Hoe omgaan met saldi op spaarrekeningen van minderjarige kinderen?
Artikel over de vraag hoe moet worden omgegaan met saldi op de spaarrekeningen van minderjarige kinderen van de schuldenaar.
Wsnp Periodiek mei 2012, nummer 14
Helene Lammers
Uitgangspunt: spaarrekening op naam van een minderjarig kind.
Dit is het vermogen van het kind zelf; een spaarrekening is namelijk een vordering op naam jegens de bank; de tenaamstelling is dus bepalend voor de vraag tot wiens vermogen de spaarrekening behoort.
Fiscaal wordt de spaarrekening van een minderjarig kind (echter) wel tot het vermogen van de (met gezag belaste) ouders1 gerekend (box 3), waardoor zij er dus mogelijk vermogensbelasting over moeten betalen.
Maar, wat fiscaalrechtelijk geldt, geldt niet per definitie ook civielrechtelijk.
Feit blijft namelijk dat het civielrechtelijk gaat om vermogen van het kind, waardoor betoogd kan worden dat dit niet tot de Wsnp-boedel behoort, omdat daartoe alleen het vermogen van de schuldenaar/ouder behoort.
Kunnen de ouders dan wel beschikken over het geld dat op de rekening van het kind staat? Ja, in principe kan dat, vooropgesteld dat de betreffende (vorm van de) spaarrekening dit toestaat (zie één na laatste opmerking). De met gezag belaste ouders voeren namelijk van rechtswege het bewind over het vermogen van hun minderjarige kinderen: art. 1:253i BW; zij moeten het bewind als ‘goede bewindvoerders’ voeren (art.1:253j BW). De vraag die dan in ieder geval rijst is, of het aanwenden van het saldo voor de schuldsanering van de ouders onder ‘goed bewindvoerderschap’ valt. Op grond van art. 1:345 BW (via art. 1:253k BW) hebben zij bovendien voor het beschikken over het vermogen – anders dan in het kader van het gewone beheer –de machtiging van de kantonrechter nodig; die zal daarbij ook de belangen van het kind afwegen (art. 1:356 BW). Een rechter heeft al eens beslist dat een moeder over het vermogen van haar minderjarige dochter mocht beschikken omdat daardoor het belang van de dochter gediend werd: het voorzien in het levensonderhoud van haar moeder en daardoor van zichzelf. Zie: Rb. Zwolle 27 mei 2008, LJN BD2656. Zie echter ook: Rb. Zwolle 9 oktober 2003, LJN AL8167 (machtiging niet verleend) en recent Rb. Haarlem 27 april 2011, LJN BQ4741 (machtiging niet verleend).
Als een Wsnp-bewindvoerder van mening is dat het saldo van de spaarrekening op naam van een minderjarige kind moet worden aangewend voor de Wsnp-boedel, zou deze de ouders kunnen ‘dwingen’ (‘niet voldoen aan Wsnp-verplichtingen = geen schone lei’) om op grond van art. 1:253k juncto 1:345 BW een machtiging aan de kantonrechter te vragen om het saldo van de spaarrekening aan te mogen wenden voor de schuldsanering van de ouders. De bewindvoerder kan niet zelf zo’n machtiging vragen. De rechter beslist uiteindelijk.
Waar de ouders in ieder geval wel zelf recht op hebben is het vruchtgenot van het vermogen, dus bijvoorbeeld de rente van de spaarrekening: art. 1:253l BW. Dat valt wél in de Wsnp-boedel. Dat kan anders zijn als het gaat om geld dat op de rekening staat wegens een erfenis of een gift, waarbij is bepaald dat ouders het vruchtgenot niet zullen hebben. Dan valt het niet in de Wsnp-boedel.
Er kunnen overigens ook vormen van vermogen van kinderen zijn, waarover de ouders niet (als wettelijk vertegenwoordigers) kunnen beschikken; bijvoorbeeld als een spaarrekening door een opa of oma is afgesloten en er expliciet is bepaald dat de ouders geen beschikkingsrechten hebben; of als het gaat om spaardeposito’s waar in het geheel niet over beschikt kan worden; of als het gaat om een erfenis die door de erflater onder bewind (van iemand anders dan de ouder) is gesteld; zo zal het vermogen van een kind dus steeds op zijn eigen merites beoordeeld moeten worden.
Een ander (te onderscheiden) punt bij de spaarrekening op naam van een kind is dat, als de bewindvoerder constateert dat de ouders – ondanks de schuldenproblematiek – vrijwillig bedragen naar de spaarrekening van het kind hebben overgemaakt, er sprake kan zijn van paulianeus handelen. Deze bedragen zou de bewindvoerder dan om die reden kunnen terugvorderen.
Voetnoten
1 Waar ‘ouders’ staat, kan ook gelezen worden ‘ouder’.
Documentsoort
- Vakliteratuur
- Wsnp periodiek
Trefwoorden
- Afdrachtplicht
- Kinderen
- Wsnp Periodiek
Gerelateerd
Reactie op de suggestie van mr. Goederee (WP 2020/3) dat de helft van het vanuit het vtlb gespaarde geld aan de boedel zou moeten worden afgedragen.
Een beschouwing over geld gespaard uit het vtlb, of de 'afdrachtplicht' hier een werking op heeft, en of het afgestaan moet/kan worden aan de schuldeisers.
Wie is tijdens de Wsnp aansprakelijk voor de schuld van het bestellen van studieboeken voor de meerderjarige zoon? Een casus uit de praktijk.