Toepassing Wsnp met beroep op hardheidsclausule
De schuldenaar heeft zonder overleg met de pandhouder zijn onderneming zonder tegenprestatie overgedragen. De schuld is daardoor niet te goeder trouw onbetaald gelaten. De verzoeker heeft de omstandigheden die bepalend zijn geweest voor het ontstaan en onbetaald laten van de schulden onder controle gekregen. Daarom wordt hij toegelaten tot de Wsnp.
De schuldenaar heeft een doorlopend krediet bij ING Bank, in het kader waarvan ten behoeve van ING Bank een pandrecht was gevestigd. De onderneming van de schuldenaar is tijdens de coronapandemie in financiële moeilijkheden gekomen. Daarop heeft de schuldenaar zijn onderneming overgedragen aan een van zijn medewerkers, zonder daarvoor een tegenprestatie te vragen en zonder met de pandhouder te overleggen. De schuld aan ING Bank is door deze handelswijze niet te goeder trouw onbetaald gelaten, en staat in beginsel aan toelating tot de Wsnp in de weg.
Met een beroep op de hardheidsclausule wordt ten aanzien van de schuldenaar toch de Wsnp uitgesproken.
De schulden vloeien (grotendeels) voort uit zijn onderneming. Die onderneming is de schuldenaar inmiddels gestaakt. Hij heeft nu inzicht in zijn financiële situatie en maakt geen nieuwe schulden. Daarnaast krijgt hij hulp van de gemeente: hij is bezig om met hulp van een werkcoach zijn terugkeer te maken op de arbeidsmarkt. Ook is hij in behandeling voor zijn psychische en fysieke klachten. De schuldenaar erkent zijn verantwoordelijkheid voor het ontstaan van de schulden en laat zien dat zijn situatie voldoende is gestabiliseerd. Door dit alles is bij de rechtbank het vertrouwen ontstaan dat de schuldenaar de verplichtingen uit de schuldsaneringsregeling naar behoren zal nakomen.
Organisatie
- Rechtbank Rotterdam
Documentsoort
- Uitspraken en jurisprudentie
Trefwoorden
- Hardheidsclausule (288 lid 3 Fw)
- Rechtbank
- Rechtspraak
- Toelating (ex )ondernemer
Gerelateerd
De rechtbank wijst het verzoek om toelating tot de Wsnp af, vanwege het ontbreken van de goede trouw. Ook een beroep op de hardheidsclausule mislukt. De rechtbank geeft verzoekster mee dat zij, gelet op de zware verplichtingen die de Wsnp met ...
De rechtbank wijst het verzoek van de schuldenaren, om te worden toegelaten tot de Wsnp, af en motiveert dat als volgt.
Beschikking op grond van artikel 287b lid 1 van de Faillissementswet: het verzoek om een voorlopige voorziening uit te spreken waarbij ontruiming van de woning van verzoekster voor zes maanden wordt verboden, wordt door rechtbank Den Haag afgewezen.