Dwangakkoord en buitenlandse schuldeisers
Is een buitenlandse schuldeiser gebonden aan een opgelegd dwangakkoord? Geldt de schone lei ook voor vorderingen van buitenlandse schuldeisers? Daarnaast bespreekt de auteur in hoeverre de Brexit een rol speelt bij beantwoording van deze vragen.
WSNP Periodiek november 2020, nr. 4
Theo Pouw
Een schuldenaar biedt zijn schuldeisers een akkoord aan. Alleen Ferratum, een Engelse ltd., reageert niet. Alle andere schuldeisers zijn akkoord. Consequentie daarvan is dat er geen akkoord tot stand komt en de schuldenaar vraagt zich af wat nu? De vordering van Ferratum is ontstaan vóór de Brexit en de schuldenaar weet niet of de Brexit van invloed is op de verhaalbaarheid van de vordering van Ferratum. Kan hij verzoeken om oplegging van een dwangakkoord en is Ferratum daar dan ook aan gebonden? En als er geen dwangakkoord wordt opgelegd, maar hij wordt wel toegelaten tot de wettelijke schuldsaneringsregeling, geldt de schone lei dan ook voor de vordering van Ferratum?
Omdat Ferratum niet reageert op het door de schuldenaar gedane aanbod, moet Ferratum beschouwd worden als een weigerende schuldeiser als bedoeld in art. 287a Fw. Naar Nederlands recht biedt dat de schuldenaar de mogelijkheid om de rechtbank te verzoeken primair aan Ferratum een dwangakkoord op te leggen en subsidiair om hem toe te laten tot de schuldsaneringsregeling (art. 284 Fw). Het is echter de vraag of de Nederlandse rechter bevoegd is om van een verzoek dwangakkoord/ toelating tot de schuldsaneringsregeling kennis te nemen en als dat al zo is, welk recht is dan van toepassing? Ervan uitgaande dat partijen in hun onderlinge verhouding geen forum- en rechtskeuze hebben gemaakt, kunnen deze vragen in de onderhavige casus als volgt worden beantwoord.
Tot 1 januari 2021 is het Verenigd Koninkrijk nog gebonden aan de regelgeving van de Europese Unie, waaronder de EEX-VO1 de Rome II-VO2 en de IVO3. Daarna moet langs andere weg naar het antwoord worden gezocht. Omdat het al bijna 2021 is, wordt voor het nog tot 1 januari 2021 resterende tijdvak verwezen naar een uitspraak van de Rechtbank Amsterdam van 2 februari 2019, ECLI:NL:RBAMS:2019:668, die in een nagenoeg identieke casus concludeert dat de Nederlandse rechter rechtsmacht heeft en dat Nederlands recht van toepassing is. Deze redenering is steeds toepasbaar zolang de schuldeiser is gedomicilieerd in een EU lidstaat. Dat meer constructies mogelijk zijn, blijkt uit een uitspraak van de Rechtbank Rotterdam van 29 juni 2018, ECLI:NL:RBROT:2018:6435. De tijd tot 1 januari 2021 is te kort voor een uitgebreide bespreking van deze casuïstiek. De vragen stellende schuldenaar zou daar niet mee geholpen zijn.
Wel is het zo dat met rechtsmacht van de Nederlandse rechter en met toepassing van het Nederlands recht de rechtbank kan beslissen dat Ferratum in redelijkheid niet heeft kunnen weigeren om in te stemmen met het door de schuldenaar gedane aanbod. De rechtbank zal daartoe overgaan zodra is voldaan aan alle voorwaarden voor het opleggen van een dwangakkoord (het maximaal haalbare is aangeboden, het aanbod is goed gedocumenteerd, enz.) en de belangenafweging door de rechtbank uitvalt in het voordeel van de schuldenaar en/of overige schuldeisers, die immers allen hebben ingestemd met het gedane aanbod. Die uitspraak komt dan op grond van het bepaalde in art. 3:300 BW in de plaats van vrijwillige instemming van Ferratum. Het tijdstip waarop de vordering van Ferratum is ontstaan, vóór of na de Brexit, maakt geen verschil.
Voetnoten
- Verordening (EU) Nr. 1215/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2012 betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken (herschikking).
- Verordening (EG) nr. 864/2007 van het Europees Parlement en de Raad van 11 juli 2007 betreffende het recht dat van toepassing is op niet-contractuele verbintenissen (Rome II ).
- Verordening (EU) 2015/848 van het Europees Parlement en de Raad van 20 mei 2015 betreffende insolventieprocedures (herschikking).
Documentsoort
- Vakliteratuur
- Wsnp periodiek
Trefwoorden
- Buiten EU-zone
- Caribisch deel Koninkrijk
- Dwangakkoord (287a Fw)
- EU-zone
- Internationale schulden
- Wsnp Periodiek
Gerelateerd
Een in Nederland wonende schuldenaar met de Poolse nationaliteit wordt toegelaten tot de Wsnp. Hebben de door de Nederlandse rechter genomen beslissingen effect op Europese/internationale (Poolse) schulden?
Kan de Nederlandse rechter een in het buitenland gevestigde schuldeiser een dwangregeling (art. 287a Fw) opleggen?
De auteur bespreek een uitspraak van de Hoge Raad van 4 december 2020 (ECLI:NL: HR:2020:1953) over de afwijzing van een 287a-verzoek.