Gebruik van BSN op schuldenlijsten en uitdelingslijst

WSNP Periodiek november 2019, nr. 4

Jenny Vlemmings

In het vorige nummer van Wsnp Periodiek stond een artikel van Minke Reijneveld over het gebruik van medische gegevens binnen het Wsnp-traject, waarbij de auteur inging op de vraag of deze verwerkt mogen worden volgens de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG). In dit artikel wordt ingegaan op een ander soort persoonsgegevens dat in Wsnp-zaken worden gebruikt: het Burgerservicenummer (BSN). Dit is een wettelijk identificatienummer om de communicatie tussen overheid en burgers te vereenvoudigen. Door gebruik te maken van het BSN hoeven burgers hun persoonsgegevens niet bij elke overheidsinstantie opnieuw aan te leveren. Om identiteitsfraude te voorkomen, mag het BSN echter niet in verkeerde handen vallen.

Het BSN van een saniet wordt op verschillende manieren door Wsnp-bewindvoerders verwerkt. Door sommige bewindvoerders worden de referentienummers, welke schuldeisers vermelden bij het indienen van de vorderingen en waaruit bij overheidsschuldeisers vaak het BSN van de saniet te herleiden valt, vermeld op de schuldenlijst voor de verificatievergadering en de gedeponeerde uitdelingslijst. Mag dat?

1. Juridisch kader

Een aantal categorieën persoonsgegevens is in de AVG aangemerkt als ‘bijzondere persoonsgegevens’. Deze zijn door de wetgever extra beschermd. De verwerking van bijzondere persoonsgegevens is verboden, tenzij sprake is van een wettelijke uitzondering. Het BSN valt niet onder de bijzondere persoonsgegevens. Wel zijn er beperkingen aan het gebruik van het BSN. Het BSN is in de eerste plaats bedoeld voor het contact tussen burgers en de overheid en voor overheden onderling. Organisaties buiten de overheid mogen het BSN alleen gebruiken als dat wettelijk is bepaald (art. 46 Uitvoeringswet Algemene Verordening Persoonsgegevens (UAVG)).

2. Schuldenlijst voor verificatievergadering

Wanneer er een verificatievergadering wordt bepaald of een pro forma verificatievergadering plaatsvindt, ligt een afschrift van de schuldenlijsten ter griffie van de rechtbank ter inzage (art. 328 en 328 a lid 4 Fw jo. art. 114 lid 1 Fw). Deze lijsten liggen, anders dan bij faillissementen, niet ter inzage voor een ieder maar ‘slechts’ voor de schuldeisers (T&C Insolventierecht, art. 328a Fw).

Op de schuldenlijsten wordt elke vordering omschreven, waarbij wordt aangegeven of zij bevoorrecht of door pand of hypotheek gedekt is, of wel ter zake der vordering retentierecht kan worden uitgeoefend (art. 113 Fw). De wet schrijft niet voor dat het referentienummer van de vorderingen moet worden vermeld op de schuldenlijst.

3. Gedeponeerde uitdelingslijst

Bij uitdeling aan de schuldeisers, maakt de bewindvoerder een uitdelingslijst op. Ook deze lijst ligt voor de schuldeisers ter inzage (art. 349 lid 5 Fw jo. art. 183 lid 1 Fw).

De gegevens die op de uitdelingslijst moeten staan, zijn beperkt tot een staat van de ontvangsten en uitgaven, de namen van de schuldeisers, het geverifieerde bedrag van ieders vordering en de daarop te ontvangen uitkering (art. 349 lid 4 Fw). De referentienummers van de schuldeisers hoeven dus niet op de uitdelingslijst vermeld te worden.

4. Conclusie en aanbevelingen

Op basis van de wet is er geen enkele reden om de referentienummers te vermelden op de schuldenlijst en uitdelingslijst. In de praktijk gebeurt dit echter wel regelmatig. Het is van belang om hier kritisch op te zijn, zodat niet het risico wordt gelopen dat het BSN van sanieten door middel van inzage in de lijsten wordt verstrekt aan schuldeisers. De aanbeveling is om dit risico volledig uit te sluiten door geheel geen referentienummers te vermelden op de betreffende lijsten. Wanneer de bewindvoerder er voor kiest om dat toch te doen, dient de bewindvoerder er zeer alert op te zijn dat het BSN hieruit niet te herleiden valt. Voor het gebruik van het BSN is immers altijd een wettelijke grondslag nodig. Daarnaast zou het goed zijn wanneer de rechtbanken, alvorens de lijsten ter inzage te leggen, kritisch zijn op het gebruik van referentienummers in de betreffende lijsten.

Tot slot is het maar de vraag of het BSN in andere situaties wel door de Wsnp-bewindvoerder mag worden gebruikt. Het BSN wordt vermeld op de 285Fw-verklaring die de bewindvoerder ontvangt bij de benoeming. Vervolgens wordt het BSN geregistreerd in het dossier. Overheidsschuldeisers, met name de belastingdienst, communiceren met de bewindvoerder over de vorderingen onder vermelding van het BSN. Het is echter maar de vraag of dit is toegestaan. Daarom is er onderzoek nodig om vast te stellen wanneer en onder welke voorwaarden het Wsnp-bewindvoerders is toegestaan het BSN te registreren en te gebruiken in de communicatie met overheidsschuldeisers.