Immateriële (schade)vergoeding naar de boedel
Via de helpdesk krijgen we regelmatig vragen binnen over diverse immateriële (schade)vergoedingen en of deze in de boedel vallen. De hoofdregel in de Wsnp is dat immateriële schadevergoedingen in de boedel vallen (o.g.v. art. 295 lid 1 Fw).
Financiële tegemoetkoming door Schadefonds Geweldsmisdrijven
Een voorbeeld van zo’n immateriële schadevergoeding is het geldbedrag dat wordt uitgekeerd door het Schadefonds Geweldsmisdrijven, op basis van de Tijdelijke regeling financiële tegemoetkoming voor slachtoffers van geweld in de jeugdzorg. In deze beschikking van de rechter-commissaris van de rechtbank Rotterdam overweegt de rechter-commissaris allereerst dat uit het wettelijk systeem voortvloeit dat de ontvangen schadevergoeding in de boedel valt. Op verzoek van de rechter-commissaris heeft de Wsnp-bewindvoerder aan de schuldeisers voorgelegd of de ontvangen schadevergoeding buiten de boedel kan blijven. In deze zaak heeft geen van de schuldeisers kenbaar gemaakt er bezwaar tegen te hebben als de vergoeding niet aan de boedel wordt af gedragen. De rechter-commissaris weegt daarbij de aard en de achtergrond van de compensatie mee. Het betreft hier een immateriële schadevergoeding voor handelen onder verantwoordelijkheid van de overheid dat een ernstige impact heeft gehad op het persoonlijke leven van de slachtoffers. De ontvangen schadevergoeding behoeft in deze zaak niet afgedragen te worden aan de boedel.
U vindt een samenvatting van bovengenoemde beschikking in onze kennisbank.
Dwangsom Wet hersteloperatie toeslagen
Een ander voorbeeld is een vergoeding in het kader van dwangsommen die samenhangen met de Wet hersteloperatie toeslagen. De dwangsommen worden uitgekeerd omdat de Belastingdienst in gebreke blijft een beslissing te nemen. Zolang er geen beslissing is genomen, worden ontvangen dwangsommen (ondanks de samenhang met de toeslagenaffaire) beschouwd als inkomen en ze vallen dan ook in de boedel.
Op het moment dat de schuldenaren worden aangemerkt als gedupeerden in de toeslagenaffaire, ontvangen zij uiteindelijk ook alle boedelafdrachten retour en dus ook de bedragen van de dwangsommen. Als zij uiteindelijk niet worden aangemerkt als gedupeerden, dan zijn de dwangsommen terecht in de boedel gevloeid. Daar komt nog bij: als zij de bedragen nu zouden mogen behouden en uiteindelijk blijkt dat zij niet als gedupeerden worden aangemerkt, dan is maar de vraag of zij de bedragen nog zouden kunnen afdragen.
De bestuursrechter in Rotterdam heeft beslist dat de termijn van 12 weken wordt gehanteerd voor niet tijdig beslissen door de Belastingdienst bij de hersteloperatie van de kinderopvangtoeslagaffaire, zie ook:
- Rechtbank houdt vast aan termijn voor niet tijdig beslissen (Rechtspraak.nl)
- ECLI:NL:RBROT:2023:3474 (Recht.nl)
Maatwerk in geval van bijzondere omstandigheden
Zijn er bijzondere omstandigheden waardoor het aan de boedel afdragen van de (schade)vergoeding onrechtvaardig voelt? Dan kan in overleg met de Wsnp-bewindvoerder en/of de rechter-commissaris worden bekeken wat individueel mogelijk is. Bijvoorbeeld via een verzoek aan de schuldeisers, zoals is gebeurd in de beschikking van de Rotterdamse rechter-commissaris.