Gerechtshof Den Haag stelt prejudiciële vragen over nieuwe regels Wsnp
Sinds de wetswijziging houden wij de jurisprudentie binnen het Insolventierecht nauwlettend in de gaten. Dit heeft vooral te maken met de aanpassing van artikel 349a, eerste lid Fw: ‘De termijn van de schuldsaneringsregeling bedraagt anderhalf jaar, … dan wel van de dag waarop de eerste aflossing is gedaan in het kader van de buitengerechtelijke schuldregeling als bedoeld in artikel 285, eerste lid, onder f, indien die dag eerder is gelegen.’ De afgelopen maanden blijkt uit de jurisprudentie dat deze bepaling door de diverse rechtbanken verschillend wordt uitgelegd en toegepast. Gerechtshof Den Haag vraagt nu uitleg van deze rechtsregel aan de Hoge Raad.
Prejudiciële vragen
- Wat dient te worden verstaan onder ‘eerste aflossing’, ‘in het kader van’ en ‘buitengerechtelijke schuldregeling als bedoeld in artikel 285, eerste lid, onder f’ in artikel 349a lid 1 Fw?
- Is de rechter bevoegd om, bij de toepassing van artikel 349a lid 1 Fw, voor de termijn van de schuldsaneringsregeling in beginsel slechts die periode voorafgaand aan zijn uitspraak in aanmerking te nemen waarin de schuldenaar:
- heeft voldaan aan een inspanningsplicht om ten behoeve van de boedel zoveel mogelijk baten te verwerven (alsof de wettelijke schuldsaneringsregeling die periode al van toepassing was), en
- uit zijn inkomen dan wel heeft gespaard ten behoeve van de gezamenlijke schuldeisers: alles wat niet diende of zou plegen te worden vrijgelaten als de wettelijke schuldsaneringsregeling in die periode al van toepassing was geweest en daarbij de voorwaarde te stellen dat het gespaarde daadwerkelijk aan de boedel wordt afgedragen?
Prejudiciële beslissing
In het arrest waarin de vragen zijn gesteld, geeft het gerechtshof aan dat zij van mening zijn dat de praktijk behoefte heeft aan de beantwoording van de vragen. Wij delen deze mening van het gerechtshof. Op dit moment worden er zeer uiteenlopende beslissingen genomen met betrekking tot de eerdere ingangsdatum van de Wsnp. De prejudiciële beslissing dient als richtlijn voor soortgelijke gevallen.
Er geldt geen wettelijke termijn waarbinnen de Hoge Raad een beslissing dient te nemen. Wij zullen u uiteraard via onze nieuwsbrief en de website hiervan op de hoogte houden.