Toelichting waardering permanente educatie
In het kader van permanente educatie dient elke bewindvoerder Wsnp die geen advocaat is (hierna: Wsnp-bewindvoerder), driejaarlijks tenminste 36 PE-punten te behalen. De meeste Wsnp-bewindvoerders doen dit door jaarlijks verschillende scholingen te volgen.
Bureau Wsnp kent scholingen PE‑punten toe. Om voor PE-punten in aanmerking te komen, moet een scholing voldoen aan de eisen zoals beschreven in artikel 2.4 (en de bijbehorende toelichting) van de Beleidsregels voor inschrijving bewindvoerders Wsnp […] (hierna: de beleidsregels). Ook erkende opleidingsinstellingen dienen bij toekenning van PE-punten aan hun scholingsactiviteiten, rekening te houden met dezelfde eisen.
Hieronder lichten wij de belangrijkste criteria toe in het kader van de PE‑accreditatie.
Heeft u vragen in het kader van de permanente educatie en/of PE‑accreditatie? Stel uw vraag aan Bureau Wsnp via [email protected].
Een PE‑punt per volledig uur
Per volledig lesuur wordt één PE‑punt toegekend. Het gaat hierbij een ‘netto’ lesuur: één uur (zestig minuten), waarin er sprake is van kennisoverdracht door een docent. Pauzes, huiswerk en vooraf inlezen tellen niet mee in de puntentelling.
Voor de puntentelling wordt er in beginsel altijd naar beneden afgerond. Voorbeeld: een scholing die in totaal 4,5 uur netto lestijd omvat, wordt gewaardeerd op vier PE‑punten. Alleen in bijzondere situaties rondt Bureau Wsnp naar boven af.
Relevante onderwerpen
Alleen relevante onderwerpen komen in aanmerking voor PE‑punten. Hierbij moet de documentatie die wordt gebruikt van voldoende niveau zijn (ten minste HBO-niveau).
Hieronder volgt een lijst van onderwerpen die relevant zijn. Deze lijst is niet uitputtend. Bureau Wsnp kan ook andere onderwerpen voldoende relevant beschouwen.
- Vermogensrecht: •Verbintenissenrecht;
- Goederenrecht;
- (Zakelijk) zekerheidsrecht
- Insolventierecht en in het bijzonder de Wsnp;
- Praktijkkennis Wsnp:
- Recofa-richtlijnen;
- Inhoud en toepassing standaarddocumenten;
- Vergoedingensystematiek;
- Procesrecht (communiceren en optreden in de rechtbank);
- Internationale aspecten van insolventieprocedures
- Praktijkkennis Wsnp:
- Huwelijksvermogensrecht;
- Erfrecht;
- Schuldhulpverlening en de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (Wgs);
- Beschermingsbewind;
- Aansprakelijkheid bestuurders en commissarissen;
- (Financiële) kennis van ondernemen en zzp;
- Het vrij te laten bedrag (vtlb) en de beslagvrije voet;
- Communicatieve vaardigheden;
- Kennis sociale kaart.
Kennisvergroting of vaardigheden
Een scholing moet gericht zijn op kennisvergroting en/of verbetering van vaardigheden in het kader van Wsnp-bewind.
Met kennisvergroting wordt bedoeld:
- De scholing recente ontwikkelingen binnen de Wsnp behandelt;
- De scholing een verdieping geeft op juridische of vakinhoudelijke onderwerpen waar Wsnp-bewindvoerders in de praktijk mee te maken kunnen krijgen;
- De scholing gericht is op het brede werkterrein van de Wsnp-bewindvoerder;
- De scholing moet gericht zijn op het praktische werk van de Wsnp-bewindvoerder;
- De scholing gericht is relevante kennisgebieden voor Wsnp-bewind.
Met verbetering van vaardigheden wordt bedoeld:
Persoonlijke vaardigheden
- Omgaan/communicatie met verschillende belanghebbenden (schuldenaar, schuldeisers, rechtbank, begeleidende instanties);
- Communicatievaardigheden (duidelijk taalgebruik schriftelijk en mondeling, moeilijke gesprekken kunnen voeren, goed kunnen luisteren, hoofd- van bijzaken kunnen scheiden);
- Omgaan met pc, administratieve software of specifieke bewindvoerderapplicaties.
Organisatorische vaardigheden
- Planning van het werk;
- Goed overzicht van Wsnp-traject van begin tot eind;
- Boekhouding;
- Kwaliteits- of risicomanagement;
- Klantgerichtheid.
Bijzondere keurmerken
Vtlb-update
De Recofa-werkgroep bepaalt dat elke Wsnp-bewindvoerder elke twee jaar zijn/haar vtlb-kennis ophaalt met een scholing. Deze scholing vereist dat de opleiding tenminste 4 uur inhoudelijk informeert over (de berekening van) het vtlb.
Update arrangement
Wsnp-bewindvoerders die deelnemen aan het arrangement (Regeling toevoeging bewindvoerders Wsnp II) behoren per drie jaar een studie te behalen die betrekking heeft op de dwangvoorzieningen: moratorium (art. 287 lid 4 Fw), dwangakkoord (art. 287a Fw) en voorlopige voorziening (vovo – art. 287b Fw).