Toepassing Wsnp met beroep op hardheidsclausule
Verzamelde uitspraken waarbij er eigenlijk contra-indicaties zijn voor wat betreft toelating tot de Wsnp, maar waarbij de verzoeker 'een wending ten goede' heeft gemaakt en met een beroep op de hardheidsclausule tóch wordt toegelaten.
Rechtbank Den Haag, 15 november 2024
In deze zaak staan de aard en omvang van de schulden gezien hun ontstaansdata en het niet doorlopen van een minnelijk traject middels een zogenoemd 0-aanbod aan de schuldeisers in beginsel aan toelating tot de schuldsaneringsregeling in de weg. Bij een groot aantal van de schulden kunnen vraagtekens worden geplaatst ten aanzien van de ontstaansdata ervan, in het bijzonder de schulden die in 2022 en 2023 nog zijn ontstaan. Verzoekster kampt al lange tijd met ernstige psychische klachten waardoor zij haar post niet openmaakte en het overzicht over haar financiën verloor.
Tegelijkertijd is er sprake van een duurzame wending ten goede. Er is sprake van een zichtbare positieve stijgende lijn, verzoekster is onder bewind gesteld en er is gestart met een behandelplan voor haar psychische klachten. De ter zitting aanwezige schuldhulpverlener en de beschermingsbewindvoerder geven aan dat er geen nieuwe schulden worden gemaakt en dat de omstandigheden die tot de financiële problemen hebben geleid inmiddels afdoende onder controle zijn. Mevrouw is gemotiveerd om van haar schulden af te komen. Zo heeft zij met betrekking tot haar studieschuld zelf bij Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) met DUO in contact getreden en om een verlaging van de lening verzocht.
De schuldhulpverlener heeft ter zitting daarom een beroep gedaan op de hardheidsclausule. Gezien al het vorenstaande ziet de rechtbank dan ook aanleiding voor toepassing van de hardheidsclausule ex artikel 288 lid 3 Fw. Verzoekster voldoet aan alle eisen voor toelating en wordt toegelaten tot de Wsnp.
Rechtbank Rotterdam, 7 april 2022
De schuldenaar heeft zonder overleg met de pandhouder zijn onderneming zonder tegenprestatie overgedragen. De schuld is daardoor niet te goeder trouw onbetaald gelaten. De verzoeker heeft de omstandigheden die bepalend zijn geweest voor het ontstaan en onbetaald laten van de schulden onder controle gekregen. Daarom wordt hij - ondanks het eerdere ontbreken van de goede trouw - toegelaten tot de Wsnp.
De schuldenaar heeft een doorlopend krediet bij ING Bank, in het kader waarvan ten behoeve van ING Bank een pandrecht was gevestigd. De onderneming van de schuldenaar is tijdens de coronapandemie in financiële moeilijkheden gekomen. Daarop heeft de schuldenaar zijn onderneming overgedragen aan een van zijn medewerkers, zonder daarvoor een tegenprestatie te vragen en zonder met de pandhouder te overleggen. De schuld aan ING Bank is door deze handelswijze niet te goeder trouw onbetaald gelaten, en staat in beginsel aan toelating tot de Wsnp in de weg.
Met een beroep op de hardheidsclausule wordt ten aanzien van de schuldenaar toch de Wsnp uitgesproken.
De schulden vloeien (grotendeels) voort uit zijn onderneming. Die onderneming is de schuldenaar inmiddels gestaakt. Hij heeft nu inzicht in zijn financiële situatie en maakt geen nieuwe schulden. Daarnaast krijgt hij hulp van de gemeente: hij is bezig om met hulp van een werkcoach zijn terugkeer te maken op de arbeidsmarkt. Ook is hij in behandeling voor zijn psychische en fysieke klachten. De schuldenaar erkent zijn verantwoordelijkheid voor het ontstaan van de schulden en laat zien dat zijn situatie voldoende is gestabiliseerd. Door dit alles is bij de rechtbank het vertrouwen ontstaan dat de schuldenaar de verplichtingen uit de schuldsaneringsregeling naar behoren zal nakomen.
Organisatie
- Rechtbank Rotterdam
Documentsoort
- Uitspraken en jurisprudentie
Trefwoorden
- Hardheidsclausule (288 lid 3 Fw)
- Rechtbank
- Rechtspraak
- Toelating (ex )ondernemer
Gerelateerd
Op 7 juni 2022 is het faillissement van verzoeker uitgesproken. In deze zaak adviseert de curator positief omtrent omzetting van het faillissement in een Wsnp. Voordat de rechtbank het verzoek inhoudelijk beoordeelt, beoordeelt zij de ...
Weigering toelating tot Wsnp. De situatie is niet stabiel genoeg en daarnaast zijn er schulden niet te goeder trouw ontstaan. Evenmin is er sprake van een wending ten goede, zodat een beroep op de hardheidsclausule evenmin slaagt.
De rechtbank wijst het verzoek om toelating tot de Wsnp af, vanwege het ontbreken van de goede trouw. Ook een beroep op de hardheidsclausule mislukt. De rechtbank geeft verzoekster mee dat zij, gelet op de zware verplichtingen die de Wsnp met ...