Vtlb: aanpassingen vtlb die nu relevant zijn
Zoals bekend is er per 1 januari 2021 sprake van een aanzienlijke wijziging in de wijze van berekening van het vtlb, omdat de onderliggende beslagvrije voet, geregeld in de wet rond de beslagvrije voet wijzigt. Er verandert soms veel.
De werkgroep rekenmethode vtlb van RECOFA bepaalt daarom dat, voor zover enigszins mogelijk, voor 1‑3‑2021 een nieuw vtlb berekend dient te worden. Wij informeren u over de nieuwe calculator zodra er meer duidelijk is.
Hieronder informeren wij u alvast over punten die op dit moment al relevant zijn.
1. Geen correctie premie zorgverzekering
In de nieuwe beslagvrije voet is er geen correctie meer voor de hoogte van de zorgverzekeringspremie. Dat betekent dus dat een schuldenaar per saldo alle premie boven de normpremie — naar schatting circa € 135,- — uit zijn eigen vtlb betaalt. Zeker bij schuldenaren met een dure aanvullende verzekering of op restitutiebasis (i.p.v. in natura) kan dit een aanzienlijk bedrag per maand schelen, en kan het wijs zijn de premie/dekking direct per 1‑1‑2021 aan te passen. (Als de gezondheidssituatie dit toelaat.) Na 1‑1‑2021 kan dit meestal pas weer een jaar later. Een duurdere zorgverzekeringspremie wordt in principe niet gecorrigeerd in het nominaal bedrag, de correctie voor het eigen risico ziektekosten van € 385,- in het nominaal bedrag blijft wel gehandhaafd.
2. Reiskosten woon-werkverkeer
Update 2-2-2021
Vaste reiskostenvergoeding
Voor reiskosten met een vast en gelijkmatig karakter bestaat de mogelijkheid een vaste onbelaste vergoeding met de werknemer af te spreken, bijvoorbeeld voor het woon-werktraject. Voor veel werknemers leiden de maatregelen rondom de coronacrisis tot een verandering van hun reispatroon. Daardoor moet een werkgever een afgesproken reiskostenvergoeding formeel aanpassen.
De staatssecretaris van Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst vindt dit ondoelmatig en ongewenst en heeft daarom het volgende in een beleidsbesluit goedgekeurd. De goedkeuring geldt vanaf 12 maart 2020 en vervalt (vooralsnog) op 1 april 2021.
Doorlopen vaste reiskostenvergoeding
Een werkgever hoeft gedurende het jaar 2020 en het eerste kwartaal van 2021 voor een vaste reiskostenvergoeding geen gevolgen te verbinden aan een wijziging in het reispatroon van een werknemer.
De werkgever kan deze goedkeuring ook toepassen voor een vaste reiskostenvergoeding met nacalculatie. Dit betekent dat de werkgever voor deze periode mag blijven uitgaan van de aangenomen feiten waar de vergoeding op gebaseerd is.
Reisaftrek
In de inkomstenbelasting bestaat de mogelijkheid van reisaftrek voor woon-werkverkeer dat met het openbaar vervoer wordt afgelegd en waarvoor geen vergoeding van de werkgever wordt ontvangen. Sommige werknemers reizen veel minder naar hun werk, omdat ze thuis werken. Daardoor hebben ze minder recht op de forfaitair bepaalde reisaftrek, terwijl de kosten van een OV-abonnement mogelijk gewoon doorlopen. Ook voor deze ongewenste situatie heeft de staatssecretaris een goedkeuring afgegeven.
Voor het belastingjaar 2020 mag een werknemer de reisaftrek in de inkomstenbelasting toepassen alsof hij zijn reispatroon van vóór de coronacrisis heeft voortgezet.
De goedkeuring geldt uitsluitend voor de periode waarin en voor zover de reiskosten van de werknemer zijn doorgelopen, terwijl hij een gewijzigd reispatroon had waardoor er geen of minder woon-werkverkeer was. Dit houdt bijvoorbeeld in dat de goedkeuring niet geldt vanaf het moment dat de werknemer geen reiskosten meer heeft. De reisaftrek wordt in dat geval naar evenredigheid berekend.
Andere vaste vergoeding
Een werkgever mag gedurende het jaar 2021 ook andere vaste vergoedingen ongewijzigd voortzetten en daarvoor blijven uitgaan van de aangenomen feiten waar de vergoeding op gebaseerd is. Voorwaarde is wel dat de werknemer uiterlijk op 12 maart 2020 een onvoorwaardelijk recht kreeg op de vaste vergoeding.
Onbelast vergoeden/verstrekken mondkapjes
De werkgever mag de kosten van mondkapjes onbelast vergoeden of verstrekken aan zijn werknemers. Deze kosten horen tot de werkelijke kosten van het openbaar vervoer, omdat werknemers vanaf 1 juni 2020 niet zonder mondkapje met het openbaar vervoer mogen reizen. Omdat de werkelijke kosten van openbaar vervoer gericht zijn vrijgesteld, vallen de mondkapjes daar ook onder.
Update: 4-1-2021
Bij nader inzien is besloten dat óók na 1 januari 2020 een onbelaste doorbetaling vaste reiskostenvergoeding mag plaatsvinden, terwijl werknemers geen of nauwelijks reiskosten maken vanwege thuiswerken, mits het gaat om een vaste reiskostenvergoeding die al vóór 13 maart 2020 bestond. Dit geldt vooralsnog tót 1 februari 2021.
In januari volgt een meer definitief besluit van het Kabinet.
Oude bericht, geplaatst op 26-11-2020
Per 1 januari 2021 mogen reiskosten voor woon-werkverkeer alleen nog onbelast vergoed worden als zij daadwerkelijk gemaakt worden en niet meer wanneer thuisgewerkt wordt. Wanneer een schuldenaar dus de afgelopen maanden zijn netto vergoeding in de WSNP wel mocht behouden omdat dat fiscaal ook was toegestaan (hoewel de kosten soms niet gemaakt werden), kan zijn besteedbaar inkomen na 1 januari met dat bedrag dalen.
3. Leaseauto
De behandeling van de lease auto in het eerste jaar verandert; sterker nog, deze wijziging is met terugwerkende kracht ingegaan per 1‑1‑2020. Het inkomensnadeel van het eerste jaar — binnen de WSNP — waarin het fiscaal niet mogelijk is de belasting in verband met het privégebruik te vermijden, hoeft niet meer bijgepast te worden. Dit op voorwaarde dat saniet aangeeft per 1 januari van het jaar daarop, over te gaan tot het aanleveren van een zogenaamde ‘verklaring geen privégebruik’. In onze nieuwsbrief van september hebben we hier ook aandacht aan besteed.