Strafrechtelijke veroordeling gokverslaafde Wsnp-bewindvoerder
Een strafrechtelijke uitspraak waarin de verdachte Wsnp-bewindvoerder wordt veroordeeld omdat hij gelden van de boedelrekeningen, die hij onder zijn beheer had, heeft opgenomen om zijn gokverslaving te financieren.
De Wsnp-bewindvoerder waar het in deze uitspraak om gaat wordt verdacht van verduistering en gewoontewitwassen (hierna: de tenlastegelegde feiten). Hij heeft veel, en grote, bedragen van 78 boedelrekeningen die hij onder zijn beheer had overgemaakt naar zijn eigen rekeningen. Hij heeft deze bedragen uitgegeven aan kansspelen.
Door de verdachte Wsnp-bewindvoerder is geen verweer gevoerd tegen bewezenverklaring van de tenlastegelegde feiten. Wel heeft de verdediging nog aangevoerd dat het berekende tenlastegelegde bedrag onjuist is, omdat de verdachte Wsnp-bewindvoerder nog aanspraak kan maken op vergoeding vanwege overdracht van de zaken. De rechtbank maakt daar korte metten mee. Verdachte is op staande voet ontslagen in alle schuldsaneringszaken waarin hij Wsnp-bewindvoerder was. Hij heeft verder geen bemoeienis gehad met de overdracht van die zaken, zodat hem geen vergoeding daarvoor toekomt.
De rechtbank acht de tenlastegelegde feiten bewezen. De tenlastegelegde feiten zijn strafbaar als misdrijf. Omdat er geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluiten, is de verdachte Wsnp-bewindvoerder strafbaar voor wat bewezen is verklaard.
Aan de Wsnp-bewindvoerder wordt een gevangenisstraf voor de duur van 18 maanden opgelegd, waarvan 9 maanden voorwaardelijk en met een proeftijd van 3 jaar. Verder wordt hij voor de duur van 5 jaar ontzet uit het beroep van Wsnp-bewindvoerder. De rechtbank bepaalt tot slot dat de veroordeelde Wsnp-bewindvoerder aan een aantal benadeelden schadevergoeding moet betalen.
Organisatie
- Rechtbank Rotterdam
Documentsoort
- Uitspraken en jurisprudentie
Trefwoorden
- Rechtspraak
Gerelateerd
Schuldenaar verzoekt om toelating tot de wsnp en om de looptijd van de wsnp met 18 maanden te verkorten. De rechtbank wijst dat verzoek gedeeltelijk toe met een korting van 12 maanden. Schuldenaar heeft voor de verdere looptijd van zes maanden ...
Volgens de rechtbank is niet komen vast te staan dat schuldenares zich de gehele periode van 3 jaar vóór indiening van het Wsnp-verzoek maximaal heeft ingespannen om de regresvordering van haar ex-partner zo klein mogelijk te houden. Haar de ...
In dit artikel is een overzicht opgenomen van uitspraken waarin door de betreffende instantie het verzoek om een eerdere ingangsdatum van de Wsnp is afgewezen.