Geen korting op duur Wsnp
In deze zaak, met uitspraakdatum 10 juli 2023, wordt het verzoek om toelating tot de Wsnp toegewezen. Het verzoek om een eerdere ingangsdatum per 1 oktober 2022, ongeveer 9 maanden vóór de toelating, wordt afgewezen. De rechtbank motiveert deze beslissing uitgebreid.
Wetswijziging 1 juli 2023
Op 1 juli 2023 is de Wet verbetering doorstroom van de gemeentelijke schuldhulpverlening naar de wettelijke schuldsaneringsregeling natuurlijke personen in werking getreden. Als gevolg van inwerkingtreding van dezewet is onder andere artikel 349a lid 1 Faillissementswet (Fw) aangepast: de termijn van de schuldsaneringsregeling bedraagt sinds 1 juli 2023 anderhalf jaar, te rekenen vanaf de dag van de uitspraak tot toepassing van de schuldsaneringsregeling, dan wel vanaf de dag waarop de eerste aflossing is gedaan in het kader van de buitengerechtelijke schuldregeling als bedoeld in artikel 285 eerste lid onder f, indien die dag eerder is gelegen.
Prejudiciële vragen
De rechtbank vraagt zich af of de wetswijziging van art. 349a lid 1 Fw niet tot schrijnende en onaanvaardbare gevolgen leidt en reeds om die reden buiten toepassing zou moeten blijven. De rechtbank licht dat toe:
Korting op de duur van de Wsnp is mogelijk als in het voortraject is afgelost ten behoeve van alle schuldeisers. Voor een aanmerkelijk deel van de schuldenaren is dat, zonder dat dat aan hen te verwijten valt, onmogelijk: bijvoorbeeld als het inkomen lager is dan het voor hen geldende vrij te laten bedrag, of als er loonbeslag is gelegd. Zo’n schuldenaar kan dan buiten zijn schuld niet aflossen en komt dus niet voor die korting op de looptijd in aanmerking. De rechtbank acht dit verschil naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar.
De rechtbank overweegt dat het vraagstuk van de (mogelijke) strijd met de redelijkheid en billijkheid van de kortingsregeling zich uitermate goed leent voor het stellen van prejudiciële vragen aan de Hoge Raad.
Belang verzoekster prevaleert
De rechtbank gaat ondanks die overweging in dit dossier niet over tot het stellen van prejudiciële vragen. Met het oog op het belang van verzoekster om snel duidelijkheid te hebben behandelt de rechtbank het verzoek tot het vaststellen van een eerdere ingangsdatum direct.
Afdracht ten behoeve van gezamenlijke schuldeisers
De afdracht in het kader van een buitengerechtelijke schuldregeling moet ten behoeve van de gezamenlijke schuldeisers plaatsvinden De rechtbank concludeert dat maanden waarin de afdracht door bijvoorbeeld beslag niet aan alle schuldeisers gezamenlijk is toegekomen, niet bij de bepaling van een eerdere ingangsdatum mogen worden betrokken.
In deze zaak heeft van december 2022 tot en met februari 2023 beslag gelegen op het loon van verzoekster, waardoor er niet kon worden afgedragen anders dan aan de beslaglegger. Nu er gedurende die drie maanden niet ten behoeve van de gezamenlijke schuldeisers kon worden afgedragen, is de rechtbank is van oordeel dat die drie maanden in ieder geval niet meetellen bij de bepaling van een eventuele eerdere ingangsdatum van de looptijd van de schuldsaneringsregeling.
Uitwerking in Landelijk Procesreglement
De bepaling in artikel 349a lid 1 Fw die mogelijk maakt dat de looptijd van de Wsnp ingaat op een datum die is gelegen vóór de datum van de uitspraak, is uitgewerkt in het Landelijk procesreglement verzoekschriftprocedures insolventiezaken rechtbanken. Hoofdstuk 3 van het procesreglement bevat de bepalingen voor de schuldsaneringsregeling.
In § 3.1.2.6. onder f is sinds 1 juli 2023 onder andere bepaald dat als verzoeker reeds aflossingen ten behoeve van de gezamenlijke schuldeisers in het kader van de buitengerechtelijke schuldregeling als bedoeld in artikel 285 lid 1 onder f Fw heeft gedaan, de verzoeker, tenzij verzoeker volledig arbeidsongeschikt is, stukken moet overleggen waaruit blijkt dat verzoeker in die maanden ten minste 36 uur per week (of minder in geval van gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid) werkzaam was of minimaal vier keer per maand heeft gesolliciteerd naar een bij het arbeidsvermogen passende dienstbetrekking.
In § 5.3 van Bijlage III bij de Landelijke uniforme beoordelingscriteria toelating schuldsaneringsregeling, zijn in § 5.3.6. de uitgangspunten bij de beoordeling van de vraag of sprake is van aflossingen in het kader van een buitengerechtelijke schuldregeling vastgelegd. Onder punt 3 is bepaald dat de inspanningsplicht moet worden ingevuld als in de Wsnp, hetgeen betekent dat de sollicitatieplicht op dezelfde wijze wordt ingevuld als in de Wsnp (a), dat de controle op de nakoming van de sollicitatieplicht op vergelijkbare wijze als in de Wsnp plaatsvindt (b) en dat de vrijstelling van de sollicitatieplicht op vergelijkbare wijze wordt ingevuld als in de Wsnp (c).
In ieder geval 18 maanden normen Wsnp volgen
Verzoekster heeft in oktober en november 2022 24 uur per week betaalde arbeid verricht en vanaf december 2022 32 uur per week. Zij heeft verklaard dat zij er niet van op de hoogte was dat zij 36 uur per week betaalde arbeid moest verrichten of aanvullend moest solliciteren om de in een buitengerechtelijk traject doorgebrachte maanden te laten meetellen voor het vaststellen van een ingangsdatum van de looptijd van de schuldsaneringsregeling die ligt vóór de datum van toepassing van de wettelijke schuldsaneringsregeling.
De rechtbank acht dit weliswaar aannemelijk, maar is van oordeel dat er in ieder geval gedurende 18 maanden naar de normen van de wettelijke schuldsanering moet zijn ‘geleefd’ om in aanmerking te komen voor korting. De rechtbank constateert dat dit uitgangspunt ook is vastgelegd in het procesreglement. Verzoekster heeft gedurende de negen maanden van het buitengerechtelijk traject geen fulltime betaalde arbeid verricht en ook niet geprobeerd haar werkweek, al dan niet door te solliciteren, uit te breiden naar 36 uur. Op die grond wijst de rechtbank het verzoek tot het bepalen van een ingangsdatum van de schuldsaneringsregeling vóór de datum van de toepassing van de wettelijke schuldsaneringsregeling af.
Documentsoort
- Uitspraken en jurisprudentie
Trefwoorden
- Rechtspraak
- Schuldhulpverlening (Msnp)
- Wetswijziging 1 juli 2023
Gerelateerd
In dit artikel is een overzicht opgenomen van uitspraken waarin door de betreffende instantie het verzoek om een eerdere ingangsdatum van de Wsnp is afgewezen.
Op 8 november 2023 is appellant tot de Wsnp toegelaten en heeft de rechtbank de termijn van de Wsnp op 18 maanden bepaald. Appellant is het met dat laatste niet eens en verzoekt het hof om de ingangsdatum van de Wsnp alsnog te bepalen op de ...
Een overzicht van uitspraken waarin werd beslist op het verzoek om toelating tot de Wsnp, waarbij ook een verzoek om een eerdere ingangsdatum van de Wsnp werd gedaan.