Toegevoegde waarde met een toevoeging?
Wsnp-bewindvoerder deelt zijn ervaring als deelnemer van de pilot 'bijzondere subsidie bewindvoerders Wsnp' (Dit heet tegenwoordig het arrangement - ofwel de Regeling toevoeging bewindvoerders Wsnp II).
WSNP Periodiek februari 2013, nr. 1
Antonita van Hilten-Daniëls*
De redactie heeft mij gevraagd mijn ervaringen als deelnemer van de pilot "bijzondere subsidie bewindvoerders Wsnp" met u te delen. Als enthousiast lezer van Wsnp Periodiek wil ik hieraan vanzelfsprekend graag mijn medewerking verlenen.
In de nieuwsbrief van Bureau Wsnp in november 2010 wordt een oproep gedaan aan bewindvoerders om deel te nemen aan een pilot voor het voeren van verzoekschriftprocedures op basis van een toevoeging. Het gaat om de wettelijke middelen in het minnelijk traject, te weten het dwangakkoord (287a Fw), het moratorium (287b Fw) en de voorlopige voorziening (287 lid 4 Fw). Deze instrumenten zijn bedoeld om het slagingspercentage van buitengerechtelijke schuldregelingen te verhogen, echter het is gebleken dat ze slechts beperkt worden ingezet. Enerzijds omdat de kennis ontbreekt bij het huidige aanbod rechts bijstandsverleners (schuldhulpverleners/advocaten). Anderzijds omdat de druk bij schuldhulpverleners te hoog is, zowel qua tijd als geld, waardoor deze procedures niet opgestart worden en de drempel naar een advocaat te hoog lijkt. Bureau Wsnp wil met deze pilot onderzoeken of het inzetten van bewindvoerders Wsnp een aanvulling is op het bestaande aanbod van hulp- en rechtsbijstandverleners.
Naar aanleiding van deze oproep zit ik op 11 januari 2011 samen met mijn kantoorgenoot en 37 andere collega-bewindvoerders klaar voor de verplichte scholingsdag die Bureau Wsnp heeft georganiseerd. Naast de vereisten voor het voeren van deze verzoekschriftprocedures wordt er die dag veel relevante jurisprudentie besproken door mr. Poelman, rechter-commissaris van de rechtbank 's-Hertogenbosch. Aan het einde van de dag worden de werkwijze voor het aanvragen van de subsidie en de toetsingscriteria voor toekenning van de subsidie uitgelegd door Linda Strating-van de Grint, stafmedewerker van Bureau Wsnp. Enthousiast verlaten we aan het einde van een intensieve dag Utrecht.
In de dagen die volgen informeren mijn collega en ik de medewerkers van de afdeling schuldhulpverlening van de gemeente Arnhem over de pilot en geven aan wat wij voor hen en hun cliënten kunnen betekenen. Als bewindvoerders in dienst van de gemeente Arnhem hebben wij het grote voordeel dat de schuldhulpverleners collega’s zijn en in hetzelfde pand werkzaam zijn. Hierdoor zijn de communicatielijnen kort en kan snel overleg worden gevoerd. Tweeënhalve week na de scholingsdag dient de eerste casus zich aan: er is een aanzegging tot woningontruiming over zeven dagen! De schuldhulpverlener is nog bezig met het opzetten van de minnelijke regeling en de woningbouwvereniging heeft al aangegeven daarop niet te willen wachten. Na bestudering van het dossier én een poging om de woningbouwvereniging alsnog op andere gedachten te brengen, heb ik besloten een procedure voor een voorlopige voorziening ex artikel 287b lid 1 Fw (moratorium) op te starten. Enigszins gespannen, maar overtuigd van mijn verhaal, stappen we ( cliënte, de schuldhulpverlener en ik) twee dagen voor de aangezegde ontruimingsdatum de rechtbank Arnhem binnen voor de behandeling van het verzoekschrift. Namens de woningbouwvereniging is niemand ter zitting verschenen. De rechtbank doet direct uitspraak en schorst de tenuitvoerlegging van het gewezen vonnis tot ontruiming van de woning voor de duur van de voorziening. Opluchting bij mevrouw en haar schuldhulpverlener omdat het minnelijke traject door kan gaan en tevredenheid bij mij omdat mijn eerste procedure goed is verlopen (zowel procedureel als qua uitkomst). De teleurstelling was dan ook des te groter toen mijn aanvraag voor toekenning voor subsidie enkele weken later door Bureau Wsnp werd afgewezen omdat ik de aanvraag te laat zou hebben ingediend. Inmiddels hadden mijn collega en ik nog twee (succesvolle) procedures gevoerd waarvoor de subsidie, om dezelfde reden, dan ook zou worden afgewezen. Navraag bij Bureau Wsnp leerde ons dat, voordat de bewindvoerder de rechtsbijstand opstart, hij eerst een aanvraag moet insturen zodat de haalbaarheid van de procedure getoetst kan worden. Het feit dat alle drie de procedures zijn toegewezen was geen reden voor de bezwaarschriftencommissie om de subsidie alsnog toe te kennen. Het enthousiasme, dat wij hadden na de scholingsdag, was inmiddels danig getemperd. Ondanks deze start, ben ik doorgegaan met de pilot omdat ik inmiddels wel overtuigd was van mijn toegevoegde waarde voor zowel de cliënten als de schuldhulpverleners. Ik heb alle drie de procedures diverse keren gevoerd. Vooral de voorlopige voorziening ex artikel 287 lid 4 Fw biedt mijns inziens ruime mogelijkheden om een dreigende situatie, die de werking van de schuldsanering zou kunnen frustreren als het verzoek om toepassing van de Wsnp gehonoreerd zou worden, af te wenden. Te denken valt bijvoorbeeld aan gedwongen verkoop van goederen, gijzeling of loonbeslag.
De pilot is eind 2011 verlengd tot 1 oktober 2012. Uit de evaluatie over 2011 blijkt dat aan 19 bewindvoerders 287 toevoegingen zijn verstrekt en 12 aanvragen zijn afgewezen (in de regel op formele gronden). Op basis van deze resultaten heeft Bureau W snp een positief advies afgegeven aan het Ministerie van Veiligheid en Justitie en is het vanaf 1 januari 2013 voor bewindvoerders Wsnp mogelijk (indien voldaan is aan de gestelde voorwaarden) een toevoeging aan te vragen voor de drie verzoekschriftprocedures. Uitgebreidere informatie over de pilot) de evaluatie en de voorwaarden zijn terug te vinden op de website van Bureau Wsnp.
Terugkijkend op de afgelopen periode ben ik van mening dat bewindvoerders Wsnp absoluut een welkome aanvulling zijn op het huidige aanbod van rechtsbijstandverleners, waarbij een goede samenwerking tussen de schuldhulpverlener en bewindvoerder van essentieel belang is. Voor een dwangakkoord is normaliter genoeg voorbereidingstijd, maar een dreigende situatie (woningontruiming, afsluiting van energie of water) komt vaak pas op het laatste moment naar boven zodat direct actie vereist is (zeker als vooraf nog de subsidie aangevraagd moet worden). Mijn ervaring is dat schuldhulpverleners zelf maar sporadisch een verzoekschriftprocedure voeren en er nauwelijks geprofiteerd wordt van de opgedane kennis en ervaring van collega’s. Door de verzoekschriftprocedures door bewindvoerders uit te laten voeren, vindt er een centralisatie van kennis plaats. Daarnaast houden bewindvoerders hun kennis op peil door vakliteratuur, jurisprudentie en door middel van de permanente educatie. Bewindvoerders hebben vanuit de schuldsaneringstrajecten al veel ervaring met rechtbanken; ze zijn gewend om tijdens zittingen het woord te voeren en weten waarop verzoeken getoetst worden. Daar komt bij dat in deze procedures dezelfde rechters/ griffiemedewerkers betrokken zijn als in schuldsaneringszaken zodat de drempel voor bewindvoerders om in contact te treden voor eventueel overleg lager is dan voor schuldhulpverleners. Tot slot hebben wij gemerkt dat, omdat wij veelal de (regionale) schuldeisers (al dan niet persoonlijk) kennen, zij na een telefoontje vaak toch bereid zijn de ontruiming c.q. afsluiting aan te houden in afwachting van de uitkomst van het minnelijke traject dan wel totdat de rechtbank heeft beslist op de aanvraag voor toelating tot de wettelijke schuldsaneringsregeling. Deze pilot was voor mij in meerdere opzichten een leerzame ervaring en heeft mij de mogelijkheid geboden mijn kennis over de wettelijke middelen in het minnelijk traject uit te breiden en te verdiepen. Ik heb mij dan ook aangemeld voor het arrangement en kijk uit naar de scholingsdag!
*Antonita van Hilten-Daniëls is bewindvoerder Wsnp bij de Stadsbank Arnhem.
Documentsoort
- Vakliteratuur
- Wsnp periodiek
Trefwoorden
- Het arrangement (Regeling toevoeging […])
- Wsnp Periodiek
Gerelateerd
Dit artikel beschouwt de afhandeling van de compensatie kinderopvangtoeslagaffaire in relatie met de Wsnp.
Geen schone lei wordt toegekend in een Wsnp die eindigt omdat alle (aangemelde) vorderingen voldaan kunnen worden. Dit artikel legt uit hoe te werk te gaan om toch een schone lei te krijgen.
Dit artikel informeert over een aantal wetsvoorstellen ten aanzien van de Wsnp, te weten: verkorting goede-trouw-termijn en de flexibilisering wachttermijn tien jaar.