Beslag op zorgtoeslag tijdens minnelijk traject
Ná (mislukt) aanbod in het minnelijk traject legt een schuldeiser beslag op de zorgtoeslag. De rechtbank wijst het verzoek om het gelegd beslag op te schorten totdat is beslist op het Wsnp-verzoek, toe.
Zorgverzekeraar VGZ wijst het minnelijk voorstel af en legt beslag op de zorgtoeslag. Namens verzoeker wordt een verzoekschrift ingediend waarin verzocht wordt om het beslag op te schorten totdat is beslist op het Wsnp-verzoek. Gelijktijdig wordt het Wsnp-verzoek bij de rechtbank ingediend.
Vanwege het gelegde beslag wordt het budgetplan negatief. Daardoor zullen op zeer korte termijn nieuwe schulden gaan ontstaan. De bestaande stabiliteit, die ook nodig is voor toelating tot de Wsnp, wordt daarmee doorbroken.
De rechtbank oordeelt dan ook dat het belang van verzoeker in dit geval zwaarder dient te wegen dan het belang van VGZ bij het gelegde beslag. Dit geldt temeer nu het beslag pas is gelegd nádat het minnelijk traject was opgestart. De rechtbank wijst het verzoek toe en overweegt ten aanzien van de proceskosten dat het geen pas geeft om in zo'n laat stadium nog beslag te leggen, waardoor een veroordeling in de proceskosten wordt uitgesproken.
Organisatie
- Rechtbank Den Haag
Documentsoort
- Uitspraken en jurisprudentie
Trefwoorden
- Dwangmiddelen
- Rechtspraak
- Schuldhulpverlening (Msnp)
- Voorlopige voorziening (287 lid 4 Fw)
Gerelateerd
Beschikking op grond van artikel 287b lid 1 van de Faillissementswet: het verzoek om een voorlopige voorziening uit te spreken waarbij ontruiming van de woning van verzoekster voor zes maanden wordt verboden, wordt door rechtbank Den Haag afgewezen.
Twee uitspraken van rechtbank Noord-Nederland waarin het verzoek tot een voorlopige voorziening wordt afgewezen. In beide gevallen was geen sprake van een acute noodsituatie.
Rechtbank (Den Haag): beveelt Curaçaose schuldeiser in te stemmen via een dwangakkoord. Schuldenaar woont in Nederland, en een Nederlands vonnis geldt in het hele Nederlands Koninkrijk.