de rechtbank in op toepassing van de hardheidsclausule in relatie tot de wetswijziging van 1 juli 2023.
Op naam van verzoeker is in 2021 een schuld ontstaan als gevolg van een gedwongen woningontruiming, nadat in de woning (onder meer) drugs waren aangetroffen. Een verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling wordt alleen toegewezen als voldoende aannemelijk is dat de schuldenaar te goeder trouw is geweest bij het ontstaan en onbetaald laten van zijn schulden in de drie jaren voorafgaand aan de dag waarop het verzoekschrift werd ingediend. Naar het oordeel van de rechtbank heeft verzoeker dit niet voldoende aannemelijk gemaakt.
Op grond van artikel 288 lid 3 Fw - de hardheidsclausule - kan het verzoek alsnog worden toegewezen als voldoende aannemelijk is dat verzoeker de omstandigheden die bepalend zijn geweest voor het ontstaan of onbetaald laten van de schulden onder controle heeft gekregen. Verzoeker gebruikt nog steeds alcohol en drugs, en bagatelliseert de hoeveelheden en frequentie. De rechtbank acht het middelengebruik daardoor niet onder controle.
De rechtbank verwijst tot slot naar de kamerstukken die aan de wetswijziging per 1 juli 2023 (mede) ten grondslag liggen. Daarin is ten aanzien van de ommekeer ten goede in relatie tot de hardheidsclausule het volgende opgenomen: ‘Daarbij zal het uitgangspunt zijn dat de hardheidsclausule in beginsel niet zal worden toegepast. […] Een dergelijke verandering (‘ommekeer ten goede’) is moeilijk te realiseren binnen een zo korte periode. Daarom zal de hardheidsclausule ook alleen in duidelijke uitzonderingsgevallen worden toegepast.’
Van een uitzonderingsgeval is in dit geval volgens de rechtbank geen sprake. De rechtbank wijst het verzoek om toelating tot de Wsnp dan ook af.
Documentsoort
- Uitspraken en jurisprudentie
Trefwoorden
- Hardheidsclausule (288 lid 3 Fw)
- Rechtspraak
- Wetswijziging 1 juli 2023
Gerelateerd
De rechtbank wijst het verzoek van de schuldenaren, om te worden toegelaten tot de Wsnp, af en motiveert dat als volgt.
Schuldenaar verzoekt om toelating tot de wsnp en om de looptijd van de wsnp met 18 maanden te verkorten. De rechtbank wijst dat verzoek gedeeltelijk toe met een korting van 12 maanden. Schuldenaar heeft voor de verdere looptijd van zes maanden ...
Volgens de rechtbank is niet komen vast te staan dat schuldenares zich de gehele periode van 3 jaar vóór indiening van het Wsnp-verzoek maximaal heeft ingespannen om de regresvordering van haar ex-partner zo klein mogelijk te houden. Haar de ...