Twintig jaar Wsnp Bewindvoerder: een interview met Ruben Koe
Interview met Ruben Koe, die na twintig jaar afscheid nam als Wsnp bewindvoerder.
WSNP Periodiek februari 2020, nr. 1
Interview door Liselotte Maas*
Met het twintigjarig bestaan van de Wsnp neemt Ruben Koe afscheid als Wsnp bewindvoerder. Ruben Koe is in 1999 als één van de eerste bewindvoerders gestart. Een mooie gelegenheid om terug te blikken op deze lange en bijzondere periode vanaf de inwerkingtreding van een nieuwe wet tot de dag van vandaag.
Ruben, misschien ben je wel de langst zittende bewindvoerder. Ik weet niet of er meer bewindvoerders van het eerste uur nog steeds werkzaam zijn als bewindvoerder. Wat was voor jou destijds de reden om als bewindvoerder Wsnp te gaan aan de slag te gaan?
Ik werkte als schuldhulpverlener en was gedetacheerd in Hillegom. Eigenlijk kreeg ik minnelijke schuldregelingen best vaak rond en lukte het niet, dan lag dat vaak aan de schuldenaar zelf. Toch zag ik in de Wsnp de mogelijkheid om nóg vaker tot een geslaagde schuldregeling te komen. Mijn werkgever Planpraktijk (nu Plangroep, LM) gaf de mogelijkheid om de opleiding tot bewindvoerder Wsnp te volgen en het pionierswerk met een nieuwe wet sprak mij erg aan. Ik ging werken voor de Rechtbank Amsterdam. Daar ging ik toen kennismaken met de rechter-commissaris, dat was Alex Smit. Hij was ook mijn examinator bij de opleiding. Het was natuurlijk een klein wereldje.
Hoe ging dat? Je had uiteraard geen voorbeeld, hoe ging je met die eerste zaken aan het werk?
De week na mijn diploma kreeg ik mijn eerste zaken toegewezen. Bij de opleiding hadden we geoefend hoe je een verslag kon maken. Er was geen vast format. Ik herinner mij mijn eerste zaken nog goed: de allereerste was een ex-ondernemer met een sigarenhandel in Aalsmeer. Ik stuurde de berekening van het vrij te laten bedrag. Dat was een excelsheetje. Zijn reactie was: “ik heb uw kaal-pluk-plan ontvangen.” En mijn eerste huisbezoek was bij een vrouw in Hilversum. Zij was secretaresse op een advocatenkantoor. Ik had een heel gezellig gesprek, maar het verliep zo ongestructureerd dat ik terug op kantoor bedacht dat ik haar moest bellen, want ik wist inmiddels van alles, maar niets van wat er nodig was voor een verslag aan de rechtbank. Ik ging dan tijdens het huisbezoek een ronde maken door de woning, tot en met de kinderslaapkamer en de badkamer aan toe. Dat kwam ook door de les van de deurwaarder, John Wisseborn, die benadrukte dat je zelfs laatjes moet openmaken. Hij had het dan over ‘terriër kwaliteiten’. Haha, dat heb ik later niet meer zo gedaan.
Was je voldoende toegerust voor je werk in die beginperiode?
Ja, eigenlijk wel. Behalve de kennis vanuit de opleiding had je geen jurisprudentie natuurlijk. Die miste je niet, je deed het zo goed mogelijk, en bij twijfel belde je de secretaris bij de rechtbank. En natuurlijk was er veel uit te zoeken met collega’s samen. Ook organisatorisch ging nog niet alles voorspoedig. Ik kreeg eens een rappel omdat ik te laat was met het eerste verslag. Per ongeluk was de brief door onze postafdeling naar de saniet zelf toegestuurd. Hij had op zaterdag de brief ontvangen en belde mij op maandag op: “Meneer Koe, kunt u me helpen met het verslag? Ik kom er niet helemaal uit.” Dat is natuurlijk een mooie anekdote over die begintijd. Hoe het voor iedereen zoeken was.
Dat klinkt als een echte tijd van pionieren. Wat vond je lastig in je werk?
Nou, wat ik wel ingewikkeld vond, was hoe om te gaan met boedelachterstanden. Dan was het een beetje lastig inschatten wanneer je om een verhoor of beëindiging moest verzoeken. Of wanneer je verkorting van de looptijd kon voorstellen. Dat vergde wat afstemming en ervaring.
In het begin was het ook nog niet altijd duidelijk hoe om te gaan met sollicitaties als mensen niet voldeden aan de inspanningsplicht, of als ze geen Nederlands spraken. Je had nog geen extra eisen vanuit de Wsnp, dus als je van de Sociale Dienst niet hoefde te werken, was het voor de Wsnp ook goed. Of de huisarts schreef een briefje, dat kon ook.
Daarna kwam er steeds meer jurisprudentie. Waar jij destijds een dunne reader had, heb je nu natuurlijk ontzettend veel jurisprudentie over de Wsnp die je je eigen wilt maken. Is dat een voordeel of een nadeel?
Eigenlijk allebei wel. Het is een voordeel dat nagenoeg iedere situatie al eens langs de rechter is geweest. Als een familielid van de saniet aan het einde van de looptijd een achterstand van 2.000 euro bijstort, was dat vroeger oké. Tegenwoordig is dat onvoldoende voor een schone lei. Dan komt er vaak verlenging van de looptijd, omdat de saniet het bedrag alsnog zelf moet sparen. Het is misschien wel goed dat je er nu niet meer zo makkelijk mee wegkomt, al maakt het natuurlijk voor de schuldeisers uiteindelijk niets uit.
Een nadeel zie ik ook. Door de vele jurisprudentie is er minder speelruimte; je kunt wat minder maatwerk leveren. En ik houd eigenlijk wel van maatwerk.
Ja, dat is volgens mij wel bekend. Heb je een voorbeeld van maatwerk ‘op zijn Rubens’?
Nou, wat ik deed, maar dat werd later niet op prijs gesteld, is ‘middelen’ als mensen wisselende inkomsten hadden en verder goed meewerkten. Als er maanden waren waarin ze minder inkomen hadden dan het vrij te laten bedrag, hield ik daar rekening mee bij het berekenen van de afdracht in de maanden dat er wel inkomen was boven het vrij te laten bedrag. Ik middelde dan de magere maanden met de vettere maanden. Dat vond ik redelijk.
En ook zo met de sollicitatieplicht. Als ik zag dat de sollicitatieplicht uiteindelijk niet zou leiden tot meer afloscapaciteit, dan keek ik daar niet zo streng naar, want waar hebben we het dan over?
En Ruben, waar ben je nu echt heel goed in als bewindvoerder?
O, dat is wel moeilijk om van jezelf te zeggen. Wat ik wel een uitdaging vind en wat mij vaak gelukt is, is om met uiteenlopende mensen een goed contact op te bouwen. Dat vond ik ook wel echt belangrijk. Sanieten noemen me ‘streng maar rechtvaardig’. Dat klopt wel, want ik vind echt niet alles goed. Zelfs bij een tussentijdse beëindiging begrepen ze wel dat het niet goed is gelopen. Dat is wel een mooi compliment.
In 2002 stapte je over van schuldhulporganisatie Plangroep naar advocatenkantoor De Vos & Partners. Voelde je je daar thuis, als niet-jurist bij zo’n toch wel sjiek advocatenkantoor?
Dat was wel even wennen ja. Het was een heel andere cultuur, maar het voelde als een soort winkel-in-een-winkel. We hadden echt een apart praktijkje, ik vond dat wel leuk. Ook het jurisprudentie-overleg met advocaten was interessant en ik kon meedraaien in faillissementen. Daar mocht ik ook als eerste niet-advocaat nieuwe faillissementen doen. Dat vertrouwden ze me wel toe, in een veilige omgeving op een advocatenkantoor.
Ik heb in die tijd ook de beroepsvereniging voor bewindvoerders opgericht, de BBW. Samen met Cato Vleming. Wij vroegen subsidie bij Bureau Wsnp maar werden weggestuurd want zij vonden het bedrag dat wij vroegen te laag. Dat hebben wij toen maar opgehoogd. Het was wel fijn dat er een vertegenwoordiging kwam van de beroepsgroep. Al merkte ik in de praktijk dat het krijgen van invloed toch lastig bleek. Enerzijds omdat we niet de hele beroepsgroep vertegenwoordigden, maar daarnaast bleek ook dat er best weinig speelruimte was.
Je hebt daarnaast deel uitgemaakt van de VTLB werkgroep, je hebt les gegeven aan de opleiding voor nieuwe bewindvoerders, wat was daar het leukst?
Met de vtlb werkgroep hebben we de berekening steeds verder verbeterd. Kritiek is er soms dat het daardoor nu wel een complexe berekening is geworden, maar ik vind dat er een mooie methode is ontwikkeld die recht doet aan veel voorkomende situaties en die al jarenlang ook wordt overgenomen door het minnelijk traject.
Wat mij opviel bij de opleiding tot Wsnp-bewindvoerder was dat er steeds meer mensen deelnamen die geen bewindvoerder werden. Incassomedewerkers, medewerkers van gemeenten, die hadden wel interesse, maar daarvoor zijn de praktijkgerichte lessen minder relevant.
Hoe kijk je terug op de wetswijziging van 2008?
Ja, die is eigenlijk gekomen door het grote succes van de Wsnp. Aanvankelijk was het idee dat de minnelijke regeling vaker tot stand zou komen met de Wsnp als stok achter de deur. Maar wij, de bewindvoerders, waren eigenlijk een goedkoop incassobureau. Want voor 50 euro per maand werd het hele schuldenpakket gesaneerd. Het was voor schuldeisers een heel aantrekkelijk traject. Dus het werd een onbedoeld en onverwacht succes. Met 15.000 nieuwe saneringen per jaar. De wetswijziging zie ik als een ‘hersteloperatie’ omdat dat succes niet de bedoeling was. In 2008 kwamen toen het dwangakkoord, moratoria en de goede trouw die door de schuldenaar moest worden aangetoond. In Amsterdam merkte ik dat dat laatste niet uitmaakte voor de toelating. Het aantal verzoeken liep sindsdien wel terug. Er leek een soort ‘schrik’ te ontstaan. De toevoer stokte. Het moratorium en dwangakkoord zullen zeker hebben bijgedragen aan de lagere instroom in de Wsnp. Steeds meer schuldeisers werden alsnog gedwongen mee te werken aan een minnelijke regeling. Dat heeft wel invloed gehad.
In 2011 volgde een overstap naar Zuidweg en een jaar daarna naar Eelman Bewindvoeringen.
Nadat ik bij Zuidweg had gewerkt, heb ik een aantal maanden een sabbatical genomen. Vervolgens ben ik bij Eelman aan de slag gegaan. De manier van werken sprak mij aan. Ik werkte minder op dossierniveau, maar werd vooral ingeschakeld voor wat lastiger zaken. Soms bij agressieve klanten, soms bij lastige advocaten ook. Daar kon ik wel goed mee omgaan. In twintig jaar heb ik twee huisbezoeken echt eerder afgebroken omdat ik mij niet veilig voelde. Zo stelde ik eens een vraag over een duur sieraad, waarbij de emoties wel heel hoog opliepen. Ook was er eens een saniet die zich er niet van bewust was dat hij in de Wsnp terecht was gekomen. Het dwangakkoord was mislukt en hij wilde met mij praten over de betaling aan de schuldeisers. Toen bleek ‘ie dus in een wettelijke schuldsaneringsregeling te zitten…
Ook heb ik een keer een dossier overgenomen van een collega bewindvoerder die in zijn hand was gebeten door de saniet. Toen heb ik wel een collega meegenomen naar het huisbezoek ja. Ik heb denk ik tweemaal bewaking gevraagd bij de rechtbank, bij een tussentijdse beëindiging. Maar voor twintig jaar valt het aantal agressieve incidenten eigenlijk wel heel erg mee.
Wat vind je van de verschillen tussen de rechtbanken? Jij hebt vooral voor Amsterdam gewerkt, maar ook wel eens voor Den Haag, Utrecht, Zeeland, hoe zie je dat?
Ik zie inderdaad wel veel ongelijkheid. Niet alleen bij rechtbanken, maar ook bij bewindvoerders onderling. Zo zal ik een oude auto van een paar honderd euro niet verkopen, maar ik weet dat ander bewindvoerders vinden dat de waarde van die auto toch in 36 maanden extra aan de boedel moet worden vergoed. Dat is ongelijkheid. En bijvoorbeeld het afromen in het begin. Sommige bewindvoerders romen alles af van de bankrekening. Ik vind een klein buffertje op de bankrekening prima.
Tussen rechtbanken heb ik ook wel verschillen meegemaakt. Binnen rechtbanken zijn er zelfs verschillen per rechter. Dat betekent dat zaken anders afgehandeld kunnen worden. Soms wordt dat door de Hoven gecorrigeerd. Bij toelating in Rotterdam moesten bijvoorbeeld sollicitaties meegenomen worden naar de zitting. En sommige rechtbanken vragen wel heel ver door op bepaalde zaken. Een lening van tien jaar geleden van 5.000 euro bijvoorbeeld, de aanleiding en ontstaansdatum is dan niet altijd duidelijk. Dat vind ik wel heel ver gaan.
In je afscheidsmail aan de Rechtbank Amsterdam schrijf je dat de ene saniet je als een ‘duivel’ ziet en een ander je juist als een engel ervaart. Hoe zit dat?
Ja, dat vind ik wel bijzonder. Sommigen schuldenaren zien de Wsnp echt als straf, anderen zien het juist als een verlossing. Meestal bleek achteraf bij een huisbezoek dat de Wsnp best meeviel. Als je beslag hebt liggen en dat gaat eraf, dan zit je ineens juist ruimer in je budget. En je krijgt geen dreigbrieven meer.
Je steekt behoorlijk de loftrompet over de Rechtbank Amsterdam en de manier waarop zij de wet interpreteren. Wat maakt dat het zo prettig samenwerken was?
Ja, ik vind het een fijne rechtbank om voor te werken. Het contact is laagdrempelig, er wordt echt geluisterd naar bewindvoerders. Er werd alles in het werk gesteld om te zorgen dat iemand ook daadwerkelijk de schone lei kon behalen. Zonder regels te schenden, maar wel door volop rekening te houden met de persoonlijke omstandigheden. Bovendien wordt de bewindvoerder echt gesteund door de rechtbank. Dat is ook heel prettig.
Vanwaar dat negatieve imago dat de Wsnp nu heeft, denk je?
Zoals het vaak gaat, komen de uitwassen en minder goede zaken eerder naar boven. Ook is er de angst dat je niets meer mag. En er is verwarring met beschermingsbewind, dat je denkt alleen maar ‘leefgeld’ te krijgen, wat natuurlijk niet zo is.
Het gaat de laatste jaren hard bergafwaarts met het aantal toelatingen tot de Wsnp. Hoe zie jij de toekomst van de Wsnp?
Ik kan natuurlijk niet in de toekomst kijken, maar ik verwacht niet dat het aantal toelatingen aan gaat trekken, tenzij er aanvullende maatregelen worden genomen. Dat kan bijvoorbeeld door een maximale termijn te stellen aan het minnelijk traject van negen maanden. Of dat een schuldenbewind na een bepaalde tijd doorgaat naar de Wsnp. Dan kunnen meer mensen worden geholpen. Ook verwacht ik dat in de toekomst schuldenbewinden vaker tot een oplossing zullen leiden, doordat er meer aandacht vanuit de rechtbank komt voor een oplossing.
Dank voor de mooie terugblik Ruben. Is er tot slot nog iets wat je wilt aanvullen op het interview? Je afscheidswoorden zeg maar :) ?
Ik vind het positief te merken dat er door alle aandacht voor vroegsignalering minder ontruimingen en afsluitingen zijn van energie. Daar is echt wel iets gewonnen de afgelopen jaren. Ik hoop dat het minnelijk traject in de toekomst beter wordt gemonitord, zodat zichtbaarder wordt hoe het minnelijk werkt.
*Liselotte Maas is werkzaam als projectmanager bij stichting CAV en daarnaast ontwikkelt zij online trainingen voor organisaties met De Online Schuldencoach.
Documentsoort
- Vakliteratuur
- Wsnp periodiek
Trefwoorden
- Wsnp Periodiek
Gerelateerd
Dit artikel beschouwt de afhandeling van de compensatie kinderopvangtoeslagaffaire in relatie met de Wsnp.
Geen schone lei wordt toegekend in een Wsnp die eindigt omdat alle (aangemelde) vorderingen voldaan kunnen worden. Dit artikel legt uit hoe te werk te gaan om toch een schone lei te krijgen.
Dit artikel informeert over een aantal wetsvoorstellen ten aanzien van de Wsnp, te weten: verkorting goede-trouw-termijn en de flexibilisering wachttermijn tien jaar.