Afwijzing VoVo: beslag leidt niet tot acute noodsituatie
Twee uitspraken van rechtbank Noord-Nederland waarin het verzoek tot een voorlopige voorziening wordt afgewezen. In beide gevallen was geen sprake van een acute noodsituatie.
Uitspraak 10 juli 2024
Verzoekster heeft, tegelijk met een (incompleet) Wsnp-verzoek, een verzoek ingediend tot het geven van een voorlopige voorziening bij voorraad. Zij wenst opschorting van het door verweerder (een schuldeiser) gelegde executoriale beslag op en de geplande executoriale verkoop van een voertuig.
Na uiteenzetting van de feiten volgt de beoordeling door de rechtbank. Naar het oordeel van de rechtbank heeft verzoekster de noodzaak van het verzoek, en daarmee de spoedeisendheid, onvoldoende gesteld en onderbouwd. Het komt in deze zaak aan op een belangenafweging waarbij de rechtbank het belang van de schuldeiser bij het voortzetten van de executie moeten afwegen tegen het belang van de schuldenares bij het behoud van de beslagen zaak. De door verzoekster gestelde belangen zien vooral op de positie van de BV, de Vof en de zakelijke rol die zij daarin speelt. Nog daargelaten dat de auto daarbij een marginale rol speelt, is het niet aan de rechtbank om in het kader van een verzoek ex artikel 287 lid 4 Fw deze (zakelijke) belangen te laten meewegen. Niet gesteld of gebleken is dat het beslag van verweerder zorgt voor problemen die met het oog op de aanvraag en het doorlopen van het traject rond het verzoek Wsnp dan wel het verzoek dwangakkoord nu getackeld moeten worden. De rechtbank ziet dan ook geen aanleiding om een voorlopige voorziening uit te spreken.
Wel verleent de rechtbank aan verzoekster een termijn van 3 maanden om het verzoek tot toelating tot de Wsnp aan te vullen.
Uitspraak 13 maart 2024
Een schuldeiser (verweerder) heeft uit hoofde van een in kracht van gewijsde gegaan vonnis op 28 februari 2024 executoriaal beslag gelegd op de zakelijke bankrekening van verzoeker. Verzoeker vraagt om opschorting van het beslag. Het belang daarbij is er in gelegen dat als gevolg van het beslag de kosten van het beschermingsbewind niet kunnen worden betaald en ook niet gespaard kan worden ten behoeve van de gezamenlijke schuldeisers.
Organisatie
- Rechtbank Noord Nederland
Documentsoort
- Uitspraken en jurisprudentie
Trefwoorden
- Dwangmiddelen
- Rechtspraak
- Voorlopige voorziening (287 lid 4 Fw)
Gerelateerd
De rechtbank wijst een voorlopige voorziening ex artikel 287 lid 4 Fw voor de duur van drie maanden toe; een langere termijn dan één maand wordt gegund omdat de rechtbank het voorzienbaar acht dat verzoeker meer tijd nodig zal hebben om het ...
Rechtbank wijst een VoVo (art. 287 lid 4 Fw) toe, en verbiedt officier van justitie (c.q. het CJIB) over te gaan tot inneming van het rijbewijs van de schuldenaar.
Verzoek om bij wijze van voorlopige voorziening art. 287 lid 4 het loonbeslag op te heffen. Spoedeisend belang bij voortzetting minnelijke regeling.